Een angstige paasnacht in de schuilkelder
Volgens de NAVO heeft het bondgenootschap zijn bombardementen dit
weekeinde wegens het orthodoxe paasfeest afgezwakt. In Pristina is
daarvan weinig te merken geweest.
Door O. ALEKSANDROVIC
PRISTINA, 12 APRIL. In angst en paniek hebben de resterende bewoners
van Pristina de orthodoxe paasnacht van zaterdag op zondag
doorgebracht. Juist na middernacht, toen in de orthodoxe kerk de
Kruisgang had moeten beginnen, vielen er bommen op de stad. ,,Duistere
krachten'' of ,, krachten van de hel'', zo worden de luchtaanvallen nu
genoemd.
In de kelder van hotel-Grand in het centrum, drie weken geleden nog een
discotheek, is nu de schuilkelder gevestigd. Hier probeert Vesna, die
hier bijna elke zaterdag danste of witte wijn dronk met vrienden, onder
een deken op de dansvloer te slapen, samen met haar driejarige
dochtertje. Ze woont naast het hotel, honderd meter van het
stafkwartier van het leger. Daar zullen vroeg of laat ook bommen
vallen, weet ze. ,,Het zou beter zijn als dat meteen gebeurt. Ik heb
geen kracht meer. Niets is erger dan op de dood te moeten wachten'',
zegt Vesna. ,,Het is onzinnig om militaire objecten te bombarderen die
geen betekenis meer hebben. Het stafkwartier is leeg.''
Dat klopt, althans volgens onze informatie. In het stafkwartier bevindt
zich een tiental soldaten. Het decor doet denken aan een slecht
provinciaal theater dat zijn beste tijd heeft gehad. Het lijkt er op,
aldus de Serviërs, alsof de NAVO ,,stafkaarten van twintig jaar
geleden gebruikt''.
Dat beeld wordt ook opgeroepen door de andere militaire objecten die we
mogen zien, zowel voor als na de aanvallen van de NAVO. Bij een paar
kazernes even buiten Pristina was geen soldaat te zien, noch enig
militair materieel of communicatieapparatuur. In heel Pristina werken
nog slechts twee telefoons: in hotel-Grand is een lijn beschikbaar,
inclusief een pauzemuziekje uit de film The Sting, in de kamer
van chef-de-clinique van het ziekenhuis staat de andere.
In het ziekenhuis liggen slachtoffers van het geweld. Een Albanees
jongetje is dit weekeinde gewond geraakt. Hij weet nog niet dat zijn
moeder is omgekomen. Hij huilt alleen van de pijn. Bij een 12-jarige
meisje, Filita Ahmeti, zijn de benen geamputeerd. Ze kijkt slechts naar
het plafond.
Overdag is de Servische politie bezig om de omgeving te zuiveren van de
'terroristen' van het UÇK. Bij wijze van vergelding worden er
vijf huizen van 'terroristen' in brand gestoken. Ook de vluchtelingen
moeten er aan geloven. Naar Macedonië zijn drieduizend
vluchtelingen op weg, te voet of in karren. Soldaten controleren na hun
vertrek de huizen. Sommige worden in brand gestoken. Dat zaait angst.
De chauffeur van onze auto wordt staande gehouden en met de dood
bedreigd. Hij is een 'verrader'. Hij moet de auto uit en op zijn
knieën gaan zitten. Er wordt een kalasjnikov tegen zijn borst
gezet. De soldaten lijken bereid hem te doden. Totdat hun commandant
uiteindelijk ingrijpt.
Dit weekeinde zijn ook olietanks bij Pristina aangevallen, hoewel er
volgens bewoners van de stad geen olie en benzine meer was opgeslagen.
'Zoon voor tweede keer gedood'
Het depot ligt vlakbij het Servische kerkhof. Een twintigtal
grafzerken is door de aanval vernietigd. Een krater van twintig meter
breed en vijf meter diep getuigt daarvan. De Serviër Todorovic
heeft daar zijn zoon begraven die in 1993 in Bosnië is gesneuveld.
Nu schreeuwt hij, samen met zijn vrouw, dat ,,onze zoon voor de tweede
keer is gedood''.
De erkenning door de NAVO, vrijdag, dat er burgers zijn omgekomen en de
excuses die daarbij zijn gemaakt worden in Pristina op heel
verschillende manieren opgevat. Sommigen zien de excuses als het begin
van een staakt-het-vuren. Anderen beschouwen ze daarentegen als het
begin van een grote oorlog. En weer anderen vatten het excuus op als
een gebaar waarmee generaals zich vrijpleiten tegenover hun
,,geciviliseerde achterban''.
In een klein dorpje, op vijfendertig kilometer van Pristina, was van dit
soort discussies gisteren, paasochtend, geen sprake. In de kelder van
het plaatselijke hotel bevindt zich nu een geïmproviseerde
schuilplaats. Er zijn alleen soldaten. Sommigen drinken raki, anderen
koffie. Ze wensen elkaar een gelukkig pasen. ,,Christus is opgestaan.
Hij is waarlijk opgestaan.''