Als ik mijn ogen dicht doe zie ik een zwart masker
Het lot beslist in uren: een uit Kosovo gevlucht gezin met een
gevaarlijk zieke baby kan van een Macedonisch kamp worden overgebracht
naar een ziekenhuis in Frankrijk.
Door onze redacteur CEES BANNING
STENKOVEC, 19 APRIL. Met holle ogen valt hij de tent binnen van de
Franse artsen. ,,Mijn baby. Mijn baby. Hij wordt helemaal blauw.'' Jean
Sebastien Marx en Thierry Houssaye pakken hun tassen en klauteren over
heuvels van het vluchtelingenkamp Stenkovec op weg naar de tent waar
Ilir Qorolzi verblijft met zijn vrouw Sabrije. In een grote Franse
legertent zitten in de ene hoek een paar oude vrouwen en oude mannen
zachtjes te praten. In een andere hoek slaapt Shkilqim, de twee jaar
oude zoon van Ilir en Sabrije. De jonge vrouw is opgelucht wanneer ze de
witte jassen met opschrift 'Samu mondial' ziet.
De artsen stellen snel de diagnose: een infectie aan de luchtwegen
waardoor de twee maanden oude baby moeilijk kan ademhalen en vaak moet
overgeven. In een normale omgeving een onschuldige aandoening, maar in
een tent waar twaalf mensen bivakkeren levensgevaarlijk.
De moeder wikkelt baby Lirim in doeken, de vader maakt zijn zoon wakker en ze gaan op weg naar de tent van de Franse artsen.
Onderweg belt Marx met de zaktelefoon; hij probeert het jonge gezin
vandaag nog op een vlucht naar Parijs te krijgen. ,,Het moet lukken;
hier gaat de baby dood'', zegt de arts.
In de tent van de artsen begint het wachten. Kinderpsychiater Michel
Grape stuurt mensen die willen roken weg; Sabrije geeft de baby de borst
en Ilir vertelt hun verhaal. Ze woonden in de omgeving van Ferizaj, een
plaats ten zuiden van de Kosovaarse hoofdstad Pristina. Op 2 april
aan het eind van de middag reden Servische paramilitairen door het
Albanese dorp. Ze hadden een half uur om hun huis te verlaten. Terwijl
tanks op de heuvels verschenen vluchtten de dorpelingen. Aan de rand
van het dorp werden ze tegengehouden door zwartgemaskerde,
zwaarbewapende Serviërs. De baby kreeg een loop tegen de slaap; het
tweejarige zoontje kreeg een mes op de keel. ,,Waar is het UÇK,
waar is het UÇK'', brulde een zwart masker. Ilir kon alleen maar
zwijgen; hij heeft geen enkele connectie met het Kosovo
Bevrijdingsleger. Na vijf minuten lieten ze zijn zoontje los; sindsdien
probeert hij zijn vader niet meer uit het oog te verliezen.
Na een paar kilometer scheidde een tweede Servische patrouille de mannen
van de vrouwen en de kinderen. Paspoorten, geld en goud werden
geconfisqueerd. De twee groepen werden ieder een bos ingejaagd aan weerszijden van de weg. Na een paar honderd meter volgden
schoten links en rechts van de weg. De achterblijvers, onder wie de
vader en moeder van Ilir, zijn dood. ,,'s Nachts zijn we teruggegaan en
hebben we ze samen met drie buren begraven'', vertelt hij met zachte
stem; zijn vrouw wendt het hoofd af.
De mannen en vrouwen hielden zich ruim tien dagen schuil in de bossen.
Toen ze een grote groep vluchtelingen zagen naderen, sloten ze zich
daarbij aan. Afgelopen vrijdag staken ze bij Blace de grens over en
werden ze ondergebracht in het vluchtelingenkamp Stenkovec. Twee nachten
hebben ze niet geslapen. ,,De baby is ziek en huilt, de ouwe mannen
snurken, en wanneer ik mijn ogen dichtdoe zie ik een zwart masker met
kille ogen en een satanische lach'', zegt Sabrije.
Na vier uur wachten komt het verlossende telefoontje: ze kunnen naar
Parijs. Ilir rent naar de tent om hun twee tassen te halen; Shkilqim van
twee zet het op een brullen. Grape blaast van een rubberhandschoen een
ballon en tekent er een lachend gezicht op. Het mag niet baten. Pas als
zijn vader hem optilt is Shkilqim stil en gaat hij spelen met de ballon.
Het gezin zit als eerste in de bus op weg naar het vliegveld van Skopje.
Als de bus in de vroege avond wegrijdt holt een meisje van tien jaar
erachteraan met in haar hand de bolle rubberhandschoen. ,,Shkilqim,
Shkilqim, je vergeet je ballon.''