Onenigheid over vluchtelingenkampen; Spanningen in
Macedonie
Door onze redacteur HARM VAN DEN BERG
Tussen de vluchtelingenorganisatie van de
Verenigde Naties (UNHCR) en de NAVO-commandant in Macedonie groeit een
conflict over de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de
vluchtelingenkampen in de grensstreek met Kosovo.
De bevelhebber van de NAVO-troepen in Macedonie, de Engelse generaal
M.Jackson, wil zijn eenheden liever vandaag dan morgen uit de kampen
terugtrekken. De Hoge Commisaris voor de Vluchtelingen S. Ogata, die
zich de afgelopen drie dagen ter plekke heeft georienteerd, vindt dit te
vroeg.
Diverse bronnen rond de UNHCR bevestigden dat de vrees bestaat dat de
vluchtelingen zogenaamd vrijwillig door Macedonische politie en
militairen naar Albanie worden overgebracht zodra de NAVO zich heeft
teruggetrokken. ,,Voor de veiligheid van de mensen in de kampen moet de
NAVO blijven'', zei Ogata gisteren tijdens een persconferentie. De
NAVO-commando in Skopje vindt de beveiliging in de eerste plaats een
zaak van Macedonie.
In de diverse kampen, opgezet en ingericht door eenheden van de NAVO,
verblijven naar schatting nog 50.000 Albanese vluchtelingen uit Kosovo.
Een nog groter aantal, zo'n 60.000 personen, is ondergebracht bij
particulieren. De NAVO is met groot materieel en manschappen aanwezig in
en rond de kampen, maar dit is volgens het commando om de eigen
manschappen die helpen met voedsel en materiaal, te beschermen.
VN-commissisaris Ogata gaf toe dat de veiligheid rond de kampen een zaak
is van het land waar die opvang is gerealiseerd. De Macedonische
regering zou hebben verzekerd dat de vluchtelingen kunnen blijven, maar
deze beloftes beteken niet zoveel, omdat volgens Ogata ,,de Macedonische
regering de kampen niet als haar verantwoordelijkheid beschouwt''. Deze
opstelling leidde er in de afgelopen dagen ook toe dat Amerikaanse
mariniers geen toestemming kregen om nog een opvangcentrum in te
richten. De overdracht zal derhalve even op zich laten wachten.
Een nieuwe uittocht uit Kosovo zal volgens Ogata geen grote problemen
geven, omdat de capaciteit nog niet maximaal wordt benut. De regering
van Macedonie verzekert dat dan de grenzen open blijven. Een nieuw
`Blace', de grensplaats waar tienduizenden dagenlang moesten kamperen in
het niemandsland tussen Kosovo en Macedonie, moet volgens alle partijen
worden voorkomen.
Zowel uit de woorden van Ogata als uit verklaringen van leden van de
Macedonische regering blijkt dat de angst voor instabiliteit alle
overheerst. Macedonie staat onder grote druk.
De economische situatie verslechtert, voornamelijk doordat geen handel
kan worden gedreven met Servie. Deze wegen in dat land kunnen ook niet
meer worden gebruikt voor de doorvoer van goederen. Steeds meer
fabrieken moeten sluiten, andere onderneming geven binnenkort de
werknemers onbetaald verlof.
Deze ontwikkeling en de NAVO-bombardementen op Belgrado en de Servische
troepen hebben de regering in Skopje de laatste dagen steeds meer onder
druk gezet. In de coalitie is de Albanese Democratische Partij (DPA)
alleen komen te staan door haar standpunt dat alle Albanezen uit Kosovo
in Macedonie terecht moeten kunnen. Andere regeringspartijen zijn het
hier volstrekt niet mee eens, maar hebben DPA-leider Arben Xhaferi in
Tetovo meermalen bezocht om een scheuring te voorkomen. De angst bestaat
dat de Albanese minderheid zich de komende tijd steeds radicaler zal
opstellen.