Simitis populair, ondanks woede over NAVO
Griekenland is massaal tegen de
NAVO-luchtacties. Maar toch wordt de man die ze namens Grieklenland
binnen de NAVO goedkeurt, premier Simitis, steeds populairder.
Door F.G. VAN HASSELT
ATHENE, 15 MEI. "De Balkan heeft na deze crisis behoefte aan een
locomotief, die de ontwikkeling zal trekken. Griekenland kan die
locomotief worden en wij willen een wagon zijn aan de trein", aldus de
ooit fel nationalistische Ljubco Georgijevski, premier van
Macedonië, tijdens het zesde Balkanforum dat deze week in
Thessaloniki werd gehouden en was gewijd aan de wederopbouw van de
Balkan. De Albanese premier Pandeli Majko was daarbij aanwezig, terwijl
ook de Portugese eerste minister Antonio Gutierres in Noord-Griekenland
op bezoek was. Met hun Griekse collega Kostas Simitis waren de drie
regeringsleiders het erover eens dat Thessaloniki na het eind van de
oorlog 'hoofdstad' moet worden van het gebied dat zich bezighoudt met de
wederopbouw van de Balkan.
Het Atheense dagblad Eleftherotypía kwam met de
woedende kop 'Daar bloed, hier geld'. Maar de preoccupatie met 'de dag
erna' is wel een van de factoren die bijdragen tot het verschijnsel dat
de positie van premier Simitis in deze moeilijke periode eerder wordt
versterkt dan verzwakt.
Op zichzelf zou verzwakking in de lijn der dingen hebben gelegen. Op het
eerste gezicht lijkt de situatie voor de Griekse regering immers al
onhoudbaar. Er woeden bombardementen op een bijna verafgood
'broederland', bombardementen waartegen 96 procent van de bevolking zich
fel keert, maar die al enkele malen door de regering met handtekeningen
zijn gesanctioneerd, evenals het ermee samengaande olie-embargo.
Premier Simitis heeft het voortdurend over Griekenlands
'dubbelidentiteit'. Hij betreurt keer op keer de bombardementen,
registreert openlijk dat ze niet werken en richt zich de laatste dagen
tegen de suprematie van de Verenigde Staten, maar laat de kans liggen,
een veto in de NAVO uit te spreken. Nog dezer dagen heeft minister van
Defensie Tsochatzópoulos zich uitgesproken voor voortzetting van
de 'noodzakelijke' oorlog.
Maar in plaats dat men Simitis dubbelhartigheid verwijt en de val van
zijn regering eist, stijgt zijn populariteit, zodat zijn socialistische
partij PASOK, blijkens opinieonderzoek, inloopt op de rechtste
oppositiepartij Nieuwe Democratie, die een voorsprong van acht procent
leek te hebben. Zelfs de Euro-verkiezingen van 13 juni worden door de
regering nu weer met voorzichtig optimisme tegemoet gezien.
Hoe dit alles te verklaren? De woede over de bombardementen is
ongetwijfeld oprecht, maar daarnaast bestaat bij de bevolking de vrees,
op de een of andere manier rechtstreeks bij het conflict betrokken te
worden. Simitis staat voor een zekere veiligheid. Bij het oversteken van
de rivier moet men niet van paarden wisselen. En zijn argumentatie - als
we uit de NAVO en (uit de EU) treden, raken we geïsoleerd - gaat
niet in dovemansoren. Wat de NAVO betreft, preekt hij succesvol dat als
Griekenland uittreedt Turkije van dit vacuüm misbruik zal maken
door zich daar extra breed te maken.
In 1974 is Athene al eens onder de conservatieve regering-Karamanlis,
uit boosheid over de Atlantische passiviteit inzake Cyprus, uit het
militaire verband van de NAVO getreden. Drie jaar later heeft het zich
veel moeite getroost, daar in weer terug te komen. Daaraan worden de
Grieken nu weer keer op keer herinnerd. Zelfs de componist Theodorakis,
die de belichaming is geworden van het verzet tegen de bombardementen,
vindt dat zijn land in de NAVO moet blijven.
Wat de EU betreft, de Grieken betonen zich teleurgesteld over de
slaafsheid danwel machteloosheid van de EU ("Waar zijn de grote Europese
leiders gebleven?") maar zij willen, na zo veel offers, de trein naar de
Europese Monetaire Unie (EMU) toch niet missen nu het eindstation zo
dicht is genaderd. Bij het vooruitzicht hierop - en op de economische
hausse rondom het herstel van de Balkan waarbij Griekenland voorop zal
lopen - worden op de Atheense beurs steeds nieuwe records gebroken. Er
wordt al druk gesproken over een officieuze, Simitis-gezinde 'partij
van de beurs', te weten degenen die zich met aandelen bezig houden, nu
rond tien procent van de bevolking. Wat hier wordt genoemd de 'Agora'
(Maagd) stemde bij de laatste parlementsverkiezingen al op Simitis.
In zittingen van het Griekse parlement, gewijd aan de crisis, kon men
vrijwel uitsluitend woedende klanken opvangen, niet het minst van
voorzitter Kaklámanis, die verklaarde "zich te schamen Europeaan
te zijn". Maar het kwam niet tot een resolutie, laat staan tot een motie
van wantrouwen.
In het parlement van Grieks-Cyprus, dat met hetzelfde gewetensprobleem
worstelt, lag dit anders. Hier werd, nadat ook Nicosia zich bij het
embargo had aangesloten, met klein verschil een resolutie aangenomen
waarin wordt betoogd dat deze 'politiek van het brave jongetje'
nationaal schadelijk is. De regering van president Kliridis voert aan
dat zij zonder meer moet afstevenen op aansluiting bij de EU, en dat
alle andere gevoeligheden daarbij in het niet dienen te vallen. In
Athene roept Simitis ten aanzien van de EMU praktisch hetzelfde - hij
vat dit, tot nu toe succesvol, samen in zijn leus 'Griekenland
vóór alles'.