VN worstelen met smokkel in Kosovo
In Kosovo liggen de
staatsbedrijven nagenoeg stil, maar neemt zowel de handel als de
smokkel toe. Een VN-douane moet uitkomst bieden. Maar de handicaps zijn
enorm.
Door onze redacteur YAËL VINCKX
MORINA, 17 AUG. De medewerkers van de Verenigde Naties zijn het er nog
niet over eens. Is Kosovo een zorgenkind of een uitdaging? Het openbaar
bestuur en de voormalige Servische staatsbedrijven zijn knock-out
geslagen, de stroom valt regelmatig uit, de telefoons werken alleen
binnen de stad, de betalingen aan artsen en leraren komen moeizaam op
gang, evenals de uitbetalingen aan pensioengerechtigden. Maar de
economie bloeit in een razend tempo op.
De Kosovo-Albanezen zijn de tekorten uit de eerste dagen na de komst van
de multinationale vredesmacht KFOR, half juni, al bijna vergeten. Toen
vroegen ze buitenlanders vooral om sigaretten, olie en suiker. Nu hebben
de winkels hun olie en suiker tot ver op de stoep uitgestald en puilen
de straten uit van de honderden sigarettenverkopers.
In hoog tempo zijn handelaren en ritselaars uit de buurlanden
Macedonië en Albanië het de facto internationale protectoraat
Kosovo binnengekomen, met in hun kielzog tientallen hulporganisaties. Op
dit moment zijn bijna 200 non-gouvernementele organisaties actief in
Kosovo. Hun vrachtwagens met hulpgoederen vormen, samen met de
volgeladen bestelbusjes en personenauto's van de handelaren, lange rijen
voor de Kosovaarse grensovergangen.
Die ongecontroleerde binnenkomst is het VN-bestuur een doorn in het oog.
Kosovo loopt op deze manier miljoenen guldens aan invoerrechten mis; de
VN zagen vorige maand tijdens een proef op een van de grensovergangen
voor twee miljoen mark aan goederen voorbijkomen. Bovendien komt
smokkelwaar ongehinderd de grens over, vooral sigaretten zijn populair.
De VN besloten dan ook tot instelling van vier douaneposten aan de
Macedonische en Albanese grens. "Douanecontrole is een essentieel
onderdeel voor herstel van de Kosovaarse economie", heette het.
Zelf vinden de drie leden van de VN-politiemacht, die sinds begin
augustus op de Kosovaarse/Albanese grensovergang Morina staan, het woord
douane misplaatst. "We vergelijken de oude papieren met het kenteken",
zegt één van hen. Die controle is echter vaak onmogelijk,
want veel auto's en busjes rijden zonder kenteken rond. Die is er
afgeschroefd door de Serviërs of door de bestuurder zelf om zo de
douane te misleiden. Misprijzend schudt de douanier, door de Duitse
Bundesgrenzschutz uitgeleend aan de VN, zijn hoofd.
Het ontbreken van een importheffing steekt de douaniers. Het VN-bestuur
is wel van plan zo'n heffing in te stellen, maar worstelt nog met de
rechtsgrond. In Kosovo geldt immers nog altijd Joegoslavisch recht, mits
dit niet in tegenspraak is met internationale mensenrechten-verdragen.
De VN-grenswachten handelen in de tussentijd op eigen houtje. "Soms
stuur ik een auto vol met sloffen sigaretten terug naar Albanië.
Zoveel rookt niemand, zelfs jij niet, zeg ik dan. Waarschijnlijk worden
de sigaretten vervolgens via de bergpaden naar Kosovo gesmokkeld. Want
wie controleert die smokkelroutes?"
De smokkel van hout is volgens de douaniers een ander probleem. Grote
partijen hout gaan van Kosovo naar Albanië. Het is 'hulpverleners-
hout', zeggen de grenswachten. De Europese Commissie (belast met de
wederopbouw van Kosovo) en hulporganisaties brengen het hout via
Macedonië naar Kosovo voor de opbouw van de honderdduizenden
verwoeste huizen. Albanezen uit Albanië zouden het hout vervolgens
stelen of confisqueren en naar Albanië brengen voor de verkoop.
"Maar we kunnen niks bewijzen, want het hout is niet gestempeld", aldus
de Duitse douanier.
Omgekeerd zouden Albanezen uit Albanië partijen goedkoop hout naar
Kosovo smokkelen om het te verkopen aan vluchtelingen die te lang op het
'hulpverleners-hout' moeten wachten. De smokkelaars kunnen niet worden
aangepakt, want hun identiteit is niet vast te stellen. "Ze doen zich
meestal voor als Kosovaren, wier papieren tijdens de NAVO-bombardementen
door de Serviërs zijn verscheurd." Van persoonscontrole is dan ook
nauwelijks sprake.
Deze gang van zaken heeft de woede gewekt van de Serviërs, met name
van oppositieleider Vuk Draskovic. De VN werken actief mee aan een
Groot-Albanië door Albanezen uit Albanië ongehinderd de grens
met de Servische provincie Kosovo te laten passeren, vindt hij. "Tja",
zegt de Duitse douanier. "Wij kunnen zien noch horen of het om een
Albanees uit Kosovo of Albanië gaat."
Van de Albanese douaniers verwachten de VN geen medewerking. De
corruptie onder hen is groot; in Albanië betalen politieagenten
geld voor een baan aan de grens om vervolgens forse steekpenningen te
vragen. Aan de grensovergang Morina eisen de Albanezen 170 mark per
vrachtwagen, aldus een VN-douanier. Betaalt de chauffeur niet, dan komt
hij er niet door. Vorige week zou een chauffeur hebben geweigerd. Hij
gaf vol gas, de Albanese douaniers sprongen op de wagen en schoten met
hun pistolen in de lucht om de chauffeur tot stoppen te dwingen. Zo kwam
de truck op de VN-grenspost afgereden. De Duitse grenswacht gebaart naar
de overgang. "We zijn hier nog lang niet klaar."