FEHMI AGANI (1933-1999)
Bedachtzaam en gematigd
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 10 MEI. In hun
onderduikadres in Pristina had prof. Redjep Ismajli eind maart nog
grappen gemaakt met zijn vriend Fehmi Agani (66) toen die door de NAVO
dood was verklaard. Voor de NAVO - en voor vele media, waaronder NRC
Handelsblad - was het een genânte episode. De rechterhand van
Ibrahim Rugova zou door Serviërs zijn vermoord. De necrologie was
al klaar, maar Agani bleek springlevend.
Donderdag werd Fehmi Agani doodgeschoten bij het plaatsje Lipjan, en
alles wijst er ditmaal op dat de moordenaars bij de Servische politie
werken. Agani, een rasoptimist, was in Pristina gebleven omdat de
oorlog nooit lang kon duren. Donderdag nam hij toch maar de trein naar
Skopje. De Macedoniërs hielden de grens evenwel dicht en de trein
moest terugkeren. Bij het dorp Lipjan haalde de politie Agani volgens
zijn vrouw uit de trein. Informanten van het Duitse ministerie van
Buitenlandse Zaken bevestigen dit verhaal. Een dag later kreeg de
familie te horen dat Agani in het mortuarium van Pristina lag.
Belgrado liet weten dat het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK Fehmi
Agani heeft omgebracht en prees hem als "man van de dialoog". Het zal
wel macabere ironie zijn dat erbij werd gezegd dat de Kosovaarse leider
Ibrahim Rugova, vorige week onverwachts vrijgelaten, hetzelfde lot had
kunnen treffen. Het lijkt op Milosevic' oude spel van gemengde
signalen: de ene hand aait, de andere slaat.
Agani, die in betere tijden een leerstoel sociologie aan de
universiteit van Pristina bekleedde, gold als intellectuele voorman van
de nationalistische beweging. Na 1989, toen Milosevic Kosovo
annexeerde, werd hij de naaste adviseur van Ibrahim Rugova.
Journalisten ontmoetten een zacht pratende, bedachtzame politicus met
een rotsvast vertrouwen dat de rede uiteindelijk zou zegvieren.
Agani en Rugova richtten na 1989 de eenheidspartij LDK op, de
Democratische Liga van Kosovo. Ze kozen voor een Gandhi-achtig verzet:
de Kosovaren keerden zich van de Servische staat af en bouwden in
zelfgekozen segregatie een ondergrondse parallelstaat op. 'Dayton'
maakte in 1995 duidelijk dat Realpolitik geen boodschap heeft
aan stil verzet. Het tijdperk van het gewapend verzet brak aan, de LDK
moest radicale partijen naast zich dulden. Toen de oorlog vorig jaar
lostbarstte, werden Rugova en Agani irrelevant. In Rambouillet leidde
Agani het geslonken gematigde smaldeel binnen de Kosovaarse delegatie.
Iedereen wilde nu praten met de 29-jarige UÇK-leider
Thaçi. De rede en het gezonde verstand hadden het verloren.