KFOR onder vuur
DE AMERIKAANSE media spreken
discreet van de vredesmacht der Verenigde Naties in Kosovo als zij het
over KFOR hebben. In zekere zin is dat juist. Inmiddels bevinden zich
ook niet-NAVO-contingenten in deze formeel nog Joegoslavische provincie,
het Russische detachement als het meest omstreden. Ook is er een
mandaat van de Veiligheidsraad, zij het dat dit orgaan zich slechts
schoorvoetend en noodgedwongen bij het resultaat van de luchtoorlog
tegen Belgrado heeft neergelegd. Maar de hoofdmacht van KFOR opereert
toch onder direct NAVO-bevel en het is dan ook eerder de NAVO dan de VN
die wordt aangekeken op de vorderingen, of de afwezigheid daarvan, bij
het stichten en handhaven van vrede.
Van het zoveel mogelijk bewaren van een multi-etnische werkelijkheid in
Kosovo, na de vreedzame terugkeer van de Albanese vluchtelingen het
tweede doel van de interventie, komt al niets terecht. Het overgrote
deel van de Kosovaarse Serviërs is op de vlucht geslagen voor de
dagelijkse aanslagen, moordpartijen, brandstichtingen en intimidatie.
De rollen zijn omgekeerd sinds de honderdduizenden Kosovaarse Albanese
vluchtelingen uit de buurlanden en uit de Kosovaarse bergen zijn
teruggekeerd. In het voorbijgaan worden de zigeuners beschuldigd van
collaboratie met de Serviërs bij de uitdrijving van de Albanezen,
en worden dezen eveneens vervolgd. De verdenking bestaat bovendien dat
de terreur niet alleen voortkomt uit, verklaarbare, wraakgevoelens, maar
onderdeel is van een planmatige etnische zuivering van Kosovo. Dat zou
betekenen dat het UÇK zich niet houdt aan de afspraken die het
met de internationale instellingen heeft gemaakt.
EEN MAAND GELEDEN werd het opperen van de mogelijkheid dat Albanese
Kosovaren zich tegen KFOR zouden keren nog overgelaten aan notoire
zwartkijkers. Inmiddels valt er iedere dag wel een meer of minder
ernstig incident te registreren tussen Albanezen en de vredesmacht. In
Mitrovica vormen de Fransen een permanent belaagde buffer tussen de twee
bevolkingsgroepen. Een militair werd bij rellen zwaar gewond.
UÇK-leider Thaçi noemde vervolgens de Fransen arrogant en
ondemocratisch. In Kosovska Kamenica worden Russen regelmatig
beschoten. In Dobcrane moesten Amerikanen Russen ontzetten. Britten
raakten gisteren in de omgeving van de provinciehoofdstad Pristina in
een vuurgevecht met Albanezen die het op Serviërs hadden gemunt.
De VN is wel verweten, onder anderen door de Amerikaanse minister van
Defensie, dat zij te laat zijn met het oprichten van een internationale
politiemacht. Die kritiek is niet zonder grond. Maar de toenemende
gewelddadigheid van Albanese kant bewijst dat er meer aan de hand is.
Het zwaarbewapende KFOR dreigt verzeild te raken in een gewone
guerrilla die zich nog zou kunnen voortzetten als de laatste
Serviër Kosovo verlaten heeft. Want niet alleen lijken de
Albanezen onder leiding van het UÇK Kosovo 'Serviër-rein'
te willen maken, zij eisen ook, tegen de internationale bedoelingen in,
de onvoorwaardelijke onafhankelijkheid voor hun provincie op. En zij
tonen zich meer en meer bereid hun zin door te zetten, goed- of
kwaadschiks. Voor KFOR, en dus voor de NAVO, lijkt de beproeving nog
maar net begonnen.