Kosovo is geen Auschwitz
Hoe misdadig het Servische optreden tegen de Albanese inwoners van
Kosovo ook moge zijn, het heeft niets met de holocaust gemeen.
Die ongepaste vergelijking wordt door Westerse politici gemaakt om de
NAVO- acties tegen Servië te legitimeren. Voor het eerst in de
geschiedenis straft Europa etnische zuiveringen af.
Michael Stein vraagt zich af hoe lang ons medegevoel zal standhouden als de verdreven Kosovaren
niet langer de tv-beelden beheersen.
Auschwitz en Hitler zijn inmiddels zó lang geleden dat ze
metaforen zijn geworden. Ze zijn niet langer de belichaming van
systematische massa-uitroeiing op industriële schaal, maar kortweg
de personificatie van Het Kwaad.
Daarom achten diverse Westerse politici en journalisten het gepast om de
etnische zuivering van Kosovo op één lijn te stellen met
de holocaust. Het nut van die vergelijking is dat men de
ongeïnteresseerde en zich vervelende goegemeente even wakker
schudt. Bovendien kunnen de bestrijders van zoveel Kwaad alleen maar
goed handelen. Dus zijn de passagierstreinen naar een gedwongen
ballingschap in het buitenland, waarin de bewoners van Pristina op
elkaar gepakt zitten, dezelfde als de beestenwagens naar de gaskamers
van Auschwitz en Sobibor. En is het verdrijven van de Kosovaarse
Albanezen, zoals Robin Cook, de Britse minister van Buitenlandse Zaken
vorige week zei, de door Milosevic gepraktiseerde en herhaalde
'Endlösung'. Volgens de NAVO is het mogelijk, ja zelfs
waarschijnlijk, dat honderdduizend tot 500.000 Kosovaarse mannen al
door de Serviërs vermoord zijn. Die beschuldiging wordt echter
merkwaardigerwijs niet herhaald door het Kosovo Bevrijdingsleger ( UCK
) en ook niet door de organisatie Human Rights Watch - beide toch
bepaald geen vrienden van Milosevic. Er is nóg iets vreemds aan
de hand met de humanitaire bommen- en rakettencampagne die de NAVO in
naam van onze Westerse waarden voert. Deze oorlog, die nog steeds geen
oorlog mag worden genoemd, wordt officieel niet gevoerd tegen
Servië of Joegoslavië, maar tegen ,,de dictator Milosevic''.
Hij en een kleine groep oorlogsmisdadigers rondom hem worden
verantwoordelijk gesteld voor de barbaarse etnische zuiveringen. Daarom
is het goed - zeggen de politici van de NAVO eensgezind - om de
Servische tv-stations uit de lucht te bombarderen, aangezien deze, als
onderdeel van de dictatoriale machtsstructuur van Milosevic, de
Servische bevolking systematisch misleiden. En daarom is het ook goed
om de bombardementen, die zich inmiddels uitstrekken tot burgerdoelen,
zoals treinen, bruggen, fabrieken en elektriciteitscentrales, verder
uit te breiden. Waarom? Omdat er ,,geen ander alternatief is.''
Dezelfde reden werd een maand geleden gegeven toen de politici van de
NAVO moesten uitleggen waarom tot bombardementen was overgegaan,
zonder enige bescherming te geven aan de Albanese Kosovaren. Niettemin
blijven nog een paar vragen over:
Waarom mochten en mogen geen grondtroepen naar Kosovo worden gestuurd
en militairen geofferd om met zo'n groot Kwaad af te rekenen? Waarom
wacht de NAVO nog steeds met smart op een door Rusland aangedragen
politieke oplossing van het Kosovo-probleem, en eist zij niet de
onvoorwaardelijke capitulatie van Servië, alsmede de politieke en
fysieke liquidatie van Milosevic?
Waarom werd als reden voor de bombardementen gegeven dat deze de
Kosovaarse Albanezen moesten redden, terwijl elke doorsnee-kenner van de
Balkangeschiedenis toen al wist dat die bombardementen het reeds op gang
gezette proces van de gedwongen verdrijving alleen maar verder zouden
aanwakkeren?
Waarom was er geen enkel scenario om de Albanese Kosovaren te redden,
behalve de belofte dat zij na deze oorlog naar huis terug kunnen keren?
Waarom worden niet alle Serviërs blindelings gebombardeerd, terwijl
zij toch bijna allen, wat betreft Kosovo, achter Milosevic staan?
Waarom worden niet meteen ook de Griekse tv-stations en kranten
gebombardeerd, die zó zeer de kant van de Serviërs hebben
gekozen dat zij de berichtgeving van hun eigen verslaggevers uit
Pristina herschrijven en vervalsen?
Hoe wil men in de toekomst de zo noodzakelijke politieke stabiliteit
handhaven in Zuidoost-Europa, waar talloze andere etnische groepen zich
eveneens door hun overheden onderdrukt voelen en, met het precedent voor
ogen van de politieke steun van de NAVO aan de nationalistische
Kosovo-Albanezen, liever vandaag dan morgen hun eigen gewapende
bevrijdingsorganisaties zullen oprichten?
