Als Belgrado wil escaleren, dan in Macedonië
Inval Serviërs was strafactie
Servische troepen staken gisteren de grens met Albanië over en
bezetten een dorp. Tirana en de NAVO reageerden bezorgd.
Door onze redacteur PETER MICHIELSEN
ROTTERDAM, 14 APRIL. Even heerste gisteren de vrees voor een nieuwe fase
in de oorlog om Kosovo, die van de escalatie naar het buitenland:
vijftig Servische infanteristen staken de grens met Albanië over,
bezetten twee gehuchten en staken er een in brand. ,,Servië wil ons
de oorlog binnenzuigen'', concludeerde Tirana direct.
De vrees had zo zijn redenen. De Joegoslavische president, Milosevic,
heeft de afgelopen weken honderdduizenden Kosovaren op de vlucht
gejaagd, de grenzen met Albanië, Macedonië en Montenegro over.
Zijn eerste doel was zonder twijfel de 'etnische schoonmaak' van Kosovo,
een plan dat al enkele maanden in zijn la heeft gelegen (,,We kunnen
Kosovo binnen één week leegmaken'', pochte hij begin maart
tegenover de Duitse minister Joschka Fischer, die later heftig betreurde
hem niet serieuzer te hebben genomen). Maar duidelijk is dat Milosevic
de destabilisatie van de buurlanden door die zee van vluchtelingen op de
koop toe heeft genomen of zelfs - wat waarschijnlijker is - als
bijkomend voordeel heeft gezien. De inval van de Servische infanteristen
in de twee gehuchten in het noordoosten van Albanië versterkte gisteren even het vermoeden dat de verwachte escalatie
en internationalisering van de oorlog was begonnen. Maar het is nog
niet zover: de Serviërs trokken zich na enkele uren terug. En het
is ook niet waarschijnlijk dat Milosevic, ls hij op die escalatie uit
is, in Albanië begint. Niet omdat het Albanese leger zoveel
voorstelt, want de omvang van dat leger is na de golf van anarchie twee
jaar geleden teruggebracht van 70.000 tot 10.000 man, en ze zijn nog
slecht bewapend ook, met stokoude tanks en nog stokoudere vliegtuigen:
geen partij voor de Servische en Joegoslavische troepen.
Maar het bergachtige terrein in dit deel van
Albanië leent zich slecht voor oorlog. Bovendien zijn de troepen
van Milosevic door de NAVO-aanvallen te zeer verzwakt voor een grote
invasie.
Het is veel waarschijnlijker dat Milosevic zo'n op destabilisatie
gerichte escalatie in Macedonië zou beginnen. Niet met een grote
inval, maar met stoken, prikacties, provocaties en schermutselingen.
Macedonië is een staat op drijfzand. De regering, een coalitie van
Macedonische en Albanese nationalisten, is door de toevloed van meer dan
120.000 Albanese vluchtelingen ernstig verdeeld en verzwakt. De Macedonische meerderheid is geradicaliseerd uit vrees
voor een door de vele Albanese vluchtelingen in haar nadeel
verschuivend etnisch evenwicht. De Albanese minderheid radicaliseert van
de weeromstuit mee. Skopje reageert paniekerig en star en dumpt in
Nacht und Nebel-acties vluchtelingen over de Albanese grens of
zet ze tegen hun wil op vliegtuigen naar elders. Het wil de vluchtelin[-
]gen kwijt, zo snel mogelijk. En dat zet kwaad bloed bij de grote
Albanese minderheid. Als Milosevic het conflict wil laten escaleren,
leent het Macedonische kruitvat zich daar veel beter voor dan het
althans politiek redelijk stabiele Albanië. Ook het door zijn
felste binnenlandse criticus, Milo Djukanovic, geregeerde Montenegro, de
zusterrepubliek van Servië, komt eerder in aanmerking dan
Albanië. De combinatie van tienduizenden vluchtelingen uit Kosovo
en NAVO-bombardementen op doelen van het federale leger verhoogt de
interne onrust in Montenegro en verzwakt de positie van de pro-Westerse
Djukanovic dermate dat men er serieus rekening houdt met een coup ten
gunste van Milosevic.
Al met al ligt het voor de hand dat de Servische inval in Albanië
geen deel uitmaakt van een geplande escalatie van de oorlog naar het
buitenland, maar eerder een strafactie was voor de openlijke steun van
Albanië voor het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK, dat in het
noordoosten van Albanië bases en opleidingskampen heeft en vanuit
dat noordoosten Kosovo binnendringt.