Tito is leermeester van Milosevic
De NAVO-planners hebben volgens The Wall Street Journal Amerikaanse
militaire tekstboeken uit de jaren zestig opgediept om de lessen van
Tito's militaire strategie te bestuderen.
Door onze redacteur PETER MICHIELSEN
ROTTERDAM, 19 APRIL. Waarom heeft 's werelds machtigste militaire
bondgenootschap weken nodig om een klein land als Joegoslavië op de
knieën te dwingen? Waarom kunnen de NAVO-piloten vanaf vijf
kilometer hoogte een flessendop raken - maar moet die NAVO steeds weer
toegeven er na drie weken van bombarderen nog lang niet te zijn?
Voor een deel ligt het antwoord bij de architect van het
Joegoslavië dat sinds 1991 niet meer bestaat: Josip Broz Tito. Hij
heeft zijn land voorzien van een defensiestrategie die afstand nam van
het axioma dat 's lands verdediging de taak is van het staande leger.
Die les trok Tito in de Tweede Wereldoorlog. In april 1941 viel
Duitsland Joegoslavië aan. De Duitsers bombardeerden Belgrado
(24.000 doden, plus de duizenden die nooit zijn teruggevonden) en het
Joegoslavische leger werd al na luttele dagen verslagen. De strijd werd
voortgezet door partizanen, die nooit werden verslagen. Integendeel:
uiteindelijk bleek Tito's ultra-mobiele raffelleger zelfs in staat
Joegoslavië zonder andere dan materiële hulp van de
geallieerden hun eigen land te bevrijden. De les: tegen een
oppermachtige vijand brengt in een bergachtig en dichtbebost land als
Joegoslavië een staand leger weinig in, maar een guerrilla des te
meer.
Na de oorlog ontwikkelde Tito in zijn blokvrije Joegoslavië op
basis van die les een eigen defensiestrategie, die berustte op twee
componenten: het staande leger en de territoriale defensie. Dit systeem
werd in de jaren zestig, en vooral na de Sovjet-inval in
Tsjechoslowakije in 1968, geperfectioneerd (en overigens overgenomen
door het Roemenië van Nicolae Ceausescu). Na een aanval van een
oppermachtige vijand en de onvermijdelijke nederlaag van het staande
leger zou de partizanenstrijd moeten ontbranden, vanuit de bevolking. Er
werd een systeem opgezet om die bevolking daartoe in staat te stellen:
alle volwassenen kregen periodiek militaire training. Iedereen wist wat
hem of haar na een invasie te doen stond. Tot in de verste uithoeken
van het land werden geheime wapendepots ingericht. In tegenstelling tot
het federale leger, dat onder centraal commando in Belgrado stond, werd
de Territoriale Defensie (TD), de potentiële volksmilitie dan wel
partizanenmacht, op het niveau van het dorp, de stad, het district, de
regio en de deelrepubliek opgezet.
In 1990 en 1991, toen het oude Joegoslavië uiteenviel, leidde dit
dubbele defensiesysteem overigens tot grote problemen, omdat het
federale leger - op de hand van de Serviërs - wilde voorkomen dat
in deelrepublieken die zich dreigden af te scheiden, Slovenië en
Kroatië, de TD (gecommandeerd door de zogenaamde 'separatisten')
zich meester zou maken van de wapens van de TD en de TD zou worden
omgevormd tot een eigen nationaal leger. De tiendaagse Mickey Mouse-
oorlog tussen het federale leger en de Slovenen ging in 1991 niet alleen
om Joegoslavië's buitengrenzen, maar ook om de wapens van de
Sloveense TD. Het dubbele defensiesysteem had meer consequenties. Tito
vestigde wapen- en brandstofopslagplaatsen, luchtdoelgeschut en
wapenfabrieken op de meest onherbergzame en de minst toegankelijke
plekken in zijn land: diep verborgen in de bergen van Servië,
Montenegro, Bosnië en de Krajina. De hardware werd
gedecentraliseerd. Vliegtuigen werden gestationeerd in hangars die in de
bergen waren uitgehouwen, in natuurlijke grotten, in atoomvrije
schuilkelders of in onopvallende hangars bij snelwegen, die konden
worden afgesloten en als start- en landingsbaan dienst konden doen.
Tanks en zwaar geschut werden op soortgelijke wijze verborgen, tot in
bunkers in woonwijken toe. Veel grote fabrieken kregen een geheime
militaire afdeling, zoals de Zastava-fabrieken in Kragujevac
(herhaaldelijk door de NAVO gebombardeerd) waar auto's maar ook
machinegeweren en ander militair materiaal werden gemaakt.
Milosevic, zo schreef vorige week The Wall Street Journal op
basis van gesprekken met Westerse defensiedeskundigen, maakt volop
gebruik van de defensiehandboeken van Tito. Het uitgangspunt van Tito
is de vijand nooit te weerstaan op zijn eigen niveau: de NAVO-campagne
is dan ook nooit uitgelopen op grote luchtgevechten tussen NAVO-
toestellen en Joegoslavische MiGs en het Joegoslavische
luchtdoelgeschut is nauwelijks ingezet. De hardware is verstopt, om de
NAVO onzeker te maken en haar tot een zeer lange campagne te dwingen,
uit te putten en wellicht intern te verdelen. Zo heeft de NAVO in de
eerste weken van de campagne veel minder vernietigd dan ze had
verwacht, gehoopt en aangekondigd. Tevens hebben de Serviërs hun
aanvallers in het ongewisse gelaten en van tijd tot tijd verrast met
wisselende acties waartegen zonder grondtroepen weinig te doen is,
zoals de uitdrijving van honderdduizenden Kosovaren of de periodieke
beschietingen van de buurlanden, acties die de NAVO én die
buurlanden handenvol werk bezorgen en de buurlanden in hoge mate
destabiliseren. Geen wonder dat, zoals The Wall Street Journal stelt,
de planners bij de NAVO de Amerikaanse tekstboeken uit de jaren zestig
weer te voorschijn hebben gehaald, waarin Tito's concepten staan
opgetekend.