NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

In kampen Macedonië loopt spanning op


Kosovaarse vluchtelingen in Macedonië klagen over de Macedonische politie; de politie klaagt over 'provocaties' van de vluchtelingen.

Door onze redacteur YAËL VINCKX

STENKOVEC, 19 MEI. Een groot verband prijkt boven de wenkbrauw van Orhan Qerimi, met pleisters tot in zijn zwarte haren. Hij trekt met zijn been. Zijn vriend ligt op een brancard. Hij kermt, grijpt naar zijn knie. Andere vluchtelingen kijken nieuwsgierig toe. Het verhaal over Orhan Qerimi en zijn vriend gaat al uren het kamp rond. Ze waren in elkaar geslagen door de Macedonische politie en waren meer dood dan levend, zo heette het, in allerijl naar het ziekenhuis gebracht.

Het valt mee. Het ziekenhuis is de tent van een hulporganisatie en Orhan Qerimi is niet bijna dood, maar springlevend. Gisteren, zegt hij, was hij met zijn vriend op bezoek geweest bij kennissen in het Macedonische vluchtelingenkamp Stenkovec. Dat deden ze vaker; zelf verblijven ze bij een Albanese familie in een dorp verderop. Na het bezoek hielden ze een taxi aan, die hen naar de Nederlandse ambassade moest brengen, want Orhan Qerimi heeft een uitnodiging van een Nederlandse gemeente.

Na vijftig meter ging het mis. Macedonische politiemannen hielden hen aan, vroegen naar hun documenten. Qerimi en zijn vriend hadden die documenten niet bij zich en werden daarop uit de taxi gesleurd. Nee, ze hadden niemand geprovoceerd. De twee jongens werden geslagen en geschopt. Qerimi's vriend werd met iets scherps gesneden. Qerimi kon niet zien waarmee; hij lag al met zijn gezicht in het stof.

In Skopje heeft men op het ministerie van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de politie, twijfels. "Zulke verhalen doen steeds vaker de ronde", zegt het hoofd van het analyse-centrum, Stevo Pendarovski. Hij rept van slechts twee incidenten tussen Macedonische agenten en Kosovaarse vluchtelingen. Bij het eerste voorval werd een vluchteling aan de grens met een rubberen stok geslagen. "Helaas filmden CNN en BBC dat voorval", aldus Pendarovski. "Wij werden vervolgens afgeschilderd als barbaren." Bij het tweede voorval wilde een jongeman tegen de wil van agenten het kamp uit. "Hij werd opgepakt en teruggezet", zegt hij afgemeten.

Driehonderd politiemannen moeten de veiligheid en de orde in de acht vluchtelingenkampen in Macedonië bewaren. Het zijn er te weinig, vindt Pendarovski. De spanning stijgt en zal - bij oplopende wachttijden en temperaturen - tot uitbarsting komen. Maar van de hulp van een internationale politiemacht wil hij niets weten: "Dan zouden we onder curatele staan. Dat kunnen we niet accepteren. Wij hebben de leiding."

Veel vluchtelingen gaan hun achtste week in Stenkovec in. Ze zijn veroordeeld tot nietsdoen en mogen het kamp niet uit - daar zorgen de Macedonische agenten en een groot hek voor. "We willen voorkomen dat de mensen gaan rondzwerven", meent Pendarovski. "Ons land is berekend op ruim twee miljoen inwoners. We kunnen duizenden mensen extra niet aan." Bijna 90.000 vluchtelingen verblijven volgens de regering in kampen, 114.000 Kosovaren wonen bij families in huis en een geschatte 30.000 mensen hebben zich niet laten registreren. Er is nog een andere reden om de kampen af te sluiten. Pendarovski: "We willen voorkomen dat UÇK-leden in de kampen soldaten ronselen."

In de kampen denken vluchtelingen en hulpverleners daar anders over. "Dit is geen vluchtelingenkamp, maar een concentratiekamp", blaast een Amerikaanse arts. "Ze trekken prikkeldraad langs het hek. Prikkeldraad nota bene!" Op de heuvel van het kamp zegt Valdet Gashi uit Kosovo met stemverheffing: "De Macedoniërs haten ons. We kregen niet eens een glas water aan de grens. We stonden dagen in de regen bij de grensovergang Blace." Hij wijst op een jongen met flaporen. "Zijn grootmoeder is daar gestorven; de Macedoniërs stonden slechts vier familieleden toe haar te begraven." De jongen lacht verlegen.

De verveling is een oorzaak van de oplopende spanningen, de evacuaties zijn een andere. De luchtbrug naar Westerse landen leidt tot ruzies. "De mensen begrijpen niet waarom zij moeten blijven, terwijl een ander vertrekt. We proberen uit te leggen dat niet iedereen weg kan. Maar niemand wil degene zijn die achterblijft", zegt Victoria Lund van de VN- hulporganisatie UNHCR. De evacuaties leiden tot geruchten. Victoria Lund kent ze: vertalers zouden geld aannemen om vluchtelingen hoger op de eva cuatielijst te zetten, hulporganisaties zouden hun Kosovaarse vrijwilligers helpen het kamp uit te komen en Macedonische Albanezen zouden 's nachts over het hek klimmen en zich voordoen als Kosovaren om zo op de lijst te komen. Een Macedonisch reisbureau zou zelfs klanten, met hulp van de politie, het kamp binnenloodsen.

Bewijzen ontbreken, maar de Kosovaren houden de geruchten voor waar. "Een vertaler riep de ene dag nog de namen van de vluchtelingen om en vertrok de volgende dag zelf naar Duitsland. Zonder medische indicatie. Rara, hoe kan dat?", zegt Agim Haliti. De woede richt zich, behalve op de Macedonische politie en de 'corrupte' vertalers, steeds vaker op de internationale hulpverleners. "Zij zijn ook corrupt", zegt Valdet Gashi stellig. Op het ministerie van Binnenlandse Zaken uit ook Stevo Pendarovski kritiek. "Soms roepen hulpverleners de namen van vluchtelingen om voor vertrek. Maar de volgende dag roepen ze plotseling hele andere namen om. Dan staan die eerste mensen bepakt klaar en mogen ze niet mee. Die worden dan woedend." Eén keer, zo zegt Pendarovski, moest de politie hulpverleners ontzetten.

De UNHCR ziet vooralsnog gen oplossing. Victoria Lund: "We hebben de zaak nog niet onder controle." Het ministerie van Pendarovski heeft wel een idee: meer luchtbruggen en meer eten. "Eén tomaat voor drie mensen levert nu eenmaal ruzie op."

In het kamp reageren de jongens uit Kosovo zich af. Geruchten worden hier bewaarheid. Het verhaal van die Macedonische agent bijvoorbeeld. Hij zou zich hebben gestoord aan de gillende, spelende kinderen in het kamp en zou een vijfjarig meisje hebben gegrepen om haar vervolgens zo - Valdet Gashi maakt een wegwerpbeweging - in een greppel te gooien. Het meisje, zegt hij, overleed in het ziekenhuis. Of was ze alleen maar gewond, vraagt hij zijn vrienden. Die halen de schouders op. Niemand weet er het fijne van. Zoals zo vaak.

NRC Webpagina's
19 MEI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad