China eist eind acties NAVO
Door onze correspondent
PEKING, 11 MEI. China heeft een
stopzetting van de NAVO-bombardementen in Joegoslavië als
voorwaarde gesteld voor elk verder overleg in de Veiligheidsraad over
een oplossing van de Kosovo-crisis. De Russische gezant Tsjernomyrdin
heeft de Chinezen vandaag niet op andere gedachten kunnen brengen.
De Veiligheidsraad kwam vannacht niet tot de door China gewenste
veroordeling van het NAVO-bombardement op de Chinese ambassade in
Belgrado, zaterdagochtend. Na ruim een uur werd besloten het debat te
verdagen zonder dat een tijdstip voor hervatting werd afgesproken. Vijf
leden van de Veiligheidsraad nemen deel aan de luchtacties van de NAVO.
De eis van China dat de luchtacties worden gestaakt voor de
Veiligheidsraad zich verder met de crisis bezighoudt kan gevolgen
hebben voor het voorstel van de G8, de zeven belangrijkste
industrielanden in de wereld en Rusland, die vorige week een plan
opstelden dat voorziet in inschakeling van de Veiligheidsraad.
Tsjernomyrdin heeft vandaag in Peking vergeefs geprobeerd de Chinezen
ervan te overtuigen daaraan mee te werken. Hij sprak vanmorgen met de
Chinese president Jiang Zemin en premier Zhu Rongji. Tsjernomyrdin heeft
het bombardement op de Chinese ambassade veroordeeld als 'wreed
optreden', maar gezegd dat het een oplossing van de crisis in Kosovo
niet in de weg moet staan. Bij zijn vertrek uit Peking zei hij
vanmorgen dat China weigert het G8-plan te bespreken zolang de
bombardementen voortgaan, al ziet China het plan wel als "basis voor
toekomstige onderhandelingen".
De Chinese media hebben vandaag voor het eerst melding gemaakt van de
excuses van de VS en de NAVO. Maar China eiste opnieuw een onderzoek
naar het voorval en bestraffing van de schuldigen. Gisteren brak Peking
het overleg met de VS over mensenrechten en wapenbeheersing af.
Vandaag beperkte het aantal demonstranten voor de ambassades van de VS
en Groot-Brittannië in Peking zich tot groepjes van enkele
tientallen mensen. In tegenstelling tot voorgaande dagen werd de
demonstranten vandaag verboden met stenen te gooien. Van een gespannen
sfeer was geen sprake meer. De speciale eenheden van de gewapende
politie zijn vanmorgen vroeg vertrokken.
OORLOG IS DUUR en vrede nog duurder. Terwijl de oorlog om
Kosovo onverminderd voortwoedt, wordt er voorzichtig gesproken over de
wederopbouw die na beëindiging van het geweld moet plaatshebben.
Het gaat tegenwoordig niet om de keuze tussen kanonnen of boter, maar
eerst om de kanonnen en vervolgens de boter. Vroeg of laat zal de
internationale gemeenschap de wederopbouw van de Balkan, inclusief
Servië en Montenegro, moeten aanpakken. Waarbij ook de politieke
integratie van deze regio in breder Europees verband aan de orde zal
moeten komen.
De Europese Commissie heeft deze week een schatting openbaar gemaakt van
de kosten voor de wederopbouw van Kosovo: twee 3,5 miljard dollar over
een periode van drie jaar. Over de wederopbouw van de verwoeste
Joegoslavische economie en infrastructuur heeft men geen schatting
willen maken. Daarnaast is, afhankelijk van de verdere duur van de
oorlog, de humanitaire hulp aan Albanië en Macedonië geschat
op 340 780 miljoen dollar. Voor economische hulp aan de buurlanden in
de regio worden bedragen genoemd van 650 miljoen tot 1,5 miljard dollar.
De Wereldbank heeft vorige maand al schattingen gemaakt van meer dan een
miljard dollar financiële steun voor de regio - exclusief
Joegoslavië - om de deviezenschaarste en begrotingstekorten aan te
vullen.
De directe gevolgen van de oorlogshandelingen gaan verder dan de
verwoeste bruggen, de vernietigde raffinaderijen en kapotgeschoten
fabrieken in Joegoslavië. De handel van Roemenië en Bulgarije
wordt getroffen door het geblokkeerde transport over de Donau. Banken
zeggen lopende kredietlijnen op of eisen een hogere vergoeding.
Economische hervormingen zijn stilgezet of worden teruggedraaid.
Buitenlandse investeerders en toeristen blijven weg. Het enige wat
bloeit zijn smokkel, drugshandel en, naar valt te vrezen, wapen- en
mensenhandel.
CYNISCH GENOEG kan het einde van de oorlog betekenen dat er grotere
aandacht komt voor de economische achterlijkheid van de Balkan. Deze
landen bevinden zich halverwege een moeizame ontworsteling aan de
erfenis van de failliete commando-economie. Ze kampen tegelijkertijd met
problemen van chronische armoede, hoge bevolkingsgroei en economische
onderontwikkeling. Aan de rand van de welvarende Europese Unie blijft de
regio een bron van spanningen als een beter economisch perspectief
uitblijft.
Na het vredesakkoord voor Bosnië in 1995 heeft de internationale
gemeenschap aanzienlijke hulpbedragen toegezegd. Voor de hele regio zal
iets soortgelijks moeten gebeuren. Na de wijze waarop de NAVO in een
even kostbare als klungelig gevoerde oorlog is gestruikeld, kan slechts
gehoopt worden dat de wederopbouw verstandiger wordt aangepakt. Het zal
in ieder geval een kwestie van lange adem en veel geld zijn.