De NAVO weet even niet wat ze eigenlijk wil
Na drie weken oorlog zoekt de NAVO naar antwoorden op diverse vragen:
Is Rambouillet dood? Wat voor Kosovo wil ze? Welke troepenmacht kan er
heen?
Door onze correspondent BIRGIT DONKER
BRUSSEL, 13 APRIL. Eensgezind herhaalden de negentien NAVO-landen
gisteren bij monde van hun ministers van Buitenlandse Zaken dat ze nog
steeds pal staan achter de luchtaanvallen op Joegoslavië en dat ze
doorgaan tot president Milosevic buigt. Maar het doel van hun militaire
operatie, die nu bijna drie weken duurt, is inmiddels verschoven. En de
plannen voor wat er moet gebeuren met Kosovo n de luchtactie zijn, in
de woorden van minister Van Aartsen, nog in ,,het vrij denken''
stadium.
De Turkse minister Cem gaf het gistermiddag onomwonden toe: ,,We weten
niet wat er gebeurt de day after de luchtactie.'' Cem bepleitte
dat nu een beleid wordt ontwikkeld om duidelijk te maken: welk Kosovo
willen we? NAVO-secretaris-generaal Solana erkende dat het akkoord van
Rambouillet, dat vorige maand alleen door de Albanese Kosovaren is
ondertekend en dat voorziet in een autonoom Kosovo in Joegoslavië,
,,niet meer het finale akkoord kan zijn na de gebeurtenissen van de
afgelopen weken''. Maar het belangrijkste op dit moment, aldus de
secretaris-generaal, is een ,,garantie voor de terugkeer van de
vluchtelingen''.
Daarmee is het doel verschoven van de NAVO-luchtactie. De inzet aan het
begin was het voorkomen van een humanitaire ramp, maar nu die
catastrofe zich inmiddels heeft voltrokken, is het terugdraaien van die
humanitaire ramp de inzet geworden. ,,De kern is nu de terugkeer van de
vluchtelingen in een veilige omgeving'', onderstreepte gistermiddag de
Duitse minister Fischer. Die terugkeer moet zo snel mogelijk gebeuren,
zei even later Solana, onder begeleiding van een internationale
troepenmacht. Maar ook wat betreft die troepenmacht lijkt het NAVO-
standpunt te veranderen. Werd aanvankelijk verzekerd dat een
vredesmacht pas naar Kosovo zou gaan als er een door beide partijen
ondertekend vredesakkoord lag, nu wordt gesproken van een troepenmacht
in een ,,omgeving die dat toestaat''. Op de vraag wat dat betekent,
wilde secretaris-generaal Solana gisteren niet antwoorden. Een NAVO-
functionaris zei later: ,,Dat moeten we bekijken op het moment dat we
licht aan het eind van de tunnel zien.'' Volgens de Britse minister
Cook zullen er geen grondtroepen naar Kosovo gaan die zich ,,een weg
naar binnen schieten''. Mogelijk wordt bedoeld dat de troepenmacht naar
Kosovo gaat op het moment dat de Servische troepen geen weerstand meer
kunnen bieden, hoewel dit nog enige tijd zou kunnen duren. Ook over de
structuur van de troepenmacht voor Kosovo wordt nu anders gesproken dan
drie weken geleden. In de zoektocht naar een oplossing voor het Kosovo-
conflict wordt weer meer gekeken naar een rol voor Rusland, dat
weliswaar deel uitmaakt van de Contactgroep voor voormalig
Joegoslavië maar dat is afgehaakt sinds de NAVO-luchtaanvallen. Om
Moskou nauwer te betrekken bij het vinden van de diplomatieke
oplossing, wordt niet langer gesproken van een ,,door de NAVO geleide
troepenmacht'' die moet toezien op de veiligheid in Kosovo, maar van
een ,,internationale troepenmacht'' waarbij in het midden wordt gelaten
wie deze leidt. Mogelijk wordt Rusland betrokken bij een Kosovo-
troepenmacht, KFOR, op dezelfde wijze als nu bij de vredesmacht voor
Bosnië, SFOR, die onder leiding staat van de NAVO maar een
speciale commandostructuur heeft voor Russische soldaten. Op de
middellange termijn is het doel van de NAVO, in de woorden van Fischer
en zijn Amerikaanse collega Albright, een ,,multi-etnisch Kosovo''. Maar
hoe dat Kosovo er bestuurlijk moet uitzien, is een open vraag nu
'Rambouillet' achterhaald is, of lijkt. Een verregaande vorm van
autonomie van Kosovo binnen de grenzen van Joegoslavië zou nu voor
de Kosovaren onaanvaardbaar zijn. ,, Milosevic heeft de grondslag van
Rambouillet veranderd door een etnische oorlog te voeren'', zei
Fischer. Albright zei dat de NAVO-ministers gisteren gediscussieerd
hebben over ,,een soort internationaal protectoraat''.
Onafhankelijkheid en deling van Kosovo zijn opties die volgens haar niet
worden overwogen. ,,Deling is in tegenspraak met een multi-etnische
maatschappij.'' De Belgische minister Derycke heeft voorgesteld van
Kosovo een internationaal mandaatgebied te maken. Zijn Franse collega
Védrine sprak van een ,,vorm van voogdij, uitgeoefend door de
internationale gemeenschap''. Hebben drie weken luchtacties de kans op
een oplossing voor de Kosovo-crisis eigenlijk wel dichterbij gebracht,
werd secretaris-generaal Solana gisteravond gevraagd. ,,De kans om een
grondige oplossing te vinden wel, ja'', antwoordde hij. Maar het is
duidelijk dat die oplossing nog lang niet is gevonden.