Kok onthutst over lot van Kosovaren
Na een 35 uur durend bezoek aan
Macedonië en Albanië ziet premier Kok een oplossing voor de
Kosovo-crisis. "Nederland heeft hoop en vertrouwen in een goede
afloop."
Door onze redacteur WILLEBRORD NIEUWENHUIS
SHAMOGJIN, 27 MEI. Burgemeester Kanan staat met een rode sjerp om al
vroeg te wachten in een paars distelveld vol doornen. Hij buigt even
voor het stof dat wordt opgeworpen door de Chinook-helikopter. Dan
begroet hij stram premier Kok en heet hem welkom. De vluchtelingen in
dit nieuwe kamp in het zuiden van Albanië bij de stad Vlorë
spreken tegenover de Hollandse bezoeker hun dank uit voor de NAVO-
bombardementen. "Ik ben elf dagen door de Serviërs vastgehouden,
weggehaald van mijn familie en met andere mannen geïnterneerd en
geslagen, gemarteld en vernederd in een school opgesloten, voordat ik
weer werd losgelaten. In drie dagen over de bergen kwamen we in
Kukës", zegt Skënder Kajtazi tegen Kok.
Anders dan in Macedonië en anders dan in het Noord-Albanese
Kukës waar 135.000 vluchtelingen om opvang vragen, is het kamp
Shamogjin bijna leeg. Niet meer dan 400 van de 3700 bedden zijn bezet.
Vluchtelingen uit Kosovo in het noorden van Albanië worden met
mooie foto's van dit kamp gepaaid om de trein naar het zuiden te nemen,
maar de meeste Kosovaren willen het liefst zo dicht mogelijk bij huis
blijven. Ze komen dan ook niet, ook al dreigt bij de overvolle kampen in
het noorden een watertekort en kunnen ze daar heel gemakkelijk
blootstaan aan inslagen van de Servische artillerie, zoals gisteren
gebeurde.
Er zijn hier voldoende voorzieningen en het Rode Kruis heeft een
schooltje opgezet voor kinderen van zes tot tien jaar. Kok vraagt de
vluchtelingen even later of zij hier langer willen blijven als er vrede
in Kosovo zou komen. "Terug naar huis, geen dag langer", is het
antwoord. En de vraag meteen daarna is of die lange man uit Holland daar
ook snel voor kan zorgen.
Later bezoeken de Nederlanders twee sportzalen in de hoofdstad Tirana.
Ze lopen in draf langs vijfhonderd families die hier op matrasjes
liggen. De burgemeester van Tirana legt uit dat er al veel verbeterd is
in de sporthallen, maar Kok zegt dat hij zich "lam schrikt van al deze
ellende en dat het des te klemmender wordt dat er snel een politieke
oplossing komt. Zonder de NAVO lukt dat nooit en voor die inzet zijn de
mensen hier dankbaar. Dat kan je horen van ze".
In Durrës aan de haven staan vijf Nederlandse vrachtwagenchauffeurs
al dagen vast met chocolade, speelgoed en medicijnen. Ze komen na de
overtocht uit het Italiaanse Bari niet door de douane. De Albanese
autoriteiten willen dat bij de Nederlandse medicijnen bijsluiters komen
in het Albanees. De douane vraagt de Nederlanders steekpenningen. Na hun
beklag belooft premier Kok de zaak te onderzoeken. Ook wijst hij
vertegenwoordigers van de Albanese regering erop dat Albanië
weliswaar niet voorkomt op het lijstje van landen waaraan Nederland
structurele hulp wil geven, maar dat het land een beroep kan doen op
noodhulp waarvoor honderd miljoen gulden extra beschikbaar is. Hij wil
in de Europese Unie en bij de Europese Ontwikkelingsbank en de
Wereldbank onderzoeken of er geld kan worden vrijgemaakt voor
Albanië en Macedonië. Immers, zo redeneert hij, de stabiliteit
in de regio wordt ernstig ondermijnd door de grote stroom vluchtelingen
en door de teruggang in de economie als gevolg van de Kosovo-crisis.
Nederlandse mariniers in de havenstad Durrës bewaken de konvooien
met hulpgoederen naar de kampen en de transporten met vluchtelingen.
"Zolang ze maar zien dat je goed bewapend bent en die wapens als het
moet ook zal gebruiken, heb je geen centje pijn in de bergen", zegt
overste Bergsma. "Maar zodra je dat niet doet, worden de konvooien
geplunderd. Ons overkomt het niet, maar het gebeurt bijna dagelijks en
pardon kennen die bendes niet. De vluchtelingen daarentegen hangen om
onze nek van dankbaarheid."
Op weg naar het vliegveld voor een kort bezoek aan de Nederlandse F-16-
vliegers en het ondersteunend personeel op de Zuid-Italiaanse basis
Amendola spreekt premier Kok nog met Krasniqi, een vertegenwoordiger van
het UÇK, het Kosovo Bevrijdingsleger. Nederland, zegt hij, wil de
Kosovaren zoveel mogelijk bijstaan, maar als Milosevic zou besluiten tot
een akkoord te komen en de Serviche militairen vertrekken uit Kosovo,
moet ook het Kosovaarse bevrijdingsleger de wapens neerleggen. Kok: "Een
krachtige NAVO-presentie in Kosovo laat toe dat ook het Kosovo
Bevrijdingsleger meewerkt aan normalisatie. Ook zij moeten vertrouwen
herwinnen. Zolang de Rus, de Fin en de Amerikaan nog praten geef ik de
moed niet op. Nederland heeft hoop en vertrouwen in een goede afloop. We
bereiden ons nu al voor op de wederopbouw van Kosovo."