Gele Rijders in Orahovac
Kosovaren in Nederland startklaar
Kosovo is 'bevrijd', de
gevluchte Kosovaren, ook die in Nederlandse opvangkampen, popelen om
terug te gaan. 'Ik denk er dag en nacht aan'.
Door HARM VAN DEN BERG en ANDRÉ RITSEMA
ARNHEM/DEN HAAG, 15 JUNI. Zijn moeder zit op een ijzeren bed te wachten
op de dokter, zijn vrouw veegt de vloer en de baby ligt om zich heen te
kijken in het babybedje. Een bedompte kamer van vier bij vier meter, dat
is de afgelopen maand het onderkomen geweest van Shkëlzen Elshani,
een 27-jarige politie-agent uit Pristina. Nu is hij blij, zegt hij, dat
het toch nog vrede is geworden in Kosovo en dat hij binnenkort naar
huis kan. "Als het er nog staat, tenminste. Ik denk er dag en nacht
aan."In de voormalige Saksen Weimarkazerne in Arnhem, verblijven in
totaal 411 Kosovaren. De eerste groep van 150 mensen kwam hier aan op
20 mei, twee andere groepen volgden op 22 en 30 mei. Allen afkomstig
uit vluchtelingenkampen in de omgeving van de Macedonische hoofdstad
Skopje. Elshani is blij en dankbaar met de opvang, zo haast hij zich te
zeggen. Er is eten en drinken, slaapgelegenheid, sportfaciliteiten, er
zijn Albanese kranten. Juist vandaag worden er schotels
geïnstalleerd waarmee een Albanese zender kan worden ontvangen.
Ondanks alle goede zorgen wil hij zo snel mogelijk naar huis.
De televisie in zijn kamer vertoonde de afgelopen dagen beelden van
terugtrekkende Servische troepen. En omdat hij als één van
de weinigen een woordje Engels spreekt, kwam iedereen naar hem toe. Wat
is er aan de hand, Elshani? En Elshani legde uit dat er vrede kwam, dat
het eindelijk vrede zou zijn. "De mensen zijn allemaal heel erg blij
dat het voorbij is." Maar hij vertelt het met een sombere ondertoon.
Want hoe zullen ze het land straks aantreffen? Hoe zullen de huizen
erbij staan, wat is er geworden van de familieleden die achterbleven?
Hij zag op tv ook de massagraven. "We weten niet wat we moeten
verwachten." Zijn huis bijvoorbeeld, een groot vrijstaande woning in
het centrum van Pristina. "Er is door mijn vader, door mijn broers en
door mij in totaal vijftien jaar aan gebouwd. Stel je voor dat het is
platgebrand, dat zou verschrikkelijk zijn."
In het afgelopen weekeinde is het laatste vliegtuig met Albanese
Kosovaren op Schiphol aangekomen en met hen keerden ook de medewerkers
van de Immigratie- en Naturalisatiedienst terug. In totaal zijn er
sinds april van dit jaar 4.060 vluchtelingen uit Kosovo naar Nederland
overgebracht, zegt een woordvoerder van Vluchtelingenwerk. De eerste
groep van rond de tweeduizend Kosovaren kwam al in april in ons land
aan. Ze werden opgevangen in de centra Ermelo en Ter Apel en daarna
naar reguliere opvangcentra doorgestuurd. Vandaar is een aantal weer
vertrokken naar woningen in diverse plaatsen.
De selectie van deze groep vluchtelingen is uitgevoerd door de
medewerkers van de IND, die daarbij voorop stelden dat de overkomst in
familieverband zou geschieden. Aanvankelijk was het de bedoeling om in
het bijzonder hulpbehoevende, bejaarde of zieke Albanezen naar
Nederland over te brengen, maar tijdens het verloop van de actie is dat
uitgangspunt aanzienlijk verbreed. Deze 'speciale' groep heeft een
tijdelijke verblijfsvergunning ontvangen. " Over pakweg zes maanden gaan
we de situatie opnieuw beoordelen, omdat de vergunning dan eindigt. De
vraag is dan of de situatie zo verbeterd is dat de mensen al terug
kunnen", zegt de woordvoerder van het ministerie. Volgens haar is er
nog geen beleid ontwikkeld voor de terugkeer van deze groep. In
Duitsland gebeurde dat destijds met de Bosnische vluchtelingen opvallend
georganiseerd met wekelijks speciale vluchten. "Zoiets hebben we nog
niet eerder gedaan, daar zal nog overleg voor nodig zijn", aldus de
woordvoerder. Behalve de vierduizend uit kampen gehaalde vluchtelingen,
zijn er in de afgelopen maanden nog eens honderden vluchtelingen uit
Kosovo op eigen kracht naar Nederland gekomen, de laatste tijd waren
dat er zo'n dertig per week. Die zijn zoals dat heet in de reguliere
asielprocedure terecht gekomen en in vrijwel alle gevallen hebben ze
ook een tijdelijke vergunning ontvangen. In de afgelopen jaren zijn al
10.000 asielzoekers uit Kosovo naar Nederland gekomen, van wie een
groot deel in woningen in diverse gemeenten werd ondergebracht. De
Kosovaar Elshani is nog altijd erg onder de indruk van de dingen die hij
meemaakte voordat hij in Arnhem werd opgevangen. "Ik heb twee dagen
zonder eten rondgelopen, ben beschoten en bestolen door de Servische en
de Macedonische politie. Ook door Macedoniërs, ja. Maar ik weet
wie het zijn, en waar ze wonen." Zijn moeder, zegt Elshani, is door
alle problemen en moeilijkheden in twee maanden tijd dertig kilo
afgevallen. "Dat is veel, hoor", zegt hij.
In een brief van 31 mei heeft Vluchtelingenwerk er de medewerkers van
het ministerie van Justitie nadrukkelijk op gewezen dat de overkomst in
familieverband niet altijd is gelukt. Een aantal gezinnen is hier
incompleet gearriveerd en pas later ontdekte men dat vader of moeder,
al of niet met een deel van de kinderen, nog in een kamp in
Macedonië of Albanië verbleven dan wel naar een ander land
waren overgebracht. Vluchtelingenwerk heeft gevraagd die situatie te
herstellen, maar volgens Justitie is het onwaarschijnlijk dat dit nog
gebeurt.
De Kosovaren in Arnhem zijn ondergebracht een voormalige kazerne, rond
een open terrein met een voetbalveld, wat speeltoestellen voor
kinderen, een pingpongtafel. Nefi Krasniqi gaat op een bankje in de zon
zitten. De 35-jarige jurist uit Pristina is ook blij met de vrede. Net
als Elshani en net als de meeste andere Kosovaren wil hij zo snel
mogelijk terug. "Ik schat dat negentig procent naar huis wil. Binnen
één of twee weken terug, dat zou mooi zijn." De zorgen
zijn op het gezicht van Krasniqi af te lezen. Hij vraagt zich af of het
mogelijk is op een normale wijze in Kosovo te leven. "De Serviërs
die Milosevic niet als hun leider zien, mogen wat mij betreft gerust
blijven. Ik denk dat we wel naast elkaar kunnen wonen en leven."
ORAHOVAC, 15 JUNI. Een konvooi van Nederlandse militaire voertuigen,
waaronder vijf 155 millimeter houwitserkanonnen van het 11de
artilleriebataljon, de Gele Rijders, is gisteren vanuit Prizren
aangekomen op het vliegveld van Orahovac. Op en bij de landingsstrook
van ongeveer vijfhonderd meter zijn de Nederlanders begonnen met het
bouwen van een kampement. De vijf houwitsers zorgen voor vuursteun en
bescherming van Duitse en Nederlandse eenheden. De komst naar Orahovac
verliep ongehinderd. De Nederlanders hebben nog enige moeite met de
onzekere situatie in het zuiden van Kosovo, waar Servische militairen
en burgers langzaam naar het noorden trekken en het Kosovo
Bevrijdingsleger UÇK en burger-Albanezen op zoek zijn naar
wraak. Zondag was al duidelijk dat de KFOR-aanwezigheid in het zuiden
van Kosovo nog niet 'robuust' genoeg is om de Serviërs af te
schrikken. Ook tussen Prizren en Orahovac zijn nog maar weinig NAVO-
militairen. Vrijwel alle huizen in dit gebied zijn vernield en in brand
gestoken. Langs de weg liggen rottende karkassen van koeien en schapen.
Prizren lijkt, vergeleken met de dorpen in de omgeving, nauwelijks
aangetast door het geweld. Rond de stad zijn er veel etnische
zuiveringen geweest, zoals mogelijk blijkt uit de ontdekking van een
huis met twintig verbrande lijken vanmorgen door Nederlandse militairen.
De afdelingscommandant, de overste Ton van Loon, zou gistermiddag
overleg voeren met onder anderen de Servische burgemeester van Orahovac
over de situatie in de stad om een oplossing te vinden voor de komende
en gaande vluchtelingenstromen en de terugtrekking van de Serviërs.
Momenteel verblijven zo'n 3.000 Serviërs en 6.000 Albanezen in
het gebied. Het aantal Servische militairen en politieagenten is nog
onbekend. De Serviërs hebben twee blokkades opgeworpen met tanks.
Dat leidde niet tot een confrontatie met de Nederlandse militairen.
(ANP)