NAVO geeft Milosevic nog `laatste kans'; Holbrooke naar
Belgrado
De Amerikaanse gezant Richard Holbrooke doet vandaag
een laatste poging de Joegoslavische president Milosevic te bewegen tot
ondertekening van het vredesplan voor Kosovo.
De NAVO gaf Milosevic gisteren ,,nog een kleine laatste kans'' om toe te
geven. Mocht hij die niet grijpen, dan zal de NAVO aanvallen.
Holbrooke sprak vanochtend in Brussel met de secretaris-generaal van de
NAVO, Solana, en met de ministers Vedrine (Frankrijk), Cook
(Groot-Brittannie) en Fischer (Duitsland), en reisde door naar Belgrado
voor een gesprek met Milosevic, vanavond. ,,We staan op de rand van
militaire actie'', aldus Holbrooke vanochtend. ,,Ik wil niet de indruk
geven optimistisch naar Belgrado te gaan.'' Een mandaat voor
onderhandelingen heeft hij niet: het gaat om een laatste waarschuwing,
zo is gisteren in Washington gezegd. De Amerikaanse minister Madeleine
Albright zei: ,,Hij zal duidelijk maken dat Milosevic voor een
duidelijke keus staat: hij moet ophouden met de agressie tegen de
Kosovo-Albanezen en een interimregeling met een door de NAVO geleide
interventiemacht aanvaarden, of de volledige verantwoordelijkheid nemen
voor de militaire actie van de NAVO.'' Clintons veiligheidsadviseur
Sandy Berger omschreef de keus die Milosevic heeft als ,,die tussen het
pad van de vrede en de straf van de NAVO''. Ook de Russische bemiddelaar
Boris Majorski doet vandaag nog een beroep op Milosevic.
In Kosovo zelf zijn de Serviers een groot offensief begonnen nadat
zaterdag alle 1.380 OVSE-waarnemers de wijk hadden genomen naar het
naburige Macedonie. Servische politietroepen legden een aantal dorpen in
het Drenica-gebied in het centrum van Kosovo en in het noorden van de
regio in puin en dreven naar schatting vijfduizend Albanezen op de
vlucht. Ze gaven de meesten zelfs de tijd niet om wat bezittingen mee te
nemen.
De NAVO liet gisteren na een speciale bijeenkomst van de negentien
ambassadeurs van de alliantie weten ,,geheel klaar te staan om op te
treden'', zo meldt onze correspondent in Brussel.
De ambassadeurs besloten gisteren de waarschuwingstijd om tot luchtactie
over te gaan te verkorten van 48 naar enkele uren. ,,Als Milosevic ons
geen alternatief biedt, moeten we tot actie overgaan om een humanitaire
ramp te voorkomen'', aldus een functionaris van de NAVO.
De negentien NAVO-ambassadeurs hebben secretaris-generaal Solana
bovendien gevraagd door te gaan met zijn consultaties met de leiders van
de lidstaten over de vraag of de tijd nu rijp is voor luchtaanvallen. De
NAVO-landen gaven Solana eind januari de machtiging tot luchtactie te
beslissen na overleg met de hoofdsteden.
Een NAVO-functionaris wilde niet antwoorden op de vraag of Solana nu in
zijn ultieme consultatieronde zit. ,,Hij consulteert tot hij een
duidelijke conclusie kan trekken.'' Volgens een woordvoerder is
duidelijk dat bepaalde NAVO-landen terughoudender zijn dan andere over
luchtacties. Hij wilde geen namen noemen, maar zei wel dat het gaat om
,,Europese landen van de Contactgroep'' voor ex-Joegoslavie. Die
Contactgroep bestaat uit Frankrijk, Italie, Duitsland, Groot-Brittannie,
de Verenigde Staten en Rusland. Gezant Richard Holbrooke, die vanochtend
in Brussel met drie van de vier Europese ministers in de Contactgroep
sprak, zei na afloop overigens dat volledige overeenstemming bestaat.
De NAVO-ambassadeurs komen vandaag weer bijeen. De Nederlandse minister
van Buitenlandse Zaken, Van Aartsen, zei gisteravond dat ze een besluit
over militair ingrijpen moeten nemen voordat Holbrooke in Belgrado ,,een
laatste waarschuwing'' uitdeelt. Als Belgrado blijft weigeren het
vredesplan te tekenen zou zo snel mogelijk tot bombardementen overgegaan
moeten worden. Van Aartsen zei dat het bezoek van de Russische premier
Primakov aan de Verenigde Staten, deze week, en de topbijeenkomst van
leiders van de Europese Unie in Berlijn, woensdag en donderdag, geen
redenen zijn om militair ingrijpen nog enkele dagen uit te stellen.
Mogelijk besluiten de NAVO-ambassadeurs vandaag het mandaat van Solana
uit te breiden. Nu is zijn machtiging beperkt tot het bevel voor
luchtacties die vooral gericht zijn op het uitschakelen van het
Joegoslavische luchtafweersysteem. Dit kan volgens een functionaris
worden uitgebreid met luchtaanvallen op Servische troepen, tanks en
artillerie in Kosovo die betrokken zijn bij het huidige militaire
offensief dat de Serviers er na het vertrek van de OVSE-waarnemers
hebben ontketend.