Clark geeft details
NAVO: wèl succes in luchtoorlog
BRUSSEL, 17 SEPT. NAVO-
bevelhebber Wesley Clark heeft met gedetailleerde opgaven getracht de
indruk weg te nemen dat de NAVO-luchtaanvallen tijdens de 78 dagen
durende oorlog om Kosovo niet bijzonder effectief zijn geweest.
Clark zei gisteren in Brussel te betreuren dat sommige Westerse media
hebben geloofd in de Servische propaganda. Hij produceerde cijfers
waaruit moet blijken dat ongeveer eenderde van alle legervoertuigen van
de Serviërs in Kosovo bij de luchtaanvallen werd uitgeschakeld.
Daarmee zijn de resultaten ruwweg gelijk aan die welke de NAVO aan het
eind van de oorlog meldde, aldus de generaal.
Volgens de NAVO-cijfers zijn bij de bombardementen 93 tanks, 153
pantserwagens, 339 militaire voertuigen en 389 stuks artillerie
uitgeschakeld. Clark zei niet teveel werk te willen maken van het
inventariseren van de schade, maar wel de plicht te voelen de feiten aan
het publiek voor te leggen.
Volgens de NAVO-studie is meer dan de helft van de 1955 door betrokken
piloten gemelde bominslagen bevestigd. Voor z'n bevestiging is een
uitlating van twee of meer getuigen nodig. Een inspectieteam van de
NAVO, dat vierhonderd plekken in Kosovo bezocht, trof de verwoeste
resten van 26 tanks aan. In 67 gevallen werden geen wrakstukken van
verwoeste tanks gevonden, maar in die gevallen bestaat volgens Clark wel
degelijk bewijs dat ze zijn uitgeschakeld. In zestig gevallen hebben
piloten voltreffers op tanks gemeld, maar konden niet voldoende bewijzen
worden gevonden. Aan het eind van de oorlog meldde de NAVO honderdtien
Servische tanks te hebben uitgeschakeld. Dat getal is nu naar beneden
bijgesteld naar 93. In plaats van 250 zijn er slechts 153 pantserwagens
getroffen en in plaats van 450 gemelde voltreffers op artilleriegeschut
waren er 389 voltreffers. Dat de aantallen lager zijn uitgevallen ligt
in een aantal gevallen aan het onvermogen, getuigenverklaringen te
vergaren, maar ligt in een aantal gevallen ook aan het feit dat sommige
getroffen doelen meer dan een keer waren geraakt. Ook kwam het voor dat
de Serviërs dummies bouwden die er vanuit de lucht als echte tanks
uitzagen en ook in de lijst van getroffen doelen als echte tanks waren
opgenomen.
Clark zei dat de NAVO niet heeft kunnen nagaan hoeveel Servische
soldaten of paramilitairen in de luchtoorlog zijn gedood. Hij zei wel
dat er in Kosovo op dit moment nog 97.000 Serviërs zijn, van de
200.000 die er woonden voor de oorlog. Het aantal van 97.000 is drie
keer zo groot als het aantal waarvan tot nu toe is uitgegaan.
Volgens Clark heeft de Joegoslavische president Milosevic in juni aan de
eisen van de internationale gemeenschap voldaan omdat hij zich
realiseerde dat de NAVO op het punt stond een grondoorlog te ontketenen.
De opperbevelhebber zei gisteren ook dat hijzelf al in april bij de
politieke leiders van de NAVO heeft aangedrongen op de voorbereiding van
zo'n grondoorlog. (Reuters, AFP, AP)