Peking wil zijn troeven uitspelen
Na de voltreffer op de Chinese
ambassade in Belgrado moet meer dan ooit rekening worden gehouden met
de wensen van Peking.
Door onze correspondent FLORIS-JAN VAN LUYN
PEKING, 12 MEI. China, dat vandaag met de terugkomst van de drie in
Belgrado omgekomen landgenoten in het hele land de vlag halfstok heeft
gehangen, is volgens regering in Peking zoveel schade berokkend, dat het
nu in de gelegenheid is om het Westen eisen te stellen. Een aantal van
die eisen zijn inmiddels bekend. Zo heeft Peking laten weten alleen
akkoord te gaan met een plan van de G-7 en Rusland voor de stationering
van veiligheidstroepen van de Verenigde Naties in Kosovo, indien de
NAVO haar bombardementen staakt. Zo niet, dan zal China zijn veto in de
Veiligheidsraad gebruiken om het plan te verwerpen.
Vorige week nog leek China zich, ondanks de aanhoudende kritiek op de
NAVO, voorzichtig achter het G-7 voorstel te scharen. Maar de aanval op
de ambassade, door China gepresenteerd als 'opzettelijk', en de in
Chinese ogen 'halfslachtige' verontschuldiging daarvoor, hebben het
land in een positie gebracht die zij zich al lange tijd wenst: het
wordt serieus genomen door de internationale gemeenschap en met name de
Verenigde Staten. Sinds het succesvolle bezoek van president Clinton,
vorige zomer, heeft China zich in toenemende mate in zijn hemd gezet
gevoeld. De Amerikaanse regering sprak keer op keer van een
'constructieve strategische samenwerking', maar volgens Peking was daar
weinig van te merken. De traditionele onenigheid over Taiwan en Tibet,
de mensenrechten en het handelstekort speelde telkens weer op, en nieuwe
kwesties voegden zich aan de lijst van knelpunten toe. Zo hebben de VS
China beschuldigd van diefstal van militaire geheimen, en zorgen
Amerikaanse plannen voor een militair verdedigingsschild (TMD) in Oost-
Azië voor groeiende irritatie. Bovendien ging Peking recentelijk
diep door de knieën tijdens het topoverleg over toetreding tot de
Wereldhandelsorganisatie (WTO), maar resulteerde dat niet in een
akkoord. Wat China echter vooral dwars zit, is dat het door de VS is
gepasseerd bij de beslissing over ingrijpen in Joegoslavië. Over
een aantal van deze kwesties, zo heeft Peking de afgelopen dagen via
diverse bronnen laten weten, wenst China nu opnieuw te onderhandelen.
Het heeft genoeg van de kritiek uit het Westen en het doen van
concessies zonder dat het daar zichtbaar voor is beloond. Om die reden
wenst de Chinese regering niet langer in te gaan op de eisen van de VS
en de Europese Unie die betrekking hebben op toetreding tot de WTO. En
volgens een goed geïnformeerde bron, vandaag aangehaald door de
Financial Times, eist Peking nu dat Taiwan buiten het
Amerikaanse defenensieplan voor Azië wordt gehouden. Voorts zouden
de VS de beschuldigingen over de spionagekwestie dienen in te trekken.
Hoewel het onwaarschijnlijk is dat de VS en de EU op alle eisen zullen
ingaan, is het duidelijk dat zij voorlopig meer dan voorheen rekening
moeten houden met China. Peking heeft al eerder laten zien dat het
ondanks "het gebrek aan respect voor China"(aldus de Chinese regering)
een hinderlijke factor kan zijn bij de uitvoering van plannen die het
Westen belangrijk acht. Eerder dit jaar gebruikte China zijn vetorecht
in de Veiligheidsraad om de stationering van een VN-veiligheidsmacht in
Macedonië te verhinderen. China sprak zich uit omdat
Macedonië diplomatieke contacten aanknoopte met Taiwan, het eiland
dat China beschouwt als een afvallige provincie.
Maar hoewel China nu triomfantelijk een aantal troeven in de hand heeft,
zijn deze toch minder sterk dan Peking zich zou wensen. Dat heeft
vooral te maken met de zorgelijke situatie in eigen land. De
economische groei vertraagt met een percentage van onder de 8 procent
steeds verder, in alle steden groeit de werkloosheid, corruptie tast
het hele maatschappelijke leven aan en de buitenlandse investeringen
zijn in het eerste kwartaal van dit jaar met 15 procent gedaald. China
rekent echter op een voortdurende investeringsstroom uit het buitenland
als brandstof voor zijn economie.
Het moet Peking de afgelopen dagen ongetwijfeld hebben verontrust dat
het niet in staat is zijn politieke grieven te scheiden van zijn
economische belangen. Want ondanks de informele verzekering van de
Chinese autoriteiten, dat het buitenlandse bedrijfsleven geen reden
heeft zich zorgen te maken, hebben al een aantal ondernemers uit het
Westen hun afspraken in China afgeblazen. Beelden van stenen gooiende
demonstranten en berichten over plunderende burgers die het hebben
voorzien op westerse bedrijven , hebben het buitenland ervan
doordrongen dat China nog altijd een onberekenbare maatschappij is. De
Franse investeringsbank Crédit Lyonnais besloot een belangrijke
conferentie in Peking in omvang te beperken. En afspraken die Duitse
bedrijven, waaronder Volkswagen en DaimlerChrysler, hadden gemaakt,
vielen in het water doordat het bezoek van de Duitse bondskanselier
Schröder vandaag aan Peking slechts een dag duurt en niet langer,
zoals oorspronkelijk de bedoeling was.