Missie geslaagd: Kosovo is klaar voor de
winter
Na een half jaar werken zijn de
inwoners van ZuidKosovo klaar voor de winter, zegt de staf van het
Nederlandse geniehulpbataljon.
Door onze redacteur STEVEN DERIX
RAKOVINA, 21 DEC. Eerst is er de officiële opening door de
plaatsvervangend commandant van KFOR, de Italiaanse generaal Mazzeroli.
Daarna loopt de bevolking van Rakovina in feestelijke processie over de
nieuwe brug over de rivier de Beli Drim. Het stokoude dorpshoofd Syl
Kelmendi staat te glunderen. "We zijn de Nederlanders erg dankbaar.
Straks is er voor hen nog een speciaal feest." Majoor Ronald Bier
grijnst: "Ik hoop niet dat ze een schaap meebrengen. Dat is hier de
gewoonte."
Zuid-Kosovo, vorige week. Nederlandse militairen hebben zojuist de
schade hersteld die de NAVO zelf heeft aangericht. In de nacht van 27 op
28 maart van dit jaar voerden NAVO-toestellen drie luchtaanvallen op
Rakovina uit. Daarbij werd de brug over de Beli Drim zo zwaar beschadigd
dat de miltairen van het Nederlandse geniehulpbataljon de restanten in
september hebben opgeblazen. Nu ligt er een nieuwe brug van 120 meter,
de grootste die de genisten ooit hebben gebouwd. Majoor Claudius
Schrover is trots. "Die aluminiumelementen zijn drie bij vier meter,
loeizwaar. Zie je dat gaas bij de reling? Dat is voor de kinderen."
De eerste zes maanden van het geniehulpbataljon in Prizren in Zuid-
Kosovo zitten er bijna op. De nieuwe ploeg die het bataljon in januari
komt vervangen, blijft tot eind juni. Daarna eindigt de Nederlandse
bijdrage aan KFOR, die behalve uit het geniehulpbataljon ook bestaat uit
de 41ste afdeling veldartillerie (de vervanging van de Gele Rijders in
Orahovac). Omdat de gelijktijdige inzet in Bosnië, Kosovo en Cyprus
de capaciteit van de landmacht te boven gaat, heeft de regering besloten
zich te concentreren op Bosnië. Volgens de commandant van het
geniehulpbataljon, kolonel Koen Gijsbers, is dat geen ramp. "Als je te
lang in het gebied hulp blijft verlenen, zit je de ontwikkeling van de
civiele maatschappij in de weg."
'Alle Kosovaren voor de winter een dak boven het hoofd'. Dat is de
praktische vertaling van de officiële missie van het
geniehulpbataljon: het verlenen van noodhulp en het bijdragen aan de
wederopbouw. Maar dat betekent niet dat genisten de ambitie hebben om
alle huizen in hun operatiegebied in Zuid-Kosovo, ingeklemd tussen de
bergen van Albanië en Macedonië, te herstellen. De eerste drie
weken hebben de genisten de 'humanitaire toestand' van de regio
geïnventariseerd. Aan de hand van de 'destructiegraad' van de
huizen, de hoeveelheid teruggekeerde vluchtelingen en de geografische
ligging van een dorp werden 'prioriteitsgebieden' ingedeeld. Wat de
genisten vervolgens in een gebied doen, hangt af van de samenwerking met
de NGO's, de niet-gouvernementele hulporganisaties. In sommige dorpen
deelt de genie alleen humanitaire pakketten uit, hout, landbouwplastic.
In andere dorpen hebben de militairen zelf verwoeste huizen hersteld.
Volgens de staf van het Nederlandse geniehulpbataljon is het
belangrijkste doel bereikt. De inwoners van het gebied van de Multi
National Brigade South zijn onder dak, ook al is het met drie
gezinnen op één kamer. Toch zijn de eerste zes maanden van
de missie niet gladjes verlopen. Eind juli werd er in een bijgebouwtje
op de compound van het bataljon bij Prizren asbest
gevonden. De mannen in witte pakken die de asbest kwamen opruimen,
zorgden voor veel onrust. Een onderzoeksteam van Defensie stelde vast
dat in de bodem van het terrein ook blauwe asbest voorkomt. Het terrein
werd vervolgens voor enkele tonnen voorzien van een nieuwe bovenlaag.
Door de asbestaffaire kwam het werk van het geniehulpbataljon vier weken
stil te liggen.
De zevenjarige Qerim kent één Nederlands woord:
'opzouten'. Sergeant-majoor Brouwer duwt hem met zachte hand weg van de
werkbank. In het dorp Velika Krusa, halverwege Prizren en Orahovac,
bouwen Nederlandse genisten noodwoningen. Sergeant Ben Laarhuis timmert
een houten kozijn in het gasbeton. Een "huisje in elkaar kletsen" kan
iedereen, zegt Laarhuis. "Het gaat erom dat de muren ook haaks staan.
Het moet wel een beetje ogen." Sommige Kosovaren helpen zelf actief mee,
vertelt Laarhuis. Sommigen kiezen er echter ook voor om "met hun luie
reet" in de tuin te zitten. Laarhuis zal het een zorg zijn. Een soldaat
klaagt dat hij geen schroeven meer heeft. "Niets mee te maken", zegt
Laarhuis. "Deze middag gaat het dak er op."
Tot haar noodwoning klaar is, woont Naime Ramadomi met haar vijf
kinderen in het huis van haar zwager. Haar eigen huis, tien meter
verderop, werd in maart door Servische paramilitairen in brand gestoken.
Haar man is sinds die tijd vermist. Naime heeft de hoop nog niet
opgegeven. "Er zitten nog veel Albanezen in gevangenissen in
Servië." Van de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde
Naties, krijgt ze voedsel, en een "Arabische hulporganisatie" geeft haar
iedere maand 120 D-mark. Hoe het op lange termijn verder moet, weet
Naime niet. Over haar aanstaande onderkomen, twee kamertjes van vier bij
vier meter, is ze redelijk tevreden. "Het is beter dan niets."