Blair leent zijn mediastrateeg uit aan NAVO
Alistair Campbell, spin doctor van premier Blair, moet de NAVO
gaan behoeden voor nieuwe mediablunders.
Door onze correspondent HANS STEKETEE
LONDEN, 21 APRIL. De NAVO heeft een nieuw slim wapen ingezet. Het is
niet gericht op de Serviërs in Kosovo maar op het thuisfront.
Alistair Campbell, de man zonder wie de Britse premier Blair geen stap
zet en geen woord spreekt, is op semi-permanente basis toegevoegd aan
de NAVO-staf in Brussel om de geallieerde media-oorlog te helpen
winnen.
Na een week met te veel onbedoelde burgerslachtoffers en te weinig
vernietigde tanks schoof de Britse regering vrijdag haar meest bekwame
en meest omstreden spin doctor naar voren om het
'nieuwsmanagement' beter te coördineren. ,,Ze hebben uitzonderlijk
goed werk geleverd, vooral gezien het feit dat ze met zo weinig zijn'',
zei hij maandag over de kleine, op vredestijd ingerichte staf van NAVO-
woordvoerder Jamie Shea.
Maar in de praktijk komt Blairs pr-generaal de mediastrategie van de
alliantie opnieuw vormgeven. Dat werd nodig gevonden nadat
woordvoerders in Brussel, Londen en Washington vorige week een reeks
uiteenlopende en tegenstrijdige verklaringen gaven over de aanval door
NAVO-vliegtuigen op een konvooi vluchtelingen. De tientallen doden die
daarbij vielen brachten de publieke opinie over een luchtoffensief
zonder grondtroepen aan het schuiven. De methode-Campbell, tijdens
politieke crises in Londen uitentreuren beproefd, bestaat ook in
Brussel uit drie fasen. De eerste is damage control. Zo hadden
NAVO-woordvoerders gisteren strikt consigne om geen nieuwe, potentieel
compromitdetails te verstrekken over de rampzalige bomaanval op
vluchtende Kosovaren.
De tweede fase is het herwinnen van het initiatief, het opnieuw vestigen
van wat Campbell zelf graag ,,the big picture'' noemt. In dat
licht is de toespraak te zien van premier Blair, vooralsnog de meest
uitgesproken Europese leider over Kosovo, die gisteren per directe
videoverbinding geallieerde bevelhebbers in Brussel en de
Joegoslavische periferie de juistheid van de gevolgde koers voorhield.
,,Deze oorlog is rechtvaardig'', aldus Blair. ,,Wij vechten voor de
waarden van onze beschaving, voor eerlijkheid, gerechtigheid en
fatsoen.''
En in de derde fase komen de details aan bod. Zo zal Shea vaker een bril
opzetten om zijn gemoedelijke imago te verernstigen. En zo zullen de
NAVO-briefers op Campbells initiatief niet langer elke dag een dorre
opsomming van feiten geven, maar hun publiek - de pers - dagelijks
voeren met hapklare brokken nieuws. Gisteren de zuiveringen, vandaag de
executies, morgen de verkrachtingen. Je moet ze ,,een verhaal'' geven,
is Campbells credo in Londen en dat zal het ook in Brussel luiden.
Blairs media-initiatief heeft een element van déja-vu: een
crisis in een militaire campagne leidt vaker tot ruzie tussen pers en
de militaire nieuwsvoorziening. Tijdens de Falkland-oorlog van 1982
kreeg de BBC van premier Thatcher het verwijt niet patriottisch genoeg
te zijn, nadat de 'staatsomroep' vraagtekens zette bij het torpederen
van de Argentijnse kruiser Belgrano. Iets soortgelijks overkwam de BBC
tijdens de Golfoorlog (1990-'91) na het bombardement op een vermeende
commando-bunker in Amiriyah waarbij honderden Iraakse burgerdoden
vielen en bij enkele zogeheten friendly fire-incidenten.
Dezer dagen ligt BBC-veteraan John Simpson, die vanuit Belgrado verslag
doet voor de tv, radio en The Daily Telegraph, onder vuur van de
regering en linkse parlementsleden. Toen hij betoogde dat de
geallieerde bommen in Belgrado ,, niet werken'', omdat Serviërs de
rijen sluiten, kreeg hij het verwijt een ,, spreekbuis van Milosevic''
te zijn.
Bij kritische vragen uit 'eigen' kamp sluiten politici en militairen
traditioneel eveneens de rijen. Burgerdoden zijn vervelend maar minder
een reden om hun strategie te herzien dan hun mediamanagement. Die taak
valt nu toe aan de man die ,,de op één na machtigste
Brit'' is genoemd.
Campbell (41), oud-journalist, geheelonthouder, doedelzakspeler en in
een vorig leven schrijver van erotische romans, geniet in Londen een
dubbele reputatie. Journalisten vrezen zijn tirades, live of
door de telefoon, bij onwelgevallige artikelen. En zijn laatste
manoeuvre om premier Blair wel te laten praten met lichte radioshows en
de tabloidpers, maar steeds minder met serieuze kranten en harde
interviewers, is ook niet goed gevallen. Maar aan de andere kant zijn
journalisten ook dankbaar voor de primeurs en gunsten die hij zuinig,
precies en niet unfair ronddeelt.
Politici uit het Labour-kamp merken dat Campbells mediatrainingen vrucht
afwerpen in hun contacten met de pers. Maar ze zetten ook vraagtekens
bij de ongekende macht die iemand op een ongekozen plek heeft. Campbell
mag als eerste woordvoerder de vergaderingen van de ministerraad
bijwonen. Hij heeft de volmacht om departementale pershoofden hun koers
te dicteren. En ministers worden geacht alle vraaggesprekken eerst door
hem te laten fiatteren. Voor Tony Blair is Alistair Campbell meer dan
alleen een adviseur. Of zij vrienden zijn, is niet zeker. Maar dat Tony
meer tijd met Alistair doorbrengt dan met zijn vrouw Cherie staat wel
vast. De twee zijn leeftijdgenoten, komen uit dezelfde middenklasse,
studeerden aan een universiteit en zijn zonder kruiwagens gekomen waar
ze nu zijn. Bovenal zijn ze van elkaar afhankelijk. Dat Blair de
laatste jaren een paar politieke kruispunten zonder kleerscheuren kon
oversteken, is te danken aan de man van wie wordt gezegd dat hij 'in het
hoofd van de premier' zit. De quasi-onvoorbereide rede waarmee Blair de
dood van prinses Diana aankondigde en terloops het begrip the
People's Princess lanceerde, was Campbells werk, tot aan de laatste
quasi-snotter. Evenals het voorkomen van een regeringscrisis door vorig
jaar zijn in diskrediet geraakte vertrouweling Peter Mandelson rap
diens ministerstas af te nemen.
In de Londense politiek werken ze als team. Campbells harde optreden
houdt Blairs zachtere imago intact, ook al doet Campbell niets zonder
toestemming van de baas. Op de NAVO-werkvloer in Brussel valt mogelijk
iets soortgelijks te verwachten. Blair stoeit met ideële waarden
als ,,beschaving'' en ,, fatsoen'', terwijl zijn adjudant de boodschap
erin ramt.