`Ik weet zeker dat het er niet van komt'
Door onze correspondent RENEE POSTMA
De regering in Belgrado vertelt de burgers
hoe ze zich van onder puin kunnen bevrijden. Maar dat de NAVO
Joegoslavie echt gaat aanvallen konden de Serviers vanmorgen nog niet
werkelijk geloven.
,,Hier gelden slechts twee vragen: is Holbrooke er nog? En: gaat de
wedstrijd door?'' Aan het einde van deze dinsdagmiddag hebben de mannen
in het cafe Opanak in het centrum van Belgrado nog iets lacherigs. De
Amerikaanse gezant Holbrooke zit al de hele middag op de Amerikaanse
ambassade vanuit een afluistervrije kooi te bellen met Washington. Wat
de Amerikaan daar allemaal zegt interesseert de mannen weinig. Alleen de
vraag of hij er nog is geldt.
Intussen praten de mannen in het cafe veel liever over de
voetbalwedstrijd die aanstaande zaterdag zal plaatsvinden: Joegoslavie
tegen Kroatie. De twee landen zouden elkaar ontmoeten in de voorronden
van het Europees kampioenschap. Het zou de eerste keer zijn dat de twee
landen tegen elkaar spelen sinds de bloedige oorlog van 1991. Een
pikante ontmoeting tussen spelers die in 1987 met elkaar in een team
hoge ogen gooiden bij het wereldkampioenschap voor de jeugd. Nu zijn de
spelers op het hoogtepunt van hun loopbaan maar spelen voor
verschillende landen. Tenminste als het een landenkampioenschap betreft.
Voor hun boterham voetballen de meesten in Spanje, Italie en Duitsland.
Niet zelden voor dezelfde club. Zoals de Kroaat Suker en de Joegoslaaf
Mijatovi bij Real Madrid, of Tudor en Mirkovi bij Juventus. De
Joegoslaven hadden erg naar de wedstrijd uitgekeken. De kaartjes voor de
wedstrijd in Belgrado waren al weken geleden uitverkocht. ,,Eindelijk
weer eens iets leuks.''
Een jonge schrijver in het cafe drinkt langzaam de ene whisky na de
andere. Als het bericht binnenkomt dat Holbrooke vertrekt, wordt hij
stil. Het is pas die ochtend tot hem doorgedrongen dat het wel eens
menens zou kunnen zijn met de NAVO-bombardementen. Nu gaat het allemaal
ineens wel heel erg hard. Een van de tafelgenoten krijgt een telefoontje
van zijn vrouw die bij het onafhankelijke radiostation B-92 werkt. Daar
wordt het noodaggregaat in stelling gebracht voor het geval de stroom
uitvalt ten gevolge van een bombardement.
De schrijver zegt dat hij bang is dat Belgrado onder vuur zal komen te
liggen. ,,Wij weten helemaal niets, wij zijn maar kleine pionnen in het
spel van Milosevi.'' Hij vindt het moeilijk zich een voorstelling te
maken van wat er zou kunnen gebeuren. Kosovo is ver weg, maar even
buiten Belgrado ligt de luchtmachtbasis Batajnica. ,,Wie zal het zeggen.
Ik weet alleen dat het anders zal zijn dan de bombardementen die we
gezien hebben op Bagdad. Als het een ander betreft is het altijd anders
dan dat je zelf doelwit bent.''
Terwijl de mannen hun somber betoog voortzetten doet de televisie in de
hoek van het cafe verslag van de zitting van het Servische parlement die
al de hele dag duurt. De ene politicus na de andere legt omstandig uit
dat de Joegoslaven er goed aan hebben gedaan om het ,,dictaat van de
Amerikanen en de terroristische Albanezen'' niet te tekenen. De
instemming met het ,,nee tegen buitenlandse troepen op ons grondgebied''
is algemeen. ,,Ons land staat op het spel.'' ,,Kosovo is de deur
waardoor de NAVO en de VS ons land binnenkomen.'' ,,Nee tegen
buitenlandse troepen, onder geen enkel voorwendsel, voor geen enkele
prijs, ook al zijn het bombardementen.'' Dan verschijnt de radicaal
Vojislav Seselj, vice-premier, op het spreekgestoelte en stelt voor ,,de
hele vijfde colonne van journalisten die samenwerken met de buitenlandse
vijand tegen de muur te zetten''. Dat zijn wij, is de mismoedige reactie
in het cafe.
Een paar uur later verschijnt de Joegoslavische premier Bulatovi op de
televisie. In Brussel vertelt Holbrooke wat er mis is gegaan aan
NAVO-secretaris-generaal Solana als de premier zijn landgenoten openlijk
voorbereidt op oorlog. De staatstelevisie heeft dan al uren verslag
gedaan van het heldhaftige en onwankelbare Servische gelijk. In
nauwkeurig voorbereide items worden buitenlandse NGO's uitgemaakt voor
spionnenorganisaties en wordt CNN beticht van leugens en bedrog.
Bulatovi kondigt de noodtoestand af.
Vrijwel onmiddellijk blijkt het telefoonverkeer van en naar Belgrado
geheel verstoord. Voor de benzinepompen vormen zich lange rijen.
Als Belgrado vanochtend wakker wordt is de belangrijkste informatiebron,
het onafhankelijke radiostation B-92, uit de lucht. Hoofdredacteur Veran
Mati is opgepakt wegens `verstoring van de openbare orde'. De
uitzendingen worden kort daarop volgens een tevoren voorbereid scenario
via andere zenders voortgezet.
Intussen krijgt de bevolking via de staatsmedia te horen dat iedereen
tot nader order gewoon zijn dagelijkse gang moet gaan. De stad Belgrado
heeft een crisisteam gevormd. Het ministerie van Defensie legt uit wat
je moet doen als je onder het puin bedolven raakt.
Op een marktje in Novi Beograd heeft niemand nog speciale
voorzorgsmaatregelen getroffen. ,,Het heeft toch geen enkele zin, wat
gebeurt gebeurt'', zegt een man bij een groentestalletje. Een oudere
vrouw krijgt tranen in de ogen als het gesprek op de aangekondigde
NAVO-bombardementen komt. ,,Ik weet zeker dat het er niet van zal
komen.'' Waarom niet? ,,Omdat er geen enkele reden is om ons te
bombarderen. Wij Serviers hebben dezelfde rechten als andere mensen om
ons te verdedigen.''