Als ook díe bevrijdingsstrijd bloedig wordt onderdrukt, moet de
NAVO dan opnieuw ten gunste van de opstandelingen interveniëren?
Indien ja, hoe moet het dan verder met de ook door de NAVO
onderschreven regel dat de soevereiniteit en de nationale integriteit
van staten koste wat het kost gehandhaafd dienen te blijven? Indien
nee, is Kosovo alleen een pijnlijk-noodzakelijke uitzondering op die
regel, en waarom? Op een later tijdstip zullen historici waarschijnlijk
de redenen vinden voor al die incongruenties. Eén ding weten we
nu al: de NAVO bereidde zich niet zozeer voor op een humanitaire
reddingsactie, maar was op zoek naar een rol, waardoor niet alleen het
bondgenootschap kon worden bestendigd, maar ook - en veel
belangrijker - heel Europa tot aan de grenzen van Rusland onder zijn
vleugels zou vallen. De kosten en de risico's van die operatie, die
aanvankelijk relatief klein werden geacht, groeiden alleen omdat
Milosevic ,, zo onvoorspelbaar reageerde.'' Godzijdank werd de rol van
de NAVO politiek achtenswaardig dankzij de Servische gruweldaden en
de tv-beelden van de massale verdrijving.
Voor het eerst in de geschiedenis bestraft het Westen met militaire
middelen ,, namens de wereldgemeenschap'' misdadig optreden van een
staat tegen zijn inwoners. Dat is mooi en bemoedigend. Want nooit
eerder werden etnische zuiveringen door Europa zelfs maar veroordeeld.
Sterker nog: veel van die etnische zuiveringen kregen - al dan niet
uitgesproken - de zegen van de Europese machten, overtuigd als men was
dat een homogene samenleving tot veel minder spanningen zou leiden dan
een multiforme, waarin etnische groepen elkaar naar het leven stonden.
Zo stelde niemand de verdrijving aan de kaak van drie miljoen Sudeten-
Duitsers uit Tsjechoslowakije tussen januari 1946 en de zomer van 1947.
Daarbij kwamen 25.000 mensen om het leven. Slechts 150.000 Sudeten-
Duitsers mochten blijven, omdat zij deskundigen waren of partners in
een gemengd huwelijk. Alleen ultra-rechts en de neo-nazi's in de
Bondsrepubliek Duitsland herinnerden elk jaar aan het lot van de
Sudeten-Duitser. Want niemand in de rest van Europa die goed bij zijn
hoofd was, voelde zich ooit bezwaard dat de Sudenten-Duitsers, die voor
het merendeel enthousiaste Hitler-aanhangers waren geweest, meer dan
vijftig jaar geleden op die manier werden gestraft. Hetzelfde gold voor
de honderdduizenden Duitsers in gebieden die in 1945 Polen en de
Sovjet-Unie werden toegewezen.
Heel anders liep het in Rwanda. Daar begon precies vijf jaar geleden een
massamoord op alle Tutsi-mannen, -vrouwen en -kinderen. Het was een
echte genocide, die welbewust noch door de Verenigde Naties, noch door
het Westen als genocide werd bestempeld, omdat men dan volgens de
internationale verdragen had moeten ingrijpen.
Het tegendeel gebeurde: de in Rwanda aanwezige Westerse militairen
werden teruggetrokken en de burgerbevolking aan haar lot overgelaten.
In drie maanden tijd werden ongeveer een miljoen mensen letterlijk over
de kling gejaagd. De hele beschaafde wereld vond het meer dan
verschrikkelijk dat men niets had gedaan, waarna veel tranen en excuses
volgden. Maar het jaar daarop werden 175. 000 Serviërs met geweld
door de Kroaten uit de Krajina verdreven - opnieuw zonder ook maar
één woord van protest van het Westen.
Nu het Westen gewapenderhand korte metten maakt met zulke praktijken in
Kosovo en intussen de eigen zo veelgeprezen multiculturele
samenlevingen zoveel mogelijk afschermt tegen buitenlandse
asielzoekers, zijn we schijnbaar een nieuw politiek tijdperk van morele
waarden binnengegaan. Want vanuit de lucht straffen wij Het Kwaad op de
grond af.
Maar hoe lang zullen onze edele gevoelens standhouden, als die ellendige
beelden steeds minder op het tv-scherm verschijnen en steeds vaker door
het weerbericht, de reclame en een vrolijke quiz worden verdrongen? Wat
hebben we, afgezien van onze teddyberen en een paar centen op
gironummer 555, er voor over om ons daadwerkelijk in te zetten en
desnoods offers te brengen? Wat is kortom belangrijker: Kosovo of de
Bijlmerenquête?
Michael Stein is redacteur van NRC Handelsblad.