Oppositie Servië wil geld en verkiezingen
De Servische oppositie acht de
tijd rijp om Milosevic ten val te brengen. Met hulp van het Westen en
onder bescherming van de Montenegrijnse president Djukanovic.
Door onze correspondent
BOEDAPEST, 19 JUNI. Generaal Vuk Obradovic, die zich het afgelopen tijd
tot een van de meest prominente leden van de Servische oppositie heeft
opgeworpen, verwacht "in oktober of op zijn laatst november
verkiezingen."
Obradovic is leider van de Sociaal Democratische Partij in Servië,
die zich heeft aangesloten bij de Alliantie voor Verandering, een brede
democratische beweging. Niemand heeft belang bij uitstel van Servische
parlementsverkiezingen, zelfs niet de partij van Milosevic, de SPS, zo
denkt hij. "Als het later wordt, zullen de mensen zich afvragen waarom
er geen gas is om de kachels te stoken, waarom de elektriciteit de hele
tijd uitvalt en waarom de fabrieken nog steeds niet werken."
Volgens de wet zouden vervroegde verkiezingen al vanaf september kunnen
plaatsvinden. Obradovic en andere leiders van de Alliantie voor
Verandering denken dat oktober de beste maand is. Dat geeft tijd om een
campagne voor te bereiden. Over enkele dagen zal Miloevic gedwongen zijn
om een einde te maken aan de staat van oorlog daarmee aan de beperkingen
die politici als Obradovic verhinderen om campagne te voeren.
Op een persconferentie op het Hongaarse ministerie van Buitenlandse
Zaken in Boedapest betoogde hij gisteren bevlogen dat Servië en
Joegoslavië in wezen een groot democratisch potentieel hebben.
Obradovic denkt de sociale onvrede in zijn land langs politieke weg te
kunnen mobiliseren. "Een burgeroorlog komt er niet, daar ben ik zeker
van. De mensen zijn doodmoe, moe van de oorlog, moe van de sirenes."
Maar alleen kan Obradovic en de oppositie het niet en daarom deed de
oud-generaal een oproep aan de internationale gemeenschap om steun.
Obradovic is na Zoran Djindjic en Milan Panic de derde oppositieleider
in korte tijd die Boedapest aandoet. De Servische oppositie dingt op dit
moment naar de gunst van de etnische Hongaren in het noorden van de
Vojvodina. De Hongaarse regering werkt samen met de etnische Hongaren in
deze Servische provincie plannen uit voor autonomie.
De herrijzende Servische oppositie hengelt nadrukkelijk naar morele,
maar vooral ook financiële steun om straks effectief campagne te
kunnen voeren en na tien jaar vol teleurstellingen eindelijk de buit
binnen te halen. Eerst in het Servische parlement, het Joegoslavische
parlement volgt later vanzelf, aldus Obradovic, die ooit als jongste
generaal een schitterende carrière in het Joegoslavische leger
tegemoet leek te gaan, maar uit dienst ging uit protest tegen de oorlog
in Kroatië.
De voormalige Joegoslavische premier Milan Panic riep gisteren op tot
het aftreden van Milosevic en de vorming van een regering van nationale
eenheid. Zijn collega Zoran Djindjic voorspelde voor het eind van het
jaar verkiezingen. Die zijn evenwel gedoemd oneerlijk te verlopen als
het monopolie van Milosevic op de media niet wordt doorbroken, zo liet
hij weten. Djindjic, die na de massabetogingen van 1996/97 een blauwe
maandag burgemeester van Belgrado was, vluchtte naar Montenegro toen de
staatsmedia campagne tegen hem voerden als landverrader. Dat leverde hem
het stigma op van lafaard, en dat telt zwaar in Servië.
Djindjic hoopt nu vanaf Montenegrijnse bodem een televisiezender op te
richten die zal worden bemand door weggezuiverde journalisten. Met deze
"onconventionele methoden" hoopt hij het mediamonopolie van Milosevic te
breken. Mogelijk kan die zender inspelen op de onvrede in de verarmde
industriesteden in het zuiden van Servië.
Dragisa Burzan, de vice-premier van Montenegro, was gisteren
pessimistisch over de kansen van de oppositie. "Milosevic is nog altijd
extreem sterk." Burzan sprak de vrees uit dat de oppositie-leiders veel
populairder zijn in Westerse hoofdsteden dan in Belgrado. Zonder
machtswisseling in Servië trekt Montenegro zich mogelijk terug uit
de Joegoslavische federatie. President Djukanovic van Montenegro, de
beschermheer van de oppositie, overweegt een referendum over
afscheiding.