HOLBROOKE; `Ik ging te laat naar Kosovo'
Ook als Holbrooke niet steeds ter plekke was, bleef
zijn indirecte invloed groot: Hill en zijn `leermeester' telefoneerden
voortdurend met elkaar.
Holbrooke verkeerde gisteren en vandaag in de positie waarin hij het
liefst bemiddelt: diplomatie gesteund door militaire kracht, via de
dreiging van NAVO-bombardementen. Tegelijkertijd was hij somberder dan
tijdens al zijn vorige missies naar Milosevi. Kosovo is anders dan
Bosnie voor de Serviers heilige grond, en dat beperkt de speelruimte
voor Milosevi. Het Dayton-akkoord voor Bosnie was een door Amerika
opgelegde vrede, en dat is het laatste wat Milosevi nu wil.
Een van de grote vragen in de Kosovo-crisis blijft waarom Holbrooke pas
zo laat ten tonele verscheen. ,,Ik had al veel eerder, vorig jaar maart,
in Kosovo moeten zijn, ik was ook klaar om te gaan. Maar ik ging pas in
mei'', zei Holbrooke op 30 januari van dit jaar tijdens een gesprek met
deze krant. Gevraagd naar het waarom zei hij: ,,Weet ik niet. Dat moet u
iemand anders vragen.'' Iemand anders kon niemand anders zijn dan
minister Albright of president Clinton, maar het was duidelijk dat
Holbrooke hier niets over wilde zeggen.
In oktober vorig jaar sloot Holbrooke, onder dreiging van
NAVO-luchtaanvallen, met Milo-sevi een akkoord dat het bloedvergieten
moest tegengaan, maar geen politieke oplossing bood. Milosevi liet
onbewapende waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa toe. Het akkoord hield niet lang stand. Op 15
januari 1999 schond de Joegoslavische regering het op de meest zichtbare
wijze in het dorp Racak: een massa-executie van 45 Kosovaren door
Servische ordetroepen, rechtstreeks gecommandeerd vanuit Belgrado.
Holbrooke noemde in januari zijn oktoberakkoord ,,broos'' omdat de NAVO
toen nog geen grondtroepen wilde leveren, zoals zij nu wel wil.
Maar Holbrooke vond de internationale reactie in Kosovo beter dan die in
Bosnie. ,,De internationale gemeenschap had er vier jaar voor nodig om
haar zaken op orde te krijgen in Bosnie, in Kosovo vier maanden. Dus ze
hebben wel iets geleerd. [..] Het aantal van 2.000 doden is
verschrikkelijk, maar het is een stuk minder dan 300.000. Die 2.000
doden hadden vermeden moeten en kunnen worden. Maar dit is toch een veel
betere reactie dan in Bosnie, het is sneller en resoluter. Ik hoop dat
we onze lessen van `Srebrenica' geleerd hebben. Racak was vreselijk,
maar geen Srebrenica. En de internationale gemeenschap is ontwaakt.''
De citaten van Holbrooke zijn ontleend aan het boek `Frontdiplomaten,
confrontaties met internationale hoofdrolspelers' van Robert van de
Roer, dat in april verschijnt.