Oorlog in Kosovo schendt nieuwe gezicht NAVO
J.H. Sampiemon
De troebelen in en rondom Kosovo komen net op tijd om de NAVO te
behoeden voor ongegronde euforie. Vandaag viert het bondgenootschap in
Washington zijn vijftigjarig bestaan. Dat had een feest moeten worden
van tevredenheid en vol verwachting.
Tevredenheid over de overwinning in de Koude Oorlog, verwachting over de ordenende rol die de nieuwe NAVO
in de wereld zou gaan spelen. De gebeurtenissen in Kosovo hebben de
leiders van de lidstaten ontnuchterd en met beide benen op de grond
geplaatst. Vreedzaam bedoelde interventies kunnen in een vernietigende
en oncontroleerbare oorlog uitmonden. En oorlog blijkt opnieuw, zoals
Clausewitz ruim anderhalve eeuw geleden uitlegde, een ernstige zaak.
Om te begrijpen wat er nu gebeurt, moet worden teruggegaan naar de
oorsprong. De Tweede Wereldoorlog had het verschijnsel oorlog voorgoed
moeten uitbannen. In zekere zin was die oorlog, voor zover in Europa
gevoerd en door Amerikaanse ogen gezien, de omvangrijkste en bloedigste
humanitaire interventie van deze eeuw. Ook toen waren er in de VS bewegingen, zoals America First waarvan de beroemde
luchtvaartpionier Lindbergh een van de woordvoerders was, die niets
voelden voor bemoeienis met Europese oorlogen. De
gedachte dat vrede en recht slechts aan de eigen landsgrenzen dienen te
worden verdedigd, is niet nieuw.
De oprichting van de Verenigde Naties leek een logische voortzetting
van de geallieerde oorlogsinspanningen. De Volkerenorganisatie, geleid
door de vijf overwinnaars uit de Tweede Wereldoorlog, zou voortaan
agressie voorkomen. Mocht er toch weer een agressor opstaan dan zou deze
van meet af aan met een aaneengesloten wereld worden geconfronteerd. De
breuk tussen de communistische wereld en het vrije Westen, maakte al
snel een einde aan die gedachte wereldorde. De inval van communistisch
Noord-Korea in Zuid-Korea kon nog onder de vlag van de VN worden
bestreden, maar dat was slechts mogelijk doordat de Sovjet-Unie op dat
moment in de Veiligheidsraad een politiek van de lege stoel voerde en
daardoor niet in staat was van haar veto gebruik te maken.
De oprichting van de NAVO in 1949 was een reactie op de verdeeldheid
in de VN en op wat leiders in het Westen als een Russische
bedreiging van West-Europa zagen. In het Verdrag van Washington, de
grondslag van de NAVO, wordt verwezen naar het Handvest van de VN en naar het daarin geformuleerde recht op (gezamenlijke) zelfverdediging wanneer een lidstaat
wordt aangevallen. Het Oostblok richtte vervolgens zijn eigen
verdedigingsorganisatie op, het Warschaupact, tegen, naar eigen zeggen,
gevreesd Duits revanchisme. De toetreding van de Bondsrepubliek tot
de NAVO in 1955 werd in het Oosten dan ook uitgelegd als een
rechtvaardiging van die militaire plannenmakerij.
Tijdens de Koude Oorlog hebben de VN toch nog kans gezien
vredesoperaties te ondernemen. Dat gebeurde veelal op grond van
volkenrechtelijk wankele mandaten van de Algemene Vergadering of van de
secretaris-generaal, maar zolang de permanente leden van de Veiligheidsraad de onderneming gedoogden, bleef de interventie
in leven. In voormalig Belgisch Congo werden de VN begin jaren zestig
al snel een speelbal van de centrifugale krachten in dat land. In 1967
leidde de abrupte terugtrekking van het vredesleger uit de Sinaï
direct tot de Zesdaagse Oorlog tussen Israel en zijn buren.
De Koude Oorlog eenmaal ten einde, leek voor de VN een nieuw tijdperk
aangebroken. Het was de tijd waarin organisaties die Rusland
omvatten, zoals de VN en de Conferentie (inmiddels Organisatie) voor
Veiligheid en Samenwerking in Europa, de beste papieren hadden. Maar de
humanitaire interventie van het VN- leger UNPROFOR in Bosnië
werd een fiasco, in mei 1995 uitmondend in de tragedie van Srebrenica.
Voor 'robuust optreden' bleken de VN niet geëigend. Er werd een beroep op de NAVO gedaan, de organisatie
die velen al als een typische erfenis van de Koude Oorlog hadden
afgeschreven. Een korte serie bombardementen dwong de Servische leiders
naar de onderhandelingstafel in Dayton en maakte een einde aan de
Bosnische burgeroorlog.
Het snelle succes kwam als een verrassing. Vier jaar lang hadden de
militaire adviseurs de politieke leiders van de NAVO verteld dat
Bosnië niet geëigend was voor luchtaanvallen en dat zelfs de
nazi's hun tanden op de Serviërs hadden stukgebeten.
Honderdduizenden manschappen zouden waarschijnlijk nog niet toereikend
zijn geweest om de vrede af te dwingen. Het pakte allemaal heel anders
uit. Slobodan Milosevic, liet zijn vazallen in Bosnië en zijn
volksgenoten in Kroatië in de steek in ruil voor Amerikaanse
zwijgzaamheid over Kosovo.
Dat laatste was vreemd. In de strategische analyse van de toestand op de
Balkan werden Kosovo en Macedonië gezien als de gevaarlijkste
brandhaarden. President Bush had Milosevic al gewaarschuwd voor de
risico's en Clinton had die waarschuwing herhaald. In dit gebied kruisen
de belangen van de buurlanden elkaar. Onafhankelijkheid of verdeling van
Kosovo dreigt de gehele regio uit balans te stoten. Over Bosnië zei
de Amerikaanse minister Baker eens: ,,We have no dog in that
fight'', maar dat gold en geldt niet voor Kosovo.
Toch is de kwestie-Kosovo jarenlang door de internationale diplomatie
verwaarloosd. Toen Milosevic een jaar geleden besloot zich te
revancheren voor de terroristische aanslagen van het UÇK op
zijn politie en een vernietigingsoorlog tegen de Albanese gemeenschap in
Kosovo begon, stonden de VN, de Contactgroep, de OVSE, de NAVO, de EU en de WEU met lege handen. Het bleef bij
bezwerende resoluties van de Veiligheidsraad en holle waarschuwingen van
minister Albright. Pas in oktober kwam het tot een bestand onder
toezicht van de OVSE, maar binnen een paar maanden hervatten de
Joegoslavische troepen hun offensief tegen de ongewapende Albanese
meerderheid van de bevolking in Kosovo.
De NAVO zit nu met een luchtoorlog die vrede juist moeilijker te
verwezenlijken maakt. De scenario's die zijn geschreven voor de
nieuwe NAVO, en waarover in Washington feestelijk eenstemmigheid
had moeten worden bereikt, zijn inmiddels door de logica van de oorlog
achterhaald. En iedere oorlog heeft bovendien zijn eigen, onvoorspelbare
logica. Een les die steeds opnieuw moet worden geleerd.
J.H. Sampiemon is commentator voor NRC Handelsblad.