NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

Kosovaren lijken niet erg bezorgd over gevaar mijnen


Ter voorbereiding op hun terugkeer naar hun met mina bezaaide vaderland krijgen Kosovaarse vluchtelingen les in het herkennen van mijnen.

Door onze redacteur STEVEN DERIX

ERMELO, 14 JULI. Eksplodon - exploderen. Geen woord dat deze ochtend vaker wordt gebruikt door de Kosovaarse tolk Toni Racaj (22). Sergeant-majoor André Hogenberg spreekt van 'ontsteken', 'activeren' en 'tot ontploffing brengen', maar de mijnen-expert van de 101 Divisie Genie-groep uit Wezep is dan ook een specialist. Tolk Racaj heeft in zijn vertaling voor de circa dertig toehoorders in een tent van het Kosovaren Opvang Centrum (KOC) in Ermelo maar één uitdrukking nodig: 'eksplodon'. In bijna alle gevallen wordt de term vooraf gegaan door een ander albanees woord: mina.

Hoeveel mijnen er in Kosovo liggen, weet niemand, maar dat ze er liggen, is zeker. Op verzoek van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) zijn instructeurs van de landmacht daarom deze week begonnen met het geven van voorlichting aan de ongeveer vierduizend Kosovaarse vluchtelingen in Nederland. Mijnen-experts van de genie vertellen in sessies van ongeveer anderhalf uur over de gevaren van mijnen, booby traps, maar ook van niet-geëxplodeerde Servische mortiergranaten en NAVO-bommen. Volgens Defensie lijkt de les erg veel op de cursus mine awareness die aan het eigen personeel voor uitzending wordt gegeven. De vluchtelingen die hebben aangegeven op korte termijn te willen terugkeren naar Kosovo - mannen, vrouwen en kinderen - zijn het eerst aan de beurt.Sergeant-majoor Hogenberg heeft vaker met dit bijltje gehakt: zijn harde stemgeluid verraadt de stijl van de militaire instructeur. "Herstel", zegt hij als hij zich even verspreekt. De sergeant-majoor heeft ook ervaring uit de praktijk: twee jaar geleden ruimde Hogenberg mijnen in Bosnië, zo deelt hij zijn cursisten mee. Uit een overzichtje blijkt dat in Bosnië, net als overal, vooral burgers het slachtoffer worden van mijnen en andere explosieven. "Wij gaan proberen deze cijfers voor Kosovo naar beneden te krijgen", zegt Hogenberg. "Daarvoor is een stukje bewustwording van uw kant nodig. Want de oorlog is dan misschien over, het mijnen-verhaal zeker niet." Mijnen zijn er in alle vormen en maten, anti- personeelmijnen en anti-tankmijnen, rond of vierkant, van metaal of plastic (Hogenberg tikt met zijn aanwijsstok op een oefenexemplaar). Sommige gaan af als je erop stapt, andere worden door een 'struikeldraad' tot onsteking gebracht. Mijnen liggen ook niet altijd onder de grond: sommige worden geplaatst op een stok in het hoge gras. Als ze exploderen, vliegt schroot in alle richtingen. "Deze is dodelijk tot op honderd meter", zegt Hogenberg. De boodschap: mijnen zijn nauwelijks te herkennen en kunnen overal op de loer liggen. "Blijf op de verharde weg", zegt Hogenberg. "Kijk vooral naar wat anderen doen in Kosovo. Als een route niet wordt gebruikt, dan is daar een reden voor." Vooral de kinderen lijken gefascineerd door het verhaal. De oudere Kosovaren lijken minder geïnteresseerd. Buiten is het al benauwd, in de tent op het terrein van de KOC is het nauwelijks uit te houden. En hoewel instructeur Hogenberg zijn verhaal verluchtigt met een power point-presentatie en concrete voorbeelden uit de praktijk ("stel u rijdt met uw trekker over een akker") duurt de cursus lang, erg lang. Even gaat er een rilling door het publiek als Hogenberg op zijn presentatiescherm laat zien wat de gevolgen van een mijn kunnen zijn. Maar de instructeur klikt de kleurendia van een half-afgerukt been snel door - bewust, vertelt hij na afloop. "Er zijn ook kinderen bij."

Nazif Hysa heeft wel een verklaring voor het gebrek aan belangstelling. "De cursus is vooral nuttig voor de vrouwen", zegt de voormalig reserve- kapitein van het Joegoslavische Volksleger. "De mannen weten wat mijnen zijn. Ze hebben allemaal in dienst gezeten." De familie van het echtpaar Bytyqi telt twee mijnenslachtoffers, vertelt de 54-jarige Agi. "Een achterneef is omgekomen. Hij was twintig." Het huis van de Butyqi's in Klin is totaal afgebrand, zegt Agi, en hij laat foto's zien. Toch wil het echtpaar zo snel mogelijk terug naar Kosvo. Over de gevaren die hen daar wachten, lijken de twee zich niet veel zorgen te maken. Wat heeft hun zoontje Albert (9) van de cursus geleerd? "Dat mijnen groen zijn." Wat zou hij doen als hij er eentje tegenkwam? "Ik zou er zeker aankomen." Ouders Agi en Shale lachen onbezorgd.

NRC Webpagina's
14 JULI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad