Compromis met Milosevic is uit den boze
William Pfaff
Kosovo is niet iets waar het volkerenrecht een antwoord op heeft. Het
zoeken naar een oplossing mag niet beperkt blijven tot het politieke
begrippenkader van etnische rivaliteit, soevereiniteit tegenover
rebellie of het verleggen van grenzen.
De kwestie-Kosovo onderscheidt zich in moreel opzicht. De Servische
campagne om een groot deel van de Albanese bevolking in Kosovo huis en
haard te ontnemen en te deporteren is van een barbaarse wreedheid die
buiten het vroegere Joegoslavië in West-Europa niet is vertoond
sinds de Tweede Wereldoorlog.
Slobodan Milosevic en zijn regering trachten hun Kosovaarse probleem op
te lossen via een fundamentele demografische verandering, namelijk de
deportatie van de Albanese bevolking, de overgrote meerderheid van de
bevolking in Kosovo.
Volgens bronnen in Duitse regeringskringen zijn de plannen om Kosovo van
zijn Albanese bevolking te zuiveren eind vorig jaar
opgezet onder de codenaam 'Hoefijzer'. De aanvankelijke opzet was het
Kosovo Bevrijdingsleger ( UÇK ) te verslaan of uit te schakelen.
Krachtens Servië's internationaal erkende, zij het hardhandige,
soevereiniteit over Kosovo was dit een legitieme doelstelling.
De eerdere operatie van de regering tegen het UÇK , vorig
najaar, waarbij 300.000 mensen op de vlucht werden gejaagd, was
onbevredigend verlopen. De gevluchte Kosovaren waren uiteindelijk naar
huis teruggekeerd, waarna het verzet van het UÇK weer was
verhevigd. Operatie Hoefijzer moest tot een definitieve oplossing
leiden, en ging van start nog voor het februari-overleg in Rambouillet,
dat door de Servische leiding niet serieus werd genomen.
Washington heeft Slobodan Milosevic tot voor kort behandeld als een
Balkanschavuit die onmisbaar was bij het oplossen van de door zijn eigen
beleid ontstane problemen. Bovendien is hij bij herhaling verkozen als
regeringsleider. En al ging bij de bewuste verkiezingen niet alles
volgens het boekje, door de uitslag is de legitimiteit van zijn ambt
moeilijk te loochenen. Dat feit is een onthutsend facet van de huidige
situatie.
Maar intussen hebben wij Milosevic allen ernstig onderschat. Zijn
besluit om grote delen van de Albanese bevolking uit hun huizen te
zetten en hen op een onverstelbaar brute wijze te verjagen - waarbij
terreur en waarschijnlijk, zoals eerder in Bosnië, ook massa-
executies niet zijn geschuwd - toont aan dat hij een morele fantasie
bezit die de vergelijking met Hitler en Stalin wettigt. Milosevic pakt
de dingen groot aan.
De humanitaire gevolgen van zijn daden interesseren hem niet. Hij is
omwille van zijn eigen macht doende niet alleen Kosovo maar ook
Servië zelf te verwoesten. Zijn optreden werpt een smet op de
immense verrichtingen die Europa in de afgelopen halve eeuw heeft
teweeggebracht: de verzoening van Europese volkeren en de
institutionalisering van die verzoening in de Europese Unie (en de NAVO
). Voor de onvergeeflijke daden die worden gepleegd in Kosovo is geen
plaats in dat moderne Europa.
De NAVO heeft daadwerkelijk in Joegoslavië geïntervenieerd,
uit een zeer geleidelijk gegroeide maar uiteindelijk doorslaggevende
morele verontwaardiging. Dit optreden mist het fiat
van de VN èn mist logische samenhang met het verleden. Ze heeft
een nieuwe koers ingeslagen, die echter niet zonder precedent is. Het
beginsel van de absolute soevereiniteit is recentelijk in een aantal
gevallen op losse schroeven gezet, onder meer door de oprichting van een
internationale rechtbank voor oorlogsmisdaden en door de vaststelling
van het recht op humanitaire interventie.
De huidige NAVO -actie zal nooit als precedent kunnen dienen wanneer de
uitkomst slechts een cynisch lesje blijkt te zijn over de uiteindelijke
ondergeschiktheid van unilateraal optreden aan de binnenlandse politiek.
Nog erger zou het zijn als de NAVO verraad zou plegen aan het
humanitaire beginsel door een compromis te sluiten met president
Milosevic, die daarmee impliciet de overwinnaar zou zijn.
Er moeten gronden worden geformuleerd voor weloverwogen
internationale interventies bij flagrante schendingen van het internationaal moreel fatsoen. Dat is een moeilijke en potentieel
gevaarlijke opgave. Toch lijkt de internationale gemeenschap, zij het
aarzelend en met vallen en opstaan, op weg te zijn naar zo'n code. Een
soort precedent, ontoereikend maar niettemin tekenend, was de
interventie van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid in de gruwelijke en onzinnige slachting die plaatsvond in Liberia.
Om als les voor de toekomst te kunnen dienen, moet de NAVO -interventie
in Servië slagen. Ze mag niet worden beëindigd voordat de
vluchtelingen zijn teruggekeerd en een voorlopig akkoord ter bescherming
van Kosovo in werking treedt, in afwachting van een algemeen
bevredigende regeling voor de Balkan waarbij in Belgrado een andere
regering zetelt en er een aanklacht wegens oorlogsmisdaden loopt tegen
Milosevic en zijn verantwoordelijke collega's. Het is een zware opgave,
maar de regeringsleiders van de NAVO- landen hebben reeds gezegd dat ze
zich dit hebben voorgenomen. En dus betekent iedere afbreuk daaraan een
algehele mislukking.
William Pfaff is columnist.