NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

Draskovic wil flirt met bewind vergeten


Wie leidt de Servische oppositie? Vuk Draskovic, opposant van het eerste uur, sloot zich eind vorig jaar plotseling bij het regime van Slobodan Milosevic aan, dat hem in april vervolgens ontsloeg. Nu wil hij de oppositie weer gaan leiden. Maar dat gaat de rest van de Servische oppositie duidelijk te ver.

Door onze correspondent RENÉE POSTMA

BELGRADO, 17 JULI. Zonder een spier te vertrekken heeft Vuk Draskovic deze week definitief het Milosevic-kamp verlaten en opnieuw zijn vertrouwde positie van oppositieleider betrokken. "Niemand heeft meer geleden onder Milosevic dan ik, niemand heeft de binnenkant van zijn gevangenissen en de harde hand van zijn politiemensen zo gevoeld als ik." De leider van de Servische Vernieuwingsbeweging (SPO) zette een dikke streep onder zijn flirt met het regime - het vice-premierschap van de Joegoslavische federatie was hem al in april ontnomen - en wenst van nu af niet meer aan zijn recente verleden herinnerd te worden. Ook niet aan recente uitspraken dat Milosevic nog een laatste kans moest krijgen om zich te bewijzen. "Wij vechten al tien jaar tegen dit bewind", aldus een van zelfbewustzijn blakende Draskovic. Met een elegante sprong is de charismatische leider van de SPO helemaal terug in het oppositiekamp. Zij het voorlopig uitsluitend in zijn eigen oppositiekamp. Want van samenwerking met de brede Alliantie voor Verandering wil hij niets weten. Zeker niet zolang zijn aartsrivaal Zoran Djindjic - 'de landverrader die de oorlog in Montenegro heeft uitgezeten' - en de man die Draskovic in 1997 als burgemeester van Belgrado wipte, kort nadat beiden maandenlang samen in de straten van Belgrado hadden betoogd, in die Alliantie de dienst uitmaakt.

De strijd tussen de twee kemphanen van de Servische oppositie leidde deze week al tot weinig verheffende taferelen. Nauwelijks had Draskovic aangekondigd dat hij zijn campagne tegen Milosevic zaterdag zou beginnen in de midden-Servische stad Kragujevac, waar de SPO en de DP samen regeren, of Djindjic stak hem de loef af. Donderdag al deed het oppositiecircus van de Alliantie Kragujevac aan. In een poging het initiatief voor het protest bij de Alliantie te houden nodigden de sprekers Draskovic in alle toonaarden uit om zich vooral bij de Alliantie aan te sluiten.

Maar andersom probeerde Draskovic net zo goed Djindjic vliegen af te vangen door zich naar Griekenland te haasten, precies een dag voordat Djindjic zich daar had aangemeld. De betrekkingen met de Griekse regering zijn voor beide oppositieleiders van groot belang omdat ze de weg naar Europa kunnen openen.

De terugkeer van Draskovic in het anti-Milosevic kamp kan grote gevolgen hebben voor het protest dat langzaam maar zeker in Servië op gang begint te komen. De charismatische Draskovic, de ras-Serviër, is als geen ander in staat om de massa's te bespelen en in beweging te brengen. Niet helemaal zonder grond verklaarde hij deze week op een persconferentie dat zijn SPO de kern heeft gevormd van alle verzet tegen Milosevic sinds het begin van de jaren negentig. En ook al heeft hij de afgelopen tijd een merkwaardige scheve schaats gereden binnen het door hem zo gehate regime, hij blijft voor een groot deel van de Serviërs oppositieleider nummer één. En ook volgens politieke analisten in Belgrado kan hij het verschil vormen tussen het incidentele protest van nu en een mogelijk massaal verzet in de nabije toekomst. De onvrede onder de Servische bevolking is gigantisch. Na bijna drie maanden oorlog is het land uitgeput. Kosovo is zo goed als verloren, werk is er nauwelijks meer en perspectief op enige verbetering nog veel minder. De toestand schreeuwt om een charismatische leider die tot de verbeelding spreekt. Aan die verwachting kan de filosoof Djindjic met zijn brede, maar vooral ook diffuse Alliantie voor Verandering op dit moment nog niet echt voldoen. De Alliantie beschikt ook over onvoldoende middelen om de bevolking te bereiken, anders dan op de protestbijeenkomsten die nu dagelijks gehouden worden.

Draskovic daarentegen heeft niet alleen het charisma maar ook een eigen televisiestation, Studio B. De hele week al worden daar spotjes uitgezonden met oproepen om deze zaterdag naar Kragujevac te komen voor het begin van het 'echte' protest tegen Slobodan Milosevic.

Draskovic zou de doorslag kunnen geven, maar volgens dezelfde politieke analisten hier in Belgrado zou hij met zijn tomeloze ambitie net zo goed de hele protestbeweging van dit moment te gronde kunnen richten. Wil het protest tegen Milosevic kans van slagen hebben dan moet de oppositie zich aaneensluiten. Draskovic echter wil alleen met de andere oppositiebewegingen samen gaan op voorwaarde dat hij de onbetwiste leider wordt. Iets wat voor Djindjic en de anderen die na de grote protesten van 1996-1997 door Draskovic zijn gemarginaliseerd, volstrekt onaanvaardbaar is. De vraag is daarom wie van de huidige oppositieleiders de komende dagen over zijn eigen schaduw kan en wil springen. De demonstranten die zich dagelijks in toenemende mate op verschillenden plaatsen in het land verzamelen en petities tegen Milosevic ondertekenen, lijkt het weinig uit te maken wie de nieuwe baas wordt. Zolang er maar enig zicht is op het einde van de uitzichtloze dictatuur.

NRC Webpagina's
17 JULI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad