NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

De cowboys van het UÇK moeten even de dorpen uit


De schermutselingen aan de Albanese grens nemen toe. Het UÇK is uit de Albanese grensstadjes verdwenen: te gevaarlijk nu de Serviërs zoveel schieten.

Door onze redacteur YAËL VINCKX

KUKËS, 26 APRIL. De soldaten met de rode baretten zijn verdwenen uit de straten van Kukës. Een paar dagen geleden nog reden ze rond in Albanese politiewagens. Dat is veranderd. De zes UÇK-leden, die vanochtend brood stonden uit te delen aan vluchtelingen, zijn opgepakt. ,,Dat is niet jullie taak'', had een Albanese agent gezegd. ,,Oprotten, wij regelen dit'', had een UÇK'er geantwoord. Die opmerking schoot in het verkeerde keelgat.

Er zijn verschillende verklaringen voor de verdwijning van de leden van het Kosovo Bevrijdingsleger uit Kukës. ,,Ze zijn aan het vechten in Kosovo'', zegt district-voorzitter Shefqet Bruka. ,,Het is gevaarlijk hen hier te hebben. Ze zijn een doelwit van de Serviërs.'' Een waarnemer denkt er anders over: ,,Ze namen de macht over. De regering kon dat niet langer tolereren.'' Dat laatste is waarschijnlijk. Het zelfvertrouwen van het UÇK was sterk gegroeid. NAVO-woordvoerder Jamie Shea zei het twee weken geleden. ,,Het UÇK is als een feniks uit de as herrezen. De Servische troepen zitten in de tang; aan de ene kant is er de druk van de NAVO-aanvallen, aan de andere kant de offensieven van het UÇK.'' Maar sinds enkele dagen lijkt de jubelstemming binnen de NAVO om te slaan. Het UÇK heeft in en over de grens met Noord-Albanië een paar flinke klappen gekregen. Een onbekend aantal soldaten is gedood en de bevoorradingslijnen voor UÇK'ers in Kosovo zijn met succes doorgesneden, melden militaire bronnen.

Maar het zelfvertrouwen van het UÇK lijkt niet geschonden. Frank bijvoorbeeld bluft in de straten van het Albanese bergdorp Kruma over de verrichtingen van het leger. Hij wordt omstuwd door mannen en jongens, die vol bewondering naar het Amerikaanse vlaggetje op de mouw van zijn uniform kijken. Frank komt uit de Verenigde Staten. Hij verliet zijn geboortedorp Kruma vier jaar geleden. New York lonkte. Maar Frank is terug. Hij heeft zijn baan als bouwvakker opgezegd en zich aangesloten bij het Bevrijdingsleger. Zijn flatje in Brooklyn heeft hij aangehouden. ,,Want hier blijf ik zeker niet.''

Een training heeft Frank niet gehad. Niet nodig, zegt hij. Onder het vroegere communistische regime moest hij een maand per jaar in dienst, op herhaling. En in Amerika heeft hij zijn schietvaardigheden bijgehouden op de schietbaan. Gevochten heeft Frank echter nog niet. ,,Ik heb de Serviërs gezien. Ze zijn goed bewapend.'' Maar met een verrekijker kan iedereen hier Serviërs zien. Aan de grenspost Morina hebben ze een vooruitgeschoven observatiepost. En onlangs groeven ze voor het oog van de Westerse tv-camera's tientallen groene kastjes in de grond. Waarschijnlijk mijnen. ,,Ik heb zo'n vijftig vrienden verloren'', zegt Frank zonder blikken of blozen. Hij doelt op UÇK-strijders. ,,Maar de Serviërs hebben wel 500 mensen verloren.''

De cijfers zijn oncontroleerbaar: iedereen bedrijft hier zijn eigen propaganda. ,,Het Bevrijdingsleger heeft 13 mensen verloren, waaronder een hoge officier. De Serviërs hebben daarentegen 300 soldaten in deze regio verloren'', weet district-voorzitter Shefqet Bruka. Tot nu toe is alleen de dood van de 13 UÇK-soldaten bevestigd door de OVSE.

De Albanese regering geeft openlijk steun aan de bevrijdingsbeweging, in tegenstelling tot buurland Macedonië. Maar Bruka wil niet dat de cowboys van het Bevrijdingsleger de macht overnemen. ,,Ze beschermen op dit moment onze huizen. Maar ze moeten straks wel terug naar hun eigen land.'' Liever werkt de voorzitter van het Kukës-district met NAVO-grondtroepen samen. Dan zullen de Albanezen in deze streek de Serviërs voor de tweede keer een lesje leren. De eerste keer was in 1913; elke Noord-Albanees dreunt dat jaartal op. ,,Servië stuurde 16.000 soldaten. Er bleven 12.000 achter. Dood,'' zegt Bruka. Gisteren nog bezocht NAVO-opperbevelhebber Wesley Clark Kukës.

Maar de incidenten aan de grens baren Bruka voorlopig meer zorgen. Steeds vaker schieten de Serviërs met hun mortieren op doelen in Albanië. In Kolsh, slechts 15 kilometer van Kukës, zijn twee inslagen gemeld. Daarbij zijn twee Albanezen gewond geraakt. Het dorp Tropojë wordt regelmatig beschoten, Kamenica is in brand gestoken. De beschietingen gaan door. Twee doffe dreunen klinken tijdens het gesprek met de Amerikaanse UÇK-soldaat Frank. En 's avonds galmen de mortierinslagen door de bergen tot aan Kukës.

Zijn het strafacties van de Serviërs wegens de Albanese steun aan het UÇK of proberen de Serviërs hun buren te provoceren? Shefqet Bruka weet het niet. ,, Milosevic is een gek. Hij is niet in te schatten.'' Maar hij ziet nog een ander probleem. Zijn district is overvol met vluchtelingen. Kukës, dat normaal een krappe 20.000 burgers heeft, telt volgens hem op dit moment 170.000 inwoners. Brandt er een serieuze strijd los in deze regio, dan zitten de vluchtelingen er middenin.

Sinds enkele dagen worden vluchtelingen daarom door internationale hulporganisaties en met hulp van NAVO-militairen naar andere gebieden overgebracht. Er is nog een reden. De hulpgoederen kunnen moeilijk de kampen bereiken. De wegen zijn slecht. Lokale bendes liggen op de loer. Veel opvangkampen kennen geen of slechte sanitaire voorzieningen.

In Kruma wordt vandaag een kamp ontruimd. Ruim 100 tenten zijn leeg. De laatste bewoners worden in de stromende regen in drie pickup-trucks van het Albanese leger geladen. Kruma gold lange tijd als een bijzonder kamp; de mannen hier weigerden te vertrekken. Sommigen wilden in de buurt van Kosovo blijven om zo snel mogelijk terug te kunnen keren. Anderen wilden hun tractoren niet achterlaten. Maar ze vertrekken vandaag, terwijl nieuwe bewoners achter de rug van de hulpverleners alweer een nieuwe tent innemen. Frank heeft dan net Kruma verlaten. In zeer gebroken Engels heeft hij afscheid genomen. Frank heeft nog veel te doen. ,,Want morgen ga ik waarschijnlijk vechten in de bergen'', zegt hij op een mij-maak-je-niet-bang-toon. Dan betaalt hij met een zwierig gebaar de koffie en stapt in een glimmende witte Mercedes. Zijn bewonderaars kijken hem met open mond na.

NRC Webpagina's
26 APRIL 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad