Demonstraties gaan door
'Serviërs niet bang meer voor regime'
BELGRADO, 8 JULI. In diverse
Servische steden is het gisteren opnieuw tot demonstraties tegen het
bewind van president Slobodan Milosevic gekomen. De Serviërs hebben
volgens een oppositieleider "een grens overschreden" en "zijn niet
langer bang voor Milosevic".
In Leskovac, dat tot dusverre werd beschouwd als een bolwerk van
Milosevic' regerende socialisten, gingen voor de derde opeenvolgende dag
demonstranten de straat op. Ze eisten naast het aftreden van de
Joegoslavische president ook de vrijlating van een televisietechnicus,
die vorige week 'inbrak' in het programma van de lokale televisie om op
te roepen tot een betoging tegen het regime, die maandag plaatsvond. De
man werd op die dag gearresteerd en tot dertig dagen cel veroordeeld. In
de stad Nis haalden opposanten van het bewind gisteren 3200
handtekeningen op onder een petitie waarin het aftreden van Milosevic
werd geëist. In Uzice werden op één dag zesduizend
handtekeningen onder een soortgelijke petitie opgehaald. In Leskovac
werd één demonstrant gearresteerd. In Nis dwong de politie
de organisatoren van de petitie hun actie niet op straat te houden, maar
vanuit een privéwoning.
De oppositie wil elke dag gaan demonstreren tegen het regime. Vandaag
moet dat gebeuren in Prokuplje, niet ver van de grens van Servië en
Kosovo. De leider van de oppositionele Democratische Partij, Zoran
Djindjic, wil in de gemeenteraad van Belgrado een voorstel indienen
waarin het aftreden van Milosevic wordt geëist. De gemeenteraad van
Novi Sad heeft zo'n voorstel inmiddels aangenomen. Djindjic zei gisteren
dat eind deze maand of begin volgende maand de tijd rijp is voor een
algemene staking tegen het regime.
Volgens Goran Svilanovic, leider van de oppositionele Burgeralliantie,
zijn de Serviërs niet bang meer voor het bewind. "In het volk heeft
zich veel woede opgehoopt, over verraden hoop en slechte levens", zo zei
hij tegen het blad Blic.De oppositie, verenigd in de Alliantie
voor Verandering, eist het onmiddellijke vertrek van Milosevic en de
installatie van een overgangsregering, die vervroegde verkiezingen onder
internationaal toezicht moet uitschrijven en de betrekkingen van
Joegoslavië met de internationale gemeenschap moet normaliseren.
De oppositiepartij Servische Vernieuwingsbeweging SPO, die wordt geleid
door Vuk Draskovic en die niet behoort tot de Alliantie voor
Verandering, organiseerde gisteren in Leskovac ook een demonstratie
tegen het bewind waarvan Draskovic zelf tot april als vice-premier deel
uitmaakte. Er kwamen echter slechts enkele honderden SPO-aanhangers
opdagen en waarnemers spraken van een mislukking. Volgens hen heeft de
grillige Draskovic, door zich vorig jaar bij het bewind aan te sluiten,
het grootste deel van zijn aanhang van zich vervreemd en zijn
geloofwaardigheid verspeeld.
In Kosovo is gisteren gedemonstreerd tegen de komst van Russische KFOR-
soldaten. In Orahovac, waar de Russen de Nederlandse soldaten van de
vredesmacht gaan vervangen, gingen enkele duizenden Kosovaren de straat
op. De Russen zijn in Orahovac niet welkom omdat ze worden gezien als
bondgenoten van de Serviërs en omdat Russische vrijwilligers er
tijdens de recente 'etnische zuiveringen' met de Serviërs hebben
samengewerkt. (Reuters, AFP, AP)