NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

Voor Rusland telt in Kosovo-crisis alleen erkenning

J.H. Sampiemon
Het was de week van Viktor Tsjernomyrdin. Althans voor de voormalige Gazprom-tsaar en ex-premier zelf, inmiddels presidentieel gezant voor de problemen in Joegoslavië, moet dat zo geweest zijn. Uitvoerig overleg met president Bill Clinton en met een oude makker in de internationale diplomatie, vice-president Al Gore, plaatste de man, die vorig jaar was ontslagen, weer even in de algemene belangstelling.

Vooral de Amerikanen kwam de visite goed van pas, zo vlak voor Clintons reisje naar Duitsland.

Ondanks de oude Amerikaans-Duitse vriendschap, inmiddels trendy vervat in begrippen als The third way en Die Neue Mitte, blijft er argwaan bestaan tussen Bonn en Washington. De een wil zijn onafhankelijkheid, de ander heeft daarover zo zijn bedenkingen. De spil waar de argwaan om draait heet Rusland. Amerikaans-Russische samenspraak en Amerikaans-Duitse samenspraak vormen tegenwicht tegen Duits-Russische samenspraak. In de Kosovo-era is dat niet anders dan ten tijde van Brandts Ostpolitik in de jaren '70.De voorsprong richting Rusland die minister van Buitenlandse Zaken Fischer kort na het begin van Allied Force op de afgesproken NAVO-diplomatie had genomen, was aanleiding geweest voor onrust in de hogere sferen van het bondgenootschap. Fischers voorstel een bombardementspauze in te lassen droeg de kenmerken van een onbezonnenheid die Italië's premier D'Alema al eerder had getoond. De Italiaan was slecht geïnformeerd, de Duitser had nog onvoldoende voeling met wat binnen de Atlantische en Europese familie passend wordt geacht. Uiteindelijk bleek zijn voorstel geen voorstel te zijn geweest, maar een soort oprisping. Het verdween geluidloos van de agenda. Of niet? Misschien ging het alleen om het verkeerde tijdstip en de verkeerde boodschapper.

Deze week speelde Clinton zelf met de gedachte en onlangs stelde premier Kok vast dat er natuurlijk ruimte moest zijn. Voor wat precies bleef overigens tamelijk vaag.

Diplomatie heeft aan de buitenkant iets van een minzaam orakel.

Ja, er is voorzichtige vooruitgang.

Nee, er moet nog veel werk worden verzet. Behalve dat een dergelijke voorstelling van zaken voor de diplomaten de attractie heeft van de continuïteit, kan zij van alles betekenen. Zij kan een weerspiegeling zijn van de werkelijkheid, zij kan ook de façade zijn waarachter een volslagen impasse verborgen moet blijven. In het actuele geval betekent zij vooral dat zowel het Westen als de Russische regering er belang bij meent te hebben de onderlinