Kosovo Conflict
Nieuws
Achtergrond
Nasleep
Conflict
Vluchtelingen
Etnische zuivering
Internet en Media
Links
|
Oorlog staat blijkbaar geen menselijk gebaar
toe
Renée Postma
Dejan Jankovic mag niet naar
Nederland. Woensdag kreeg hij van de Immigratie- en Naturalisatie
Dienst te horen dat hij niet in aanmerking komt voor een visum. Zijn
broer Zoran Jankovic, die al sinds het begin van de jaren negentig in
Nederland woont, mag zijn zwaar zieke broer Dejan niet meenemen. Hij
valt niet binnen de heersende richtlijnen voor visumaanvragers uit de
Joegoslavische federatie. Visa worden alleen verstrekt aan eerste
graadsfamilieleden (ouders of kinderen) en Kosovo-Albanezen.
De 31-jarige Dejan heeft een ernstige nierziekte en moet driemaal per
week een dialyse ondergaan. Normaal gesproken gebeurde dat in het
Obrenovac-ziekenhuis in Belgrado. Iedere keer vijf uur lang. Maar sinds
het begin van de NAVO-bombardementen heeft het ziekenhuis het regime
veranderd.In plaats van de voorgeschreven vijf uur werd de dialyse
beperkt tot drie uur. Hij werd steeds zieker omdat zijn lichaam het
nieuwe dialysetempo niet kon bijhouden. Maar hij was al blij dat de
dialyse tenminste voortgang vond. Toen de NAVO de stroomvoorziening zelf
onder vuur begon te nemen trad een nieuwe fase in. Het dialyseapparaat
moest worden aangesloten op een aggregaat die veertig liter dieselolie
per uur opslurpt. Dejan, en zeven andere nierpatiënten die telkens
gelijktijdig gedialyseerd werden, kregen te horen dat hun dialyses niet
langer gegarandeerd konden worden. De diesel is nodig voor het leger.
De patiënten moeten zichzelf maar zien te reden. Intussen was Zoran
Jankovic al druk bezig om zijn broer naar Nederland te halen. Zoran is
niet alleen Nederlands staatsburger maar ook geheel ingeburgerd in
Nijmegen waar hij werkt voor een technisch bureau. Hij vluchtte aan het
begin van de jaren negentig weg uit het verstikkende Joegoslavië
van Slobodan Milosevic en bouwde een eigen bestaan op in Nederland.
Logisch dus van Zoran om zijn broer Dejan onder deze omstandigheden naar
Nederland te willen halen. Zoran vulde alle mogelijke formulieren in,
bestookte de betrokken instanties met verzoekschriften en reisde in
afwachting van een definitief besluit alvast naar Boedapest af om zijn
broer op te halen. Joegoslaven kunnen namelijk zonder visum wel naar
Hongarije reizen. In Belgrado wist Dejan een plaats op de bus naar
Boedapest te bemachtigen en kwam, vergezeld van zijn zus, halfdood in
Hongarije aan. De bus had een enorme omweg moeten maken omdat de
bruggen over de Donau verwoest zijn. In afwachting van het Nederlandse
visum hebben Hongaarse artsen hem tot dusver drie keer gedialyseerd.
Over geld wordt niet gezeurd. Dejan, die met krukken moet lopen omdat
hij niet meer op zijn eigen benen kan staan, is er zeer ernstig aan toe.
Voor de ambtenaren van de IND is dat echter geen reden hem een visum te
verstrekken. "Hij zit toch goed daar in Hongarije?" Maar Dejan zit
helemaal niet goed in Boedapest. Zijn broer, die nu alles voor hem
regelt, moet vroeg of laat weer terug naar Nederland wil hij zijn baan
niet verliezen. Dejan heeft niemand in Hongarije en hij spreekt de taal
niet. Hij mag in eerste instantie dertig dagen blijven. Daarna moet hij
terug. De Hongaren vangen hem voorlopig op maar niemand weet of er
eigenlijk wel een formele regeling is. En geld hebben de gebroeders
Jankovic al helemaal niet. Dejans bestaan was al niet te benijden
voordat de internationale gemeenschap besloot om in te grijpen tegen
Milosevic. Maar sinds het begin van de NAVO-bombardementen is zijn
bestaan hopeloos geworden. Zoran, die naar Nederland kwam om een nieuw
leven op te bouwen, kan hem niet helpen. Zelfs niet met zijn
Nederlandse paspoort. Het PvdA-Kamerlid Bert Middel noemde dat dezer
dagen voor het Radio-1 Journaal "misschien een beetje wrang" maar " daar
is nou eenmaal niets aan te doen." De Nederlandse samenleving heeft even
geen antwoord op een situatie waarvoor zij, in NAVO-verband,
medeverantwoordelijk is. De angst voor precedenten en de verwarring van
het moment winnen het kennelijk van het instinct om een menselijk
gebaar te maken naar een 31-jarige jongen die zich altijd tegen
Milosevic heeft verzet en die nu door ons militair optreden tegen
Joegoslavië letterlijk van zijn levensbron dreigt te worden
afgesloten.
Renée Postma is correspondent in Boedapest voor NRC
Handelsblad.
|
NRC Webpagina's
15 MEI 1999
|