Euforie over KFOR voorbij
KFOR ligt in Kosovo onder vuur -
letterlijk. De bevrijders van toen zijn de agenten van nu en stellen
lastige vragen, tot ongenoegen van de Albanese Kosovaren.
Door onze redacteur YAËL VINCKX
PRISTINA, 11 AUG. Twee maanden geleden haalden de Albanese Kosvovaren
de KFOR-troepen binnen als hun bevrijders. De tijden zijn veranderd.
Vorige week moest de internationale troepenmacht maar liefst zeven
incidenten met haar soldaten melden; onder meer werd geschoten op
controleposten bij Koretin, Prizren en Pec. En nu worden de soldaten
ook nog eens uitgescholden voor communisten, terroristen en meer
lelijks.
De immense populariteit van de buitenlandse troepen in Kosovo is
tanende. De voormalige helden blijken de Albanezen soms danig in de weg
te kunnen zitten. Bij wraakoefeningen bijvoorbeeld. Servische bewoners
mogen niet worden weggejaagd, hun huizen mogen niet worden geplunderd
en in brand gestoken, hun orthodoxe kerken worden bewaakt tot groot
ongenoegen van wraakzuchtige Albanezen. De tanende populariteit van
KFOR lijkt dan ook vooral voort te vloeien uit haar opdracht: de
bewaking van ieders veiligheid, Serviërs incluis.
De Amerikaanse kapitein L. Kaminski, gelegerd in het zuidelijke
Gnjilane, is kort over zijn opdracht. "Sommige Albanezen dachten: de
militairen komen alleen ons bevrijden. Maar wij zijn er voor iedereen.
En ja, sommigen zijn daar boos over." Zijn bewering worden gestaafd
door een recent rapport van Human Rights Watch. De Kosovo-Albanezen
zijn volgens deze mensenrechtenorganisatie niet alleen uit op wraak,
maar ook op een etnische zuivering van Kosovo.
De achtendertigduizend KFOR-militairen kunnen niet alle incidenten en
misdrijven voorkomen. Sommige incidenten komen volgens militaire
woordvoerders eenvoudig voort uit verveling. De opgeschoten Albanese
jongens die nu al dagenlang de Franse soldaten in het noordelijke
Mitrovica provoceren door te dreigen naar het Servische stadsdeel op te
rukken, zijn volgens hen een voorbeeld. "Ze zijn eenvoudig uit op een
vechtpartijtje met onze soldaten", aldus de Franse kapitein M. Raffray
in Mitrovica. Intimidatie van achtergebleven Serviërs, plundering
van winkels en het inpikken van verlaten Servische flats door een
briefje met jouw naam op de deur te plakken, komen dagelijks voor in
bevrijd Kosovo.
En dan maakt KFOR zich nog ernstig zorgen over acties, georkestreerd
door het Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK).
KFOR heeft Kosovo verdeeld in vijf sectoren, onder Amerikaans, Brits,
Frans, Duits en Italiaans bevel. Tijdens een rondgang langs drie
sectoren zeggen diverse officieren aanwijzingen te hebben over acties,
opgezet door hardliners binnen het UÇK. Zo zijn de
Fransen ervan overtuigd dat de provocaties van de afgelopen dagen
aangewakkerd worden door de bevrijdingsbeweging. De Britten maken ook
gewag van door het UCK opgezette acties, maar zijn voorzichtiger dan de
Fransen. "We hebben immers nog geen bewijzen", aldus een officier. De
Amerikanen tenslotte, hebben ook hun verdenkingen tegen het UÇK.
In het dorp Zitinje werden zaterdagavond 42 verlaten Servische huizen
in brand gestoken. "Die brandstichting was duidelijk voorbereid.
Soldaten hebben enkele dagen de huizen beschermd, maar moesten
zaterdagavond Zitinje uit. De Albanezen hebben toen direct hun kans
gegrepen. Dit was geen eenmans-actie; we zijn in de gaten gehouden",
zegt een Amerikaanse officier desgevraagd. Enkele uren na het gesprek
staan in Zitinje opnieuw vier huizen in brand.
Steeds vaker ergert de internationale troepenmacht zich aan het gedrag
van (een deel) van de UÇK'ers. "Iedere keer proberen ze hoever
te kunnen gaan", aldus de Amerikaanse legerwoordvoerder Kaminski. De
afspraken die met KFOR zijn gemaakt en zijn vastgelegd zouden
regelmatig worden overschreden. "Het UÇK mag bijvoorbeeld geen
wapens of uniformen dragen buiten de zogenoemde verzamelgebieden. Toch
hebben ze wapens bij zich. Of halen ze het embleem van hun mouw en
zeggen: kijk, nu is het geen uniform meer."
De trage inlevering van de wapens is de Westerse soldaten ook een doorn
in het oog. In Podujevo en omgeving bijvoorbeeld, heeft het UÇK
tot nu toe vierhonderd wapens ingeleverd. "Tegelijk hebben we
vierduizend andere wapens in beslag genomen, onder andere bij
huiszoekingen", aldus de Britse luitenant kolonel R. Hodges. De
ergernissen over het gedrag van UCK hebben eergisteren geleid tot een
gesprek tussen de bevelhebber in Kosovo, Mike Jackson, en de militaire
UÇK-leider, Agim Çeku. Daarin heeft Jackson het
bevrijdingsleger te verstaan gegeven zich snel aan de gemaakte
afspraken te houden.
Agim Çeku hij werd onlangs door Russische KFOR-soldaten
aangehouden omdat hij geen identiteitspapieren kon tonen wordt door
KFOR beschouwd als een belangrijke medestander binnen het UÇK.
Hij behoort tot de gematigde stroming binnen de partij die wil samen
werken met de internationale troepenmacht, in tegenstelling tot een
hardliner als Rexhep Selimi. Deze minister van Binnenlandse Zaken in de
zelf uitgeroepen UÇKregering kwam vorige week in opspraak door
bij een checkpoint een kogel te laten zien en tegen de soldaten te
zeggen: "Deze is voor jullie."
Selimi ziet KFOR liefst zo snel mogelijk vertrekken, om vervolgens zijn
eigen politiemacht te installeren. Verschillende politie-eenheden
zouden al actief zijn, in burger. Ze confisqueren illegaal - huizen en
auto's en fouilleren burgers. Deze 'incidenten' doen het bloeOR koken.
Jackson heeft Çeku dan ook nog even de tijd gegeven om de zaken
op orde te krijgen. Gebeurt dat niet, dan grijpt hij in. Don't mess
with us, luidt de boodschap. De wittebroodsweken van KFOR zijn
definitief voorbij.
Het UÇK en KFOR zijn op 21 juni het volgende overeengekomen:
- Zeven dagen na ondertekening moeten alle geuniformeerde
UÇK'ers met hun wapens naar in totaal 41 verzamelgebieden.
Buiten deze verzamelgebieden mogen ze zich niet vertonen in uniform en
wapens dragen, met uitzondering van een twintigtal regionale
commandanten. Deze zijn in het bezit van een speciale identiteitskaart,
de zogenoemde JIC-card.
- Dertig dagen na ondertekening moeten alle wapens met een kaliber
groter dan 12.7 millimeter zijn ingeleverd en zijn ondergebracht in
speciale opslagplaatsen. Nog eens 30 procent van de wapens van een
kleiner kaliber moeten ook zijn ingeleverd.
- Zestig dagen na ondertekening moet het UÇK zestig procent van
alle kleine wapens hebben ingeleverd.
- Negentig dagen na ondertekening moeten alle wapens zijn ingeleverd en
mag niemand zich meer in een UÇK-uniform vertonen. De 41
verzamelgebieden worden dan opgeheven.