Hobbel in Orahovac
IN ORAHOVAC zijn de Gele
Rijders speelbal geworden van de grote mogendheden en van de
plaatselijke bevolking. Het is niet de eerste keer dat Nederlandse
vredessoldaten buiten hun schuld in een penibele situatie zijn geraakt.
Waren zij ruim vier jaar geleden in Srebrenica door het VN-commando
belast met een onuitvoerbare taak, in Kosovo is de afgelopen maanden
nogal slordig met hun detachering omgesprongen. De Russische branie op
het vliegveld van Pristina bij het aantreden van KFOR heeft zich
vertaald in een com promis volgens hetwelk in Orahovac de Nederlanders
moeten plaatsmaken voor Russen. Op zichzelf zou dat weinig te betekenen
hebben, ware het niet dat de Albanezen van die stad de Russen ervan
verdenken gemene zaak te zullen maken met achtergebleven Serviërs.
Met hun blokkades gisteren hebben zij aan hun wensen kracht bijgezet.
De bevelhebber van KFOR, de Britse generaal Jackson, heeft de
gebeurtenissen in Orahovac een kleine hobbel genoemd. En toegegeven moet
worden dat de man meer aan zijn hoofd heeft. Op verschillende plaatsen
hebben de internationale eenheden problemen met het gescheiden houden
van de verschillende bevolkingsgroepen, worden zijzelf onder vuur
genomen en blijft de rol van het UÇK bij incidenten op zijn
minst verdacht. Ook in Orahovac is onduidelijk of het Albanese verzet
spontaan is dan wel onderdeel van een gemaskeerde actie om KFOR de voet
dwars te zetten daar waar het een wankel evenwicht tussen de etnische
entiteiten probeert te bewaren.
VEEL VAN DE problemen vloeien voort uit de schemertoe stand die de
internationale organisaties in Kosovo laten voortbestaan. Enerzijds
hebben zij formeel de macht en dus de verantwoordelijkheid voor het
dagelijks reilen en zeilen overgenomen, maar tegelijkertijd hebben zij
het UÇK de gele genheid geboden zich als een soort schaduwbestuur
te vestigen tussen de internationale missies en de bevolking in. Deels
is dit ingegeven door het voornemen geleidelijk een Kosovaars
zelfbestuur in te richten waarin het UÇK een aan deel moet
hebben, deels is het ook een gevolg van de trage opbouw van de
internationale aanwezigheid. Van het daardoor ontstane machtsvacuüm
heeft het UÇK gretig gebruik gemaakt.
Van Den Haag is het niet bijster verstandig geweest zich een tijdlang
openlijk tegen de verplaatsing van de Gele Rijders te verzetten. Wil
KFOR zijn taak naar behoren kunnen uitvoeren dan zal hij als een
eenheid moeten opereren. Wat ook de Albanese bevolking van Kosovo van de
Russen mag denken, dezen zijn nu eenmaal onderdeel van de internationale
vredesmacht en dienen als zodanig te worden gerespecteerd. De
Nederlandse houding heeft wellicht de Kosovaren gesterkt in hun weerzin
tegen de komst van de Russen. Escalatie in de onderlinge verhoudingen
dient niemand. Te hopen valt dat het oordeel van de laconieke Jackson
het juiste is.