Tien redenen om de oorlog tegen Servië te stoppen
Thomas Mertens
Er bestaan voor het kabinet veel goede redenen - van juridische,
morele en utilitaire, zo men wil immorele, aard - om te stoppen met zijn
bijdrage aan de militaire acties gericht tegen de federale republiek
Joegoslavië en om er bij de bondgenoten op aan te dringen datzelfde
te doen.
1. Artikel 90 van de Grondwet gebiedt het kabinet de ontwikkeling van de
internationale rechtsorde te bevorderen.
Door in te stemmen met de eenzijdige NAVO -acties ondermijnt het kabinet de legitimiteit en de
effectiviteit van de Verenigde Naties.
2. De acties van de NAVO missen een volkenrechtelijke grondslag op
basis van het handvest van de Verenigde Naties. Niet alleen is de
Veiligheidsraad buiten spel gezet, maar ook is geen poging ondernomen om
een resolutie te verkrijgen van de Algemene Vergadering.
3. Met het interne conflict tussen de diverse bevolkingsgroepen binnen
Joegoslavië is geen economisch of militair-strategisch belang van
de Westerse alliantie gemoeid.
4. De belangen van de Westerse landen zijn gediend met goede
betrekkingen met het Rusland.
5. Het staat niet onomstotelijk vast dat de diplomatieke middelen om het
conflict op de lossen waren uitgeput. Bovendien zijn de ingezette
middelen niet adequaat gebleken voor het doel.
6. De aanwezigheid van het 'tu quoque'-argument: niemand staat sterk
wanneer hij aan een ander verwijten maakt en hem daarvoor straft,
terwijl hij dat veroordeelde gedrag zelf vertoont.
7. Het argument van de humanitaire interventie is niet erg sterk. De
belangrijkste rechtvaardiging voor interventie wordt aan het leerstuk
van de rechtvaardige oorlog (volgens sommigen een contradictio in
terminis) ontleend. Tot die traditie behoort ook een
goede afweging van middelen en doelen. Zeker op de korte termijn hebben
de middelen, het doen van luchtaanvallen, niet bijgedragen aan het
lenigen van humanitaire nood. Zelfs wie de drogreden kent: post hoc non
est propter hoc, moet constateren dat de humanitaire ramp zich minstens
ook heeft voltrokken vanwege de bombardementen. Pas nadat alle
waarnemers en pers zich wegens die (dreiging met) bombardementen uit
Kosovo had teruggetrokken, ontstond de mogelijkheid tot een
grootscheepse etnische schoonmaak.
8. Opnieuw het argument van de humanitaire interventie: wie de etnische
schoonmaak had willen voorkomen, had bereid moeten zijn om grondtroepen
in te zetten. Iedereen kan weten dat criminele regimes met
luchtaanvallen alleen niet ten val kunnen worden gebracht.
9. Het effect van de bombardementen werkt averechts: de nationale
oppositie tegen Milosovic is verdwenen en het volk schaart zich achter
de leider. Zelfs verlichte Serviërs schrijven nu zinnen als de
volgende: ,,Kosovo ist ein Teil des serbischen Territoriums und Urgebiet
unseres Staates, die wahre Quelle unseres Volkes und unseres Geistes.''
Bovendien wordt de relatieve stabiliteit van Montenegro en de omringende
landen ernstig bedreigd, waardoor een serieuze kans bestaat dat het
conflict zich uitbreidt en onbeheersbaar wordt.
10. Nu is er geen weg meer terug. Waarom eigenlijk niet? Waarom zou er
geen adempauze kunnen worden ingebouwd, zodat met volle kracht naar een
diplomatieke oplossing, in samenspraak met Rusland, kan worden gezocht?
Geldt niet het spreekwoord: beter ten halve gekeerd, dan ten hele
gedwaald?
Thomas Mertens is docent rechtsfilosofie aan de Katholieke Universiteit
Nijmegen.