Een dag te vroeg naar huis terug
SRBICA, 17 JUNI. Terwijl
Servische troepen zich terugtrekken uit Kosovo, gaat het moorden door.
Dinsdagochtend nog executeerden Servische soldaten Kadri Koliqi voor de
ogen van zijn dertienjarige dochter Adile. Kadri Koliqi had met het
Kosovaars Bevrijdingsleger een jaar lang gevochten voor
onafhankelijkheid.
Om het geweld te ontvluchten hadden Koliqi en zijn
vijf kinderen zich vanaf 20 maart schuilgehouden in het Berisha
gebergte. Dinsdag maakte Koliqi de fout samen met zijn kinderen de
schuilplaats te verlaten om terug te keren naar hun huis in het dorpje
Obrinje. Hij verkeerde in de veronderstelling dat de aanwezigheid van
NAVO-troepen een garantie vormde voor een veilige terugtocht. Met een
geweer om zijn schouder en een pistool in zijn holster gingen Koliqi en
zijn familie op pad.
Toen ze een schijnbaar leegstaand huis passeerden werd de groep in het
Servisch aangesproken door militairen. Verstijfd van angst bleef de
familie staan. Een kort intens gesprek tussen Koliqi en de soldaten
volgde, waarop Adile's vader werd ontwapend. Adile kon niet verstaan
wat haar vader besprak. Ze heeft nooit les gehad in de Servische taal
omdat Kosovaarse Abanezen uit protest tegen de Servische onderdrukking
zich in 1989 hebben teruggetrokken uit het openbaar onderwijs. "Mijn
vader probeerde weg te komen omdat hij wist dat ze hem zouden gaan
neerschieten", zei Adile. Te laat. Hij werd beschoten, vanaf het balkon
en vanaf de rand van de weg. Later, toen de tranen langs haar wangen
stroomden, vertelde Adile dat haar vaders bloed langs de weg naar
beneden liep. De laatste woorden van Kadri Koliqi waren in het
Servisch. Adile weet niet wat haar vader zei.
LAT-WP News Service