Zwaai naar KFOR en je bent een hoer
Het UÇK moest zich
vannacht opheffen. Maar het kwam niet tot de ondertekening van een
akkoord. De voorstellingen lopen dan ook ver uiteen. Een van de taken
die het UÇK zich eenzijdig heeft toegeëigend, is de bewaking
van de openbare moraal.
Door onze redacteur PETRA DE KONING
PRISTINA, 20 SEPT. Zeventien jaar is ze, en ze woont in Pec, in het
westen van Kosovo. Ze heeft lang, donker haar, een dikke laag make-up.
Een week geleden stond ze 's ochtends vroeg op de brug in het centrum
van de stad, ze wachtte op een vriendin. Een Italiaanse KFOR-tank reed
langs. Een van de soldaten zwaaide, ze zwaaide terug. De soldaat kuste
op zijn vingers en wierp haar de kus toe, zij wierp een handkusje
terug. De tank reed door. Opeens stonden er drie Albanese jongens om
haar heen. "Wij zijn UÇK", zei een van hen. "Waarom deed jij
dat?" Het meisje werd kwaad. "Omdat ik hem leuk vind, en wat dan nog?"
"Hoer", riep de jongen, en hij stompte drie keer op haar linkerwang.
Het meisje viel, ze huilde. "Dit zal ik mijn vader vertellen." "Dat is
ook precies de bedoeling," zei de jongen, "dat jij dit aan je vader
vertelt. Als je wilt, lopen we wel met je mee."
Dit weekend moet het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK ontwapend zijn.
UÇK-commandanten houden vol dat het UÇK hoe dan ook een
leger zal blijven. KFOR, de internationale troepenmacht voor Kosovo,
meldde vorige week dat het Kosovo Bevrijdingsleger ook een
'burgermacht' zou kunnen vormen, speciaal getraind voor het blussen van
bosbranden, of voor reddingswerkzaamheden na aardbevingen. Een
Kosovaarse BB, die ook zou kunnen helpen bij de wederopbouw van Kosovo.
UÇK-soldaten zelf hebben de afgelopen drie maanden, sinds het
eind van de oorlog, al nieuwe taken bedacht: ze 'controleren' Albanese
meisjes die bijvoorbeeld als tolk werken voor buitenlandse
organisaties, ze 'checken' hoe politici of leraren zich hebben gedragen
tijdens de bombardementen - waren ze 'laf' of 'dapper'? -, en ze
bemoeien zich met ruzies op straat.
In Gnjilane, een stad in het oosten van Kosovo, werden drie
vooraanstaande leden van de LDK, de gematigde partij van Ibrahim
Rugova, door UÇK-militairen met de dood bedreigd.
Vóór de bombardementen was het UÇK nauwelijks
georganiseerd in dit deel van Kosovo. Na de bombardementen nam het
Kosovo Bevrijdingsleger onmiddellijk het stadhuis van Gnjilane in, en
de belangrijkste kantoren en fabrieken in de stad. Er werd een
UÇK-burgemeester aangewezen en een UÇK-stadsbestuur
gevormd.
Volgens UÇK-commandant Ismet Sulejmani, in Gnjilane
verantwoordelijk voor de voorlichting en propaganda van het UÇK,
hebben de LDK-politici in dit gebied het 'morele recht' verloren om
deel uit te maken van het bestuurlijke en politieke leven in Gnjilane.
"Bijna allemaal vluchtten ze naar het Macedonië. Ze hebben niet
meegedaan aan onze vrijheidsstrijd." Het UÇK onderzocht ook het
gedrag van leraren in de stad. Sulejmani: "Het is toch vanzelfsprekend
dat wij onze kinderen liever toevertrouwen aan mensen die met ons mee
vochten? "
Aver Husaj van de LDK in Pec, in het westen van Kosovo, werd negen jaar
geleden gekozen tot 'burgemeester' van de stad - in het eigen, paralelle
bestuurssysteem dat de Albanezen onder Servisch bewind hadden opgezet.
Na de bombardementen schoof een UÇK-commandant hem opzij, de
commandant noemt zichzelf nu 'prefect' van de stad. Husaj moet weinig
hebben van de 'helden' die volgens hem zonder de NAVO-luchtaanvallen
niks konden beginnen tegen de Servische eenheden. Maar de 'controles'
die UÇK-soldaten nu ook onder meisjes in zijn stad uitvoeren,
vindt Husaj geweldig. Was hij nog burgemeester, hij zou ze dezelfde
opdracht geven. In Pec en omgeving zijn Italiaanse KFOR-militairen
gelegerd. Husaj: "Onze meisjes zijn getraumatiseerd door de oorlog. En
iedereen weet hoe Italiaanse mannen zijn: waar ze komen richten ze
bordelen in." Het UÇK 'beschermt' de Albanese meisjes, vindt
Husaj. Hij zegt dat het UÇK er zelfs een speciale eenheid voor
oprichtte. Omdat er, sinds het eind van de bombardementen op
Joegoslavië, zoveel buitenlandse mannen naar Kosovo kwamen:
tienduizenden KFOR-militairen, maar ook medewerkers van de VN, de OVSE
en hulporganisaties.
Een VN-medewerker uit IJsland werd drie weken geleden door mannen die
zich UÇK-soldaten noemden een café uitgejaagd. Hij zat met
drie Albanese meisjes aan een tafeltje. Een van zijn collega's werd een
paar dagen later in elkaar geslagen, ook in een café. Hij dronk
bier met zijn tolk, een Albanees meisje. Een Albanese man kwam op haar
af en vroeg: "Zo, dus jij doet het nu met een buitenlander?" Daarna
sloeg hij het meisje. De VN-medewerker wilde haar helpen maar werd van
drie kanten aangevallen door vrienden van de Albanees. Een UÇK-
commandant in Pristina die zich 'Remi' laat noemen, zou vorige week in
een gesprek met Albanese journalisten hebben gezegd dat alle Albanese
meisjes die een verhouding hebben met buitenlanders, zullen worden
'afgemaakt'.
In de dorpen van Kosovo, waar het UÇK de laatste jaren het
sterkst was, zijn Albanezen tevreden over de nieuwe rol van het
UÇK - waarvan de opvattingen over de publieke moraal overigens
een duidelijke reflectie vormen van de conservatieve islam op het
Kosovaarse platteland. De meeste UÇK-soldaten komen uit dorpen.
Ze gruwen van Westerse manieren en losse omgangsvormen. In de steden
kijken veel Albanezen, vooral jongeren, neer op de 'boeren' die zich nu
gedragen alsof ze de baas zijn in Kosovo. Ze durven er niks van te
zeggen. "Bijna alles is anders dan vóór de
bombardementen", zegt een Albanees meisje in Pristina, tolk van de
OVSE. "Maar bang zijn we nog steeds. "