Defensie past op z'n tellen
Terwijl het drama van de moslimenclave Srebrenica nog nauwelijks is
verwerkt, is Nederland opnieuw in actie, nu boven Joegoslavië.
Defensie zegt van eerdere fouten te hebben geleerd.
Door onze redacteur WILLEBRORD NIEUWENHUIS
DEN HAAG, 12 APRIL. Het ministerie van Defensie is al weer meer dan
twee weken ook ministerie van Oorlog. Woordvoerders op de Zuid-
Italiaanse basis Amendola, van waaruit de zestien Nederlandse F-16's
voornamelijk 's nachts in actie komen, en in Den Haag putten zich uit
om te onderstrepen dat het lang kan duren. Over resultaten doen ze vaag
omdat die tegenvallen. Het weer is de hoofdschuldige en de evaluatie
van mogelijke treffers laat lang op zich wachten.
De aanpak is anders dan tijdens de vlucht van Dutchbat uit de
moslimenclave Srebrenica op 11 juli 1995, toen vierduizend moslimmannen
en -jongens in de steek werden gelaten en waarschijnlijk door Bosnische
Serviërs zijn geliquideerd. Defensie zegt ervan geleerd te hebben.
,,Toen was er een spinnenweb van informatiekanalen in Bosnië zelf
en hier in Den Haag. Daardoor kon het gebeuren dat generaals elkaar
tegenspraken, mensen langs elkaar heenwerkten, belangrijke rapporten in
de verkeerde la terechtkwamen, de minister slecht of onvolledig
geïnformeerd werd en Nederlandse officieren ter plekke in dienst
van de Verenigde Naties het Nederlandse straatje schoon probeerden te
vegen. Nu is de militaire leiding tenminste in één
hand'', zegt een deelnemer aan de dagelijkse ochtendbriefing in het
Defensie-crisisbeheersingscentrum (DCBC) in Den Haag. Die briefings
worden overigens niet meer onder de grond gegeven, want de
Arbeidsinspectie vindt dat ook tijdens oorlogsacties niet verantwoord.
Bevelhebbers van de krijgsmachtdelen hebben tijdens deze NAVO-actie
alleen nog te maken met de logistieke en personele aangelegenheden van
het onderdeel dat in actie is. De leiding van de operatie ligt dit keer
volledig bij de chef defensiestaf, luitenant-admiraal L. Kroon, en bij
hem alleen. Dat is vlak vóór de acties boven
Joegoslavië bepaald. Kroon wordt bijgestaan door een versterkte
staf en krijgt directe informatie van Nederlandse officieren bij de
NAVO-hoofdkwartieren in Mons, Vicenza, Napels en Macedonië. Hij
heeft het dit keer een stuk gemakkelijker omdat de NAVO een beproefde
gevechtsorganisatie is in tegenstelling tot de weifelende Verenigde
Naties toen.
Tijdens Srebrenica kon het gebeuren dat zijn voorganger, generaal H. van
den Breemen, uitging van rapportages uit het veld die vlak daarop door
de uitvoerders van de Nederlandse inzet, de Landmachtstaf, werden
tegengesproken. Soms werd bij de Landmacht informatie bewust
achtergehouden om Dutchbat niet verder in opspraak te brengen. Defensie
in oorlog leek op een mierenhoop en naar buiten ontstond al vrij vlug
de indruk dat de minister zijn greep verloor op het militaire apparaat.
Generaals in actieve dienst vielen elkaar af. Fotorolletjes met
opnames van deportaties verbleekten in de verkeerde chemicaliën en
faxen met lijsten van gedeporteerde moslims raakten zoek. Overste
Karremans dronk een borrel met de van oorlogsmisdaden beschuldigde
Servische aanvoerder Mladic die na het offensief in een buitgemaakte
Nederlandse Mercedes-jeep zijn opwachting bij Dutchbat kwam maken. In
een brief aan de Kamer van 30 maart noemt de huidige minister van
Defensie, De Grave, het een voordeel dat hij nu één
aanspreekpunt heeft: de chef defensiestaf. In het verleden werden zijn
voorgangers, de ministers Ter Beek en Voorhoeve, telkens verrast door
moeilijkheden in de communicatie tussen Defensiestaf, de militaire
leiding op het departement en de Landmachtstaf. Met de toenmalige
bevelhebber van de Landmacht, luitenant-generaal H. Couzy, was het
contact stroef en spaarzaam. Het 'bewust lekken' vanuit de Landmacht
zat de ministers dwars, maar zij namen geen maatregelen. Nu schrijft De
Grave in zijn brief aan de Kamer dat ,,de operationele en politieke
aspecten van optreden vooral bij vredesoperaties steeds moeilijker te
scheiden zijn''. ,,Dit vraagt van alle betrokkenen een goed gevoel voor
de politieke context.'' Hij wil letten op de kwaliteit van het uit te
zenden personeel. De Grave kondigt aan dat hij de hulp van een ethicus
wil inroepen om het personeel beter op deze vredesacties voor te
bereiden. In het midden blijft wat van die ethicus wordt verwacht.
De Grave zelf hoedt zich ervoor om in de fuik van Srebrenica te lopen,
zeggen naaste medewerkers. Kon je Voorhoeve nog in verschillende poses
op een veldbed in de bunker van Defensie aantreffen, druk bellend met
commandanten ter plekke, De Grave laat de militairen hun specifieke
werk doen. Hij acht zich politiek verantwoordelijk, maar vindt het
geven van militaire orders een ander vak. Hij en Kroon laten niet na om
over een NAVO-operatie te spreken. Die NAVO is verantwoordelijk. Met
premier Kok onderhoudt hij contact over de operatie, maar het valt bij
Defensie op dat Kok als sociaal-democraat moeite heeft met dit
uitoefenen van geweld.
Leiding geven aan Defensie valt De Grave zwaar, zo merken zijn
medewerkers. Staatssecretaris op Sociale Zaken was een stuk eenvoudiger
en ,,achtervolgde hem minder''. De jongste crisis vraagt veel van hem
en soms springt hij er grillig mee om, ongedurig en met een snel
geformuleerd oordeel. Zoals vorige week toen hij verklaarde dat de NAVO
naïef is geweest en zich heeft laten verrassen door de exodus van
Kosovaren. Hoezo naïef, vroegen de geïrriteerde militairen op
Defensie? Nederlandse vliegers stelden toch voor die NAVO-opdracht hun
leven in de waagschaal?