Macedoniërs kibbelen over Albanezen
De Macedoniërs halen
opgelucht adem nu de kampen leegstromen en de vluchtelingen weer naar
Kosovo terugkeren, maar de vrees blijft bestaan dat veel vluchtelingen
in Macedonië een nieuw leven willen beginnen.
Door onze redacteur CEES BANNING
SKOPJE, 19 JUNI. Een handdruk leidde de afgelopen dagen in
Macedonië tot een politieke rel in het parlement. Op alle
voorpagina's van de kranten schudde premier Ljupco Georgijevski van
Macedonië de hand van Hashim Thaçi, interim-president van
Kosovo.
Thaçi is bij de Slavische Macedoniërs beter bekend als
politiek leider van het Kosovo-bevrijdingsleger UÇK. De
oppositiepartijen in Macedonië vinden dat de regering veel te hard
van stapel loopt met de erkenning van de rol die het UÇK gaat
innemen bij de wederopbouw van Kosovo. Georgijevski en Thaçi
hebben al gesproken over het openen van ambassades en het aanknopen van
intensieve diplomatieke betrekkingen. Donderdag werd er fel over
gedebatteerd in het parlement, waarbij de voorzitter een paar keer
moest ingrijpen om de orde te handhaven.
"De regering beseft niet dat ze een paard van Troje binnenhaalt", zegt
Mirko Ivanov na afloop van het debat in de wandelgangen van het
parlementsgebouw in Skopje. Hij is lid van de oppositiepartij Sociaal
Democratische Alliantie (SDA). "Wat de regering een stabiliteitspact
noemt, is het begin van een lange lont die eens in Macedonië zal
ontploffen."
"Ik ben een Macedoniër", benadrukt Ivanov. "En ik wil niet het
onderspit delven ten opzichte van de Albanezen." Macedonië telt
een grote Albanese minderheid die op gespannen voet leeft met de
Macedonische meerderheid. Als, zo redeneren de Macedoniërs, het
etnische evenwicht uit balans raakt doordat het aantal Albanezen sterk
stijgt, wordt de politieke stabiliteit van het land verstoord.
De Macedoniërs halen opgelucht adem nu de kampen leeg stromen en de
vluchtelingen weer naar Kosovo terugkeren, maar de vrees blijft bestaan
dat veel vluchtelingen in Macedonië een nieuw leven willen
beginnen. "Geef ze eens ongelijk, we zijn een redelijk welvarend land",
erkent Ilija Iloski. Volgens deze SDA-parlementariër heeft de
regering een geheime agenda: zo snel mogelijk de banden met Kosovo
aanhalen om zo een graantje meet te pikken van de wederopbouw. "Kosovo
moet wat dat betreft een goed woordje voor ons doen - zo redeneert de
regering - omdat Blace een zwarte bladzijde is in onze geschiedenis."
De parlementariër doelt op de beelden van vluchtelingen die bij de
grensplaats Blace wekenlang in de modder moesten leven omdat de
Macedonische regering ze weigerde op te nemen.
En dat de verhouding tussen de Macedoniërs en de ethisch Albanezen
nog steeds zeer gespannen is, bleek deze week nog een keer in Tetovo,
een plaats ten westen van Skopje op zo'n twintig kilometer van de grens
met Albanië. Albanezen (vluchtelingen en inwoners van
Macedonië) vierden een feest naar aanleiding van de bevrijding van
Kosovo door de NAVO. Het feest werd wreed verstoord door
Macedoniërs die met knuppels en stokken op de vrolijke menigte
insloegen. De politie had de handen vol aan het uit elkaar halen van de
vechtende partijen. "Ik vond het ook wel een beetje een provocatie van
de Albanezen", zegt Ivanov.
"Wat een onzin", constateert Arben Djaferi van de regeringspartij ADP,
de belangrijkste Albanese partij in Macedonië. "Koudwatervrees"
noemt hij de vrees van de Slavische Macedoniërs. "Wanneer de
etnisch Albanezen dezelfde rechten krijgen als de Slavisch-
Macedoniërs, dan gaat dit land een periode van politieke
stabiliteit en welvaart tegemoet." Op tal van terreinen wordt de
Albanezen onderdrukt door de Macedoniërs. Ze verdienen minder,
hebben de lager geschoolde banen en er zijn weinig beleidsmakers van
etnisch Albanese afkomst. "Via emancipatie en gelijke rechten moeten we
onze positie versterken", zegt Djaferi. "En het is onvermijdelijk dat
de Slavische Macedoniërs dan een stapje terug doen." Een 'Groot
Albanië' is "niet aan de orde", zegt Djaferi.
Maar mocht de emancipatie mislukken, ligt een eigen staat voor de
Albanezen dan niet in de lijn der verwachting? De pleitbezorgers van
een 'Groot Albanië' menen dat het huidige Albanië moet worden
uitgebreid met Kosovo, het zuiden van Montenegro en het westen en
noorden van Macedonië. Djaferi: "Laten we eerst de opbouw van
Kosovo maar eens afwachten. Het Kosovo Bevrijdingsleger zou daarbij
moeten worden omgedoopt in het verdedigingsleger. De beestachtigheden
van het afgelopen decennium mogen nooit meer gebeuren." De NAVO en de
Europese Unie hebben een grote verantwoordelijkheid bij de opbouw van
het verwoeste land. "Willen ze een situatie, zoals die de afgelopen
tijd is ontstaan, voorkomen dan moeten ze helpen bij de opbouw van
Kosovo. Nauwe relaties met West- en Midden-Europa is de beste garantie
voor politieke stabiliteit op de Balkan."