|
|
Terug naar necrologie Slavko Curuvija (12 april 1999) De dagen van Slobodan Milosevic zijn geteld Slavko Curuvija 11 augustus 1992 De benoeming van Milan Panic, de in Servië geboren Amerikaanse zakenman, tot premier van het uit Servië en Montenegro bestaande Joegoslavië, is het resultaat van de laatste poging van de Servische leider Slobodan Milosevic om zijn regime te redden. In juni van dit jaar raakte Milosevic de steun kwijt van de hele Servische elite en een groot deel van "de denkende Serviërs'. Het was duidelijk was dat hij in wezen al was gevallen, en dat het wachten was op iemand die hem dat zou meedelen. Maar toen maakte hij een opmerkelijke ommekeer: hij toverde Dobrica Cosic en Milan Panic uit zijn mouw, en bracht daarmee zijn politieke tegenstanders binnen Depos (Democratische Beweging van Servië) volledig in verwarring. Op dat moment was de politieke polarisatie in Servië totaal. Het leek alsof er maar twee mogelijkheden resteerden: massale straatdemonstraties die Milosevic ten val zouden brengen, of een tegenaanval van Milosevic en een of andere vorm van dictatuur. De meeste politieke analisten begonnen wel iets te zien in de pro-monarchistische Depos. Zelfs kroonprins Alexander, zoon van Peter II, de laatste Joegoslavische en Servische koning, dacht dat de tijd rijp was om naar zijn vaderland terug te keren. Hij deed dat juist op de Vidovdanski sabor, de grote vreedzame protestbijeenkomst op 21 juni. Drie maanden eerder had hij me in Londen gezegd: “Ik ga naar Servië terug en ik word koning - als en wanneer mijn Servisch volk me dat zal vragen.” In juni meende hij dat “zijn volk” hem riep. Hij kwam als kroonprins, maar na twintig dagen vol ontmoetingen en opruiende redevoeringen in zeer slecht Servisch vertrok hij ook als kroonprins, niet als koning. Milosevic heeft alle plannen van de nationale elite van Servië, de Servische orthodoxe kerk, de kritische intellectuelen en kroonprins Alexander de bodem ingeslagen, en de voorspellingen van alle waarnemers gelogenstraft. Simpelweg door op de proppen te komen met Cosic en Panic. Cosic werd door Milosevic geïnstalleerd als president van het nieuwe Joegoslavië - uitgerekend de man die als eminent en invloedrijk nationaal schrijver, als prominent figuur in de oppositie tegen Tito, als vader van het "moderne Servische nationalisme' en van "de Servische nationale optie' (die Milosevic op zijn eigen dilettantistische manier heeft getracht te verwezenlijken) voor veel Serviërs een alternatief voor Milosevic was geworden. In plaats van de straat op te gaan en een menigte van een miljoen mensen te vormen, groot genoeg om de dictator neer te halen, bleven de Serviërs thuis. Ze keken met hun sloffen aan naar de tv en zagen een onvoldoende grote menigte van rond honderdduizend mensen zeven dagen lang de straat op gaan. De benoeming van Cosic verzwakte de politieke polarisatie onder de Serviërs en verzwakte ook de aanhang van Depos. Velen gingen geloven dat Cosic in staat zou zijn het huidige Servische totalitarisme vreedzaam tot een democratie te transformeren. Net als Milosevic is Cosic een Servische nationalist. Maar hij is een verlichte, geen militante nationalist. Bovendien is Milosevic een bonapartist en Cosic is een democraat. En ten slotte is Milosevic een half-opgeleide apparatsjik van de voormalige Servische communistische partij, terwijl Cosic een intellectueel is die zich langdurig tegen die partij heeft gekeerd. En vervolgens kwam Milan Panic. Milosevic en Cosic werden het met elkaar eens dat de snel pratende “succesvolle Amerikaanse zakenman” Panic, die hardop zegt dat “James Baker mijn minister van buitenlandse zaken is”, wellicht zou kunnen bijdragen tot de opheffing van de sancties tegen Servië en het herstel van de verwoeste economie. Er was sprake van een koehandel: elk van de drie had enig persoonlijk en ander belang in de benoeming van Panic en het kwam tot een coalitie. Exit Depos. Exit ook kroonprins Alexander, de man die geen Servisch spreekt, die vreemdeling die vreemde dingen in de microfoon riep en onderwijl als een echte revolutionair de vuist schudde, de man in het donkere pak en de mocassins. Ik sprak hem opnieuw een dag voor zijn vertrek. “Ik vertrek tijdelijk”, zei hij. “Ik ga door met de strijd. Ik kom terug.” Ik weet niet of hij dat zelf geloofde. Op dit punt eindigt het verhaal van de coalitie tussen Milosevic, Cosic en Panic. De Servische president heeft de twee nieuwelingen naar voren geschoven om zijn bewind te redden. Zij echter piekeren er niet over dat te doen. Dat geldt vooral voor Cosic, die een absoluut onafhankelijke politieke factor op zich is in Servië. Mijn indruk is dat Cosic twee redenen heeft gehad om president van Joegoslavië te worden: om op vreedzame wijze van Milosevic en diens amateuristische invoering van Cosic' nationale theorie af te komen, en om de Serviërs en Servië van de totale nederlaag te redden. Panic is in die taak Cosic' assistent en zijn vliegende showman met zijn “goede banden in het buitenland” en zijn speciale verantwoordelijkheid voor de contacten met andere landen en internationale instanties. Ze treden gezamenlijk op. Cosic verandert de politieke structuur van Servië en tracht Milosevic weg te krijgen, Panic reist de wereld rond met beloften over vrede op de Balkan en democratie in Servië. Panic gelooft in wat hij zegt. Het grote probleem is dat er geen vrede op de Balkan en democratie in Servië kan bestaan, zolang Milosevic president van Servië is. Om Milosevic weg te krijgen heeft Cosic voor november algemene verkiezingen aangekondigd. Maar zowel hij als Panic zijn al gaan roepen dat Milosevic mogelijk al eerder opstapt. Milosevic intussen houdt zich stil, en waarnemers vragen zich af of hij werkelijk vertrekt dan wel een tegenoffensief voorbereidt. Als Milosevic ondanks alles aanblijft zal hij snel in botsing komen met president Cosic. Het zal het eind betekenen van Milosevic' regime, want de Joegoslavische president is sterker en invloedrijker dan de Servische president. Cosic is op een bepaalde manier zelfs Milosevic politieke vader. En Panic? Panic zal zich in elk geval tot de verkiezingen als premier en minister van defensie aan de kant van Cosic scharen. En na november? Niemand weet het. Misschien zal Panic terugkeren naar Californië om verslag uit te brengen aan “mijn minister van buitenlandse zaken”. 11 augustus 1992
Terug naar necrologie Slavko Curuvija (12 april 1999)
|
NRC Webpagina's 12 APRIL 1999
|
Bovenkant pagina |
|