Stuur auto's naar de Balkan
Jaap Boerdam
Knuffels, laptops, opvouwbare
huizen, batterijen, identiteitskaarten, gameboys, spijkerbroeken,
lipstick en vult u zelf dit lijstje van strategische hulpgoederen maar
aan. Hoe slechter het geweten, hoe creatiever de Nederlander in zijn
goedgeefsheid wordt. De edele kunst van de liefdadigheid zijn we
gelukkig nog steeds niet verleerd. En buiten dat, we hopen natuurlijk
ook dat zo'n bombardement van materiële aandacht de verhitte
gemoederen in het oorlogsgebied een beetje tot bedaren zal brengen. Dat
bijvoorbeeld de Servische intellectueel, blij verrast met een oude
laptop uit de grachtengordel, al zijn tijd in dit nieuwe speeltje steekt
en zijn nationalistische gedachtespinsels voorlopig laat voor wat ze
zijn. En dat het in de weer zijn met zo'n hightech uitklaphuisje de
wraakgevoelens bij de gevluchte Kosovaren zal temperen.
Het uitdelen van geschenken heeft altijd al een apaiserende werking
gehad op een vijandelijke bevolking. Heel wat missionarissen,
zendelingen en ontwikkelingswerkers redden er hun leven mee. En het
wereldwijde succes van de liberale levenshouding zou ook niet mogelijk
geweest zijn als er eerst niet rijkelijk met spiegeltjes, kralen, T-
shirts, hamburgers en waterkrachtcentrales gestrooid zou zijn. De
beschaving begint in alle gevallen met een gift.
Ook in de Balkan.
De vraag is alleen wat we daar precies moeten uitdelen. De
knuffels, de laptops en de spijkerbroeken hebben tot nu toe nog geen
zichtbaar resultaat gehad. Ook het uitstrooien van een cyrillische
versie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens boven de
Servische linies hielp niet. Ik denk daarom dat we het verstandiger
moeten aanpakken.
Als we het civilisatieproces er werkelijk vooruit willen helpen, moeten
we dieper in de buidel tasten en auto's sturen.
Honderdduizenden gratis auto's. Liefst van een Duits merk. Audi's,
Mercedessen, BMW's, Porsches, dat spul en dan vooral de duurdere
modellen.
Ik denk dat dat helpt.
Natuurlijk, een laptop is een stuk goedkoper en makkelijker te
verschepen. Maar zo'n stuk schootelektronica is in die contreien nog
lang geen echte mannendroom. De Duitse auto is dat wel. 0m
cultuurhistorische redenen vormt het bezit van een Mercedes de
vervolmaking van een Balkanees mannenleven. Albanees, Kosovaar,
Macedoniër, Serf, dat maakt niet uit, vanaf zijn zestiende wordt
hij verteerd door een groot verlangen eens, met de driepunt trots op de
glanzende grille, het eigen erf op te draaien.
Nu is het zo dat de Balkanbewoner niet de enige is die door dit
verlangen voortgedreven wordt. In feite kun je alle Oost-Europeanen gek
maken door ze zo'n prachtig stuk Duitse automobieltechniek voor te
houden.
De ineenstorting van het communisme is achteraf alleen maar te begrijpen
als een direct gevolg van de beroerde kwaliteit van de eigen
autoindustrie. Toen in de jaren tachtig de socialistische arbeider bijna
tot aan zijn pensionering moest wachten op zijn eigen Trabant, zolang
was de levertijd geworden van dat pruttelende zoethoudertje, hield hij
het niet langer en verschafte hij zich eigenhandig toegang tot de West-
Europese occasionmarkt. De duizenden aldaar bemachtigde Duitse loop -en
sloopauto's werden in een trotse karavaan terug naar huis gereden. Er
kon eindelijk gesleuteld worden aan een echte auto, aan een echte
droom. Eentje die je nooit meer in de steek zou laten. Zo begon de
pacificatie van het Oosten en veranderde de wereld.
Ik geef het toe, het is een wat eng-materialistische kijk op de
geschiedenis, maar het valt niet te ontkennen dat de gebieden op aarde
waar de minste gewapende conflicten voorkomen, ook net die gebieden zijn
waar het aantal kwaliteitsauto's per hoofd van de manlijke bevolking het
hoogst is. Dat komt omdat zo'n auto het ideale beschavingsinstrument is.
Veel meer dan het boek, het kunstwerk, of het universitair diploma, de
traditionele tools of civilization, verschaft de auto zijn
bezitter een sterk gevoel van eigenwaarde en grote persoonlijke
vrijheid, en dwingt hem tegelijkertijd tot vooruitdenken en rekening
houden met anderen. Zeker als de eigenaar zich op de weg begeeft. Het
rijden in een eigen Mercedes of Porsche is daarom niet alleen een
hedonistisch genoegen omdat het eigen ik een ererondje maakt, maar
tegelijkertijd een training in matiging en affectdemping omdat men ook
weer onbeschadigd thuis wil komen.
Dat is de paradox van de kwaliteitsauto, en daarin ligt zijn
civiliserende werking. En anders dan dat bij boeken en kunst het geval
is, hoeft de bezitter niet tot een maatschappelijke bovenlaag te behoren
om er ten volle profijt van te hebben.
Naar mijn inschatting zal het effect van gratis Duitse auto's in de
Balkan gigantisch zijn. Nationalisme, folklorisme, vechtlust,
rassenwaan, al dat soort collectieve emoties verdampen vanzelf als de
Servische boer en zijn Albanese collega de airconditioning van hun Audi
2000 aanzetten.
Pas als ze daar op uitgekeken raken, wordt het tijd om laptops te
sturen.