'Hé, denk je dan, kennelijk werkt het'
Het Nederlandse detachement op de luchtmachtbasis Amendola vierde
ingetogen een van de eerste NAVO-voltreffers in de actie tegen
Joegoslavië.
Door onze redacteur WILLEBRORD NIEUWENHUIS
AMENDOLA, 26 MAART. Huisschilder sergeant der eerste klasse Gerard
Vreeburg wil ten behoeve van de fotografen het plaatje van de MiG29 nog
best een keer overspuiten op de F16 uit Leeuwarden. Woensdagavond, om
vijf over half acht, schoot de Nederlandse piloot van dit toestel de
eerste vijandelijke MiG29 uit de lucht die kort daarvoor in Belgrado
was opgestegen. Vier Nederlandse F16's begeleidden acht bommenwerpers.
Vlak over de grens met Albanië kregen zij de waarschuwing van een
AWACS-radarvliegtuig dat drie MiG29's op hun pad zouden komen. De
piloot van de F16 kreeg een van de MiG's op zijn radar en schoot een
AMRAAM-raket (Advanced Medium Range Air to Air Missile) af. De raket
explodeerde in de buurt van het vijandelijke toestel. De MiG29 rolde in
een duikvlucht. Later werden er nog twee neergehaald door raketten
afgevuurd door Amerikaanse F15's.
Op de vliegbasis Amendola werd het succes gistermorgen eerst ontkend.
Later, toen de Britse minister van Defensie Robertson in het Lagerhuis
melding maakte van de Nederlandse voltreffer, erkende ook Den Haag het
wapenfeit. Aan het eind van de middag kon overste Jon Abma, de
detachementscommandant hier, het oude nieuws bevestigen.
Ladingmeester sergeant Duncan Spaargaren uit Hijum hangt nieuwe raketten
aan een F16. ,,Het geeft ons genoegdoening dat het nieuwe wapen het zo
goed heeft gedaan. Ongetwijfeld heeft het een mensenleven gekost. Dat
betreur je, maar je mag er niet te lang bij stilstaan. Als je er te
veel over gaat nadenken dan heb je het verkeerde vak. Het is wel gek om
zo'n toestel uit de nacht te zien terugkomen met een leeg rekje.
Hé denk je dan, kennelijk werkt het'', aldus Spaargaren.
,,Het is onze taak om te zorgen dat de bommenwerpers die onderweg zijn
ook beschermd worden. Dat is bij de eerste missie van onze vliegers
goed gelukt'', zegt detachementscommandant overste Jon Abma. Hij wijst
erop dat de Joegoslaven een goede luchtverdediging hebben en de
risico's daar niet gering zijn. ,,Je moet zorgen dat er niemand tussen
ons in komt vliegen om raketten af te vuren. Dat hebben we bij de
vijftig vluchten die we nu én boven Servië én de
omliggende landen hebben uitgevoerd weten te voorkomen.''
Abma kondigde gistermiddag aan dat de acties zullen worden opgevoerd tot
twintig dertig Nederlandse en Belgische vluchten per 24 uur. De
Belgische majoor Bongartz gaf aan dat de Belgische piloten de eerste
dagen onder grote stress hadden gewerkt omdat zij tot dan toe slechts
met het Bosnische luchtruim vertrouwd waren. De NAVO-procedures voor de
actie 'Allied Force' waren vrij nieuw voor hen.
Volgens overste Abma, die vannacht zelf een missie boven Servië
vloog, was de tegenstand van de Serviërs geringer dan tijdens de
eerste nacht. ,,Hun inzet neemt wat af, maar het blijft gevaarlijk
werk. Je moet constant in de gaten houden of je wordt bedreigd en of je
zelf moet gaan aanvallen.''
Sergeant Jan de Jong uit Menaldum is de flight chief in Amendola.
Hij is ervoor verantwoordelijk dat de zestien Nederlandse F16's dag en
nacht kunnen worden ingezet en dat zij in goede staat zijn. De Jong
noemt het ,,een enorme opsteker dat al tijdens de eerste vlucht een
moderne MiG29 uit de lucht is geplukt''.
De Jong: ,,Je ziet dat de vliegers, in tegenstelling tot oefenvluchtjes
hier, aardig stil zijn. Ze weten dat ze verrast kunnen worden door
vijandelijk vuur of aanvallen in de lucht. Zij zijn beducht voor de
Russische SAM-2 en SAM-3 raketten die in Joegoslavië staan
opgesteld. Het is moeilijk terrein daar. Wij zijn de laatsten die op de
grond met ze praten en de eersten die ze weer zien bij terugkeer. Tegen
ons zijn de vliegers altijd eerlijk. Maar je merkt nu aan ze dat het
menens is.''
De Nederlanders hier verwachten dat het op den duur moeilijker zal
worden om voldoende gronddoelen te vinden. Als het Joegoslavische leger
zich opsplitst in kleinere eenheden in bergachtig terrein, wordt het
lastig het vanuit de lucht op te sporen. Uiteindelijk zullen
grondtroepen nodig zijn, denkt men op de basis. De taak van de
luchtmacht is beperkt, maar kan wel lang worden uitgevoerd.
Overste Abma vraagt of er een paar vrijwilligers zijn bij de
persconferentie later donderdagmiddag om de kaart van Joegoslavië
en de buurlanden op te houden. Maar plotseling bedenkt hij zich.
Details over de vluchten wil hij pas later geven en de vliegers mogen
in tegenstelling tot de Amerikaanse piloten niet spreken.
'Het had ook andersom kunnen zijn'
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 26 MAART. ,,Door alle techniek aan onze kant is het voor de
andere partij wel heel moeilijk om iets te doen'', zegt generaal-majoor
b.d. van de luchtmacht en ex-jachtvlieger W. Breeschoten.
Woensdagnacht
haalde een Nederlandse F16 een MiG-29 van de Joegoslavische luchtmacht
neer. In theorie had het ook andersom kunnen zijn, beaamt Breeschoten.
De MiG-29 - 'Fulcrum', zoals het toestel in NAVO-termen heet - is
één van de modernste vliegtuigen die door de voormalige
Sovjet-Unie zijn gebouwd, een gelijkwaardige tegenstander voor alle
toestellen van de NAVO. Toch hadden de Servische MiG's die
woensdagnacht opstegen om de eerste aanvalsgolf van de NAVO te
onderscheppen, niet echt een kans. Voordat de NAVO-toestellen het
Joegoslavische grondgebied hadden bereikt, was de command and
control van de Servische luchtafweer ernstig beschadigd.
Breeschoten: ,,Als er een radarpost op een vaste locatie staat, dan
komt er geheid een kruisraket naar binnen.'' De Servische piloten
hadden daardoor geen goed overzicht. AWACS-radarvliegtuigen informeerden
de Nederlandse toestellen echter over de positie van de vijand. ,,Op
het moment dat de MiGs opstegen, wisten de Nederlandse piloten precies
welke kant ze opgingen.'' Dat de F16 de MiG op grote afstand kon
neerschieten, heeft alles te maken met de Midlife Update die de
vliegtuigen, die al sinds begin jaren tachtig dienst doen, hebben
ondergaan. Sinds de modernisering beschikken de Nederlandse piloten
over de AMRAAM-raket, waarmee een vijandelijk toestel op een afstand
van twintig kilometer kan worden neergehaald. Hoewel een echte
oorlogssituatie nooit valt te simuleren, zijn de Nederlandse piloten
volgens Breeschoten gewend om in stressvolle situaties te werken. Want
ook in vredestijd is het vliegen met de F16 niet zonder risico.
,,Iedere vlieger heeft wel eens meegemaakt dat een collega is
verongelukt. Dat er bij het uitvoeren van de missies slachtoffers
vallen, hoort bij het vak. Er is ook een dreiging voor jezelf. Intussen
moet je je wel constant concentreren op je missie. Als dat eindigt met
het succesvol raken van een doel, dan ben je eerder positief gestemd.
Want voor hetzelfde geld was die ander een seconde eerder geweest'',
stelt Breeschoten.