Gesprek met Peter Nadás
'Konrád schaadt democratie'
De Hongaarse schrijver
Nadás neemt zijn collega Konrád diens standpunt over
Kosovo zeer kwalijk.
Door onze correspondent RENÉE POSTMA
GOMBOSSZEG, 17 JUNI. Peter Nadás heeft zich niet voor niets
verstopt in het uiterste zuidwestelijke hoekje van Hongarije, op een
dikke drie uur reizen van Boedapest. In Gombosszeg, een dorpje van
één straat waar je uit bent voor je erin bent, heeft hij
de rust gevonden om te doen wat een schrijver moet doen: schrijven. "Ik
vind niet dat schrijvers een speciale rol hebben in de samenleving. Ze
moeten leven en schrijven en de rest overlaten aan specialisten", zegt
de schrijver van onder meer Het boek der herinnering. Maar aan
schrijven komt Nadás sinds een maand of twee nauwelijks meer toe.
Zijn bureau ligt bezaaid met artikelen vóór en tegen de
oorlog in het naburig Joegoslavië. De uitspraken van collega
György Konrád voor de Berlijnse Akademie van kunsten, dat
je democratie niet met bommen kunt afdwingen en dat de internationale
politici zich moeten laten behandelen, hebben Nadás ontketend.
Het gaat niet alleen om Joegoslavië, maar ook om Hongarije.
Nadás verwijt Konrád dubbelzinnigheid en onkunde.
Dubbelzinnigheid omdat hij eerst de toetreding van Hongarije altijd
openlijk heeft gesteund, en vervolgens afstand nam van de NAVO-
bombardementen tegen Joegoslavië. Onkunde omdat hij het leed,
aangericht door die bombardementen, gelijk stelt met het spoor van
vernieling dat Slobodan Milosevic al tien jaar door het voormalig
Joegoslavië trekt.
Nadás: "In de eerste dagen van de oorlog kwam ik er ook niet
helemaal uit. Hongarije was nog maar twaalf dagen lid van de NAVO en
toen was het oorlog. Wij zijn vanwege onze minderheden in
Joegoslavië en andere landen, juist heel erg kwetsbaar in deze
regio. Konrád was toch voor het NAVO-lidmaatschap. Als hij echt
zo pacifistisch is als hij zich nu voordoet had hij indertijd moeten
zeggen dat Hongarije neutraal had moeten blijven. Als je die
verantwoordelijkheid niet neemt, dan is de democratie verloren. Als een
democraat zichzelf toestaat er twee tegengestelde meningen op na te
houden, is het hek van de dam."
Nadás' zacht-blauwe ogen worden steeds feller als hij bij de kern
van zijn betoog komt. De twee meningen van Konrád stammen
volgens Nadás uit de communistische dictatuur toen je openlijk
het ene zei en privé het andere. "Daar gaat het namelijk om. Om
te voorkomen dat we van onze lauwwarme dictatuur eenzelfde lauwwarme
democratie maken. Want onduidelijkheden verzwakken de democratie en in
deze regio voorspelt dat weinig goeds. Nederlandse collega's kunnen
zich veroorloven om zich terug te trekken en na te denken, ik doe dat
zelf ook het liefst, maar in deze zaak moet ik gewoon duidelijk
stelling nemen. Daar is het te belangrijk voor. We hebben nu alweer 10
jaar democratie zonder fundamentele discussie. Daarom stel ik de vraag
of je in een democratie twee meningen kan hebben. En ik zeg, nee dat
kan niet. Het is geen kwestie van oorlog of vrede maar of je daar twee
of één mening over hebt. Dan kun je pas
discussiëren. Als je er twee hebt kan dat niet. Dat bedoel ik met
een lauwwarme democratie".
Ook de opmerking van Konrád dat je met bommen geen democratie
maakt, vindt Nadás te gemakkelijk. "Als de geallieerden in de
Tweede Wereldoorlog niet zouden hebben gebombardeerd, zouden wij beiden
nu niet in de gelegenheid geweest zijn om te discussiëren. Ik vind
dat tragisch. Wij zijn allebei joods. Konrád zegt altijd dat hij
zijn leven dankt aan goede mensen. Maar ik dank mijn leven aan het feit
dat mijn ouders in het verzet hebben gezeten en de verschrikkingen van
het fascisme niet wilden accepteren. Goedheid noch verzet waren
voldoende geweest als de geallieerden niet met hun bommen gekomen
waren". Het gaat om de jonge democratie Hongarije, de regio, zijn
minderheden en de historie. De levensgevaarlijk mix waar iedere Midden
Europese intellectueel zich bewust van is. Waar ook Konrád zich
op beroept in het gewraakte artikel en waar Nadás zich zo over
opwindt. "Konrád is met de jaren een beroeps Midden-Europeaan
geworden. Hij was één van de weinigen in Midden Europa met
echt plausibele meningen, maar nu is hij beroeps geworden. Hij
argumenteert niet, maar verkondigt. Zo geeft hij aan dat volkeren als
de Albanezen in Kosovo eigenlijk helemaal geen recht hebben op
onafhankelijkheid of zelfbeschikking. Maar dat wordt natuurlijk
weersproken door het handvest van de Verenigde Naties en de verklaring
voor de rechten van de mens. Het is heel mooi dat iemand aan zijn
tuintafel bepaalt dat de Albanezen geen zelfbeschikkingsrecht hebben,
maar dat is volkenrechtelijk gewoon niet waar.' Een schrijversstrijd dus
van tuintafel tot tuintafel, van het ene mooie plekje aan het
Balatonmeer waar Konrád woont, tot het andere mooie plekje
honderd kilometer zuidelijker. Overigens heeft Konrád laten
weten niet met Nadás in debat te willen omdat hij niet polemisch
van aard is. Ook in de Hongaarse pers leeft het debat nauwelijks.
Kenmerkend, noemt Nadás dat voor de Hongaarse maatschappij.
"Sinds de dictatuur bestaat hier geen solidariteit en geen mening. Dat
zijn twee wezenlijke kenmerken. Ik krijg brieven uit het buitenland
maar niet van landgenoten. Niemand wil hier stelling nemen".