'We moeten de vrede nog winnen'
Clinton opgelucht maar voorzichtig
Door onze correspondent
WASHINGTON, 11 JUNI. President
Clinton heeft gisteren opgelucht gereageerd op het eind van de oorlog
in Kosovo, maar gewaarschuwd dat "we nu de vrede nog moeten winnen".
Hij wilde niet vastleggen hoe lang de vredesmacht KFOR in Kosovo zal
blijven en zei ervan uit te gaan dat Europa het leeuwendeel van de
wederopbouw van Kosovo, Joegoslavië en de omringende landen voor
zijn rekening neemt.
Clinton zei dat gistermiddag tegen journalisten, kort nadat de NAVO
haar bombardementen had opgeschort. "We hebben nu de kans om geweld te
vervangen door vrede, etnische en religieuze haat door een democratische
toekomst." Volgens Clinton is de NAVO nu "sterker en eensgezinder dan
ooit".
In een televisietoespraak tot het Amerikaanse volk zei Clinton 's
avonds: "We hebben een overwinning geboekt voor een veiliger wereld,
voor onze democratische waarden, voor een sterker Amerika." Maar hij
waarschuwde dat de vredesmacht voor Kosovo grote risico's loopt. "Ook
deze volgende fase zal gevaarlijk zijn. De bittere herinneringen zijn
nog vers, er kunnen heel goed slachtoffers vallen."
Clinton belde gisteren een groot aantal staatshoofden en
regeringsleiders van NAVO-landen op. Tegen de Franse president Chirac
zou hij gezegd hebben: "Over twintig jaar kijken we hierop terug als
een grote dag voor Europa." Ook sprak hij met generaal Clark, die
Clinton verzekerde: "Ik wist dat we zouden winnen. Ik wist dat u zou
winnen." De president antwoordde daarop: "Nu moeten we de vrede nog
winnen."
In het Witte Huis heerste gisteren grote opluchting dat de Servische
terugtrekking uit Kosovo is begonnen en dat de bombardementen na 79
dagen konden worden gestaakt. "Een onnodig conflict is tot een
rechtvaardige en eervolle afsluiting gekomen", aldus Clinton. Hij
verbond aan de uitkomst van de oorlog een algemene les. "Deze
overwinning brengt nieuwe hoop dat de wereld niet de andere kant op zal
kijken als een volk vernietigd wordt vanwege zijn afkomst of geloof."
In zijn toespraak richtte de Amerikaanse president zich in enkele
woorden direct tot het Servische volk. "Ik weet dat u geleden heeft in
de oorlog van mijnheer Milosevic", zei Clinton. "U moet weten dat uw
leiders Kosovo als deel van uw land hadden kunnen behouden, zonder ook
maar één Kosovaarse familie uit haar huis te verdrijven,
zonder één volwassene of kind te vermoorden, zonder ook
maar één bombardement van de NAVO uit te lokken. U hebt
79 dagen van bombardementen verduurd, niet om Kosovo als provincie van
Servië te behouden, maar alleen omdat mijnheer Milosevic
vastbesloten was om de Albanezen uit Kosovo te verwijderen, dood of
levend."
De president leek het Joegoslavische volk op te roepen om hun leider af
te zetten. "Zolang hij aan de macht blijft", zei Clinton, "zolang uw
land geregeerd wordt door iemand die is aangeklaagd voor
oorlogsmisdaden, zullen wij geen hulp geven voor de wederopbouw van
Servië."