Groepen paramilitairen deden vuile werk in Kosovo
Door onze redacteur PETRA DE KONING
PODGORICA, 17 JULI. Servische
paramilitaire groepen werkten in Kosovo, tijdens de NAVO-
bombardementen, nauw samen met het Joegoslavische leger en politie-
eenheden. Leger en politie omsingelden Albanese dorpen, de para-
militairen deden het vuile of gevaarlijke werk. Ook in de steden waren
het vooral paramilitairen die Albanezen wegjoegen of doodden, de huizen
plunderden en in brand staken.
Dat zeggen Servische paramilitairen die zich hebben teruggetrokken in de
Servische deelrepubliek Montenegro, in gesprekken met deze krant.
De paramilitairen hielden tussen de dertig- en tweehonderdduizend Duitse
mark over aan de plunderingen. Ze kregen een deel van de opbrengst van
de geroofde goederen of ze werden op eigen verzoek uitbetaald in drugs.
De zuivering en verwoesting van Kosovo was volgens hen grondig
voorbereid. Hun commandanten hadden lijsten van rijke Albanezen, van
Albanezen die gearresteerd of gedood moesten worden en van dorpen -
vooral in het midden en westen van Kosovo - die volgens de commandanten
volledig verwoest moesten worden omdat het Kosovo Bevrijdingsleger
UÇK zich er zou hebben gevestigd. Een paramilitair die zich had
aangesloten bij de 'Frenki's', vooral actief in het westen van Kosovo,
zegt dat hij opdracht kreeg om in die dorpen ook vrouwen, kinderen en
oude mannen te doden. Zij zouden verantwoordelijk zijn voor de
'aanvoerlijnen' naar het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK.
Zakenman en bendeleider Arkan had volgens de paramilitairen zo'n
zestienduizend man naar Kosovo gestuurd. Hij had de rijkste Albanese
families en de beste wijken van een stad of dorp voor zichzelf
'gereserveerd', de andere paramilitaire groepen bleven uit de buurt.
Zelf heeft Arkan steeds ontkend dat zijn Tijgers in Kosovo waren. In de
gevangenis, vertelt een van de paramilitairen, werden gedetineerden
geronseld om voor Arkan te vechten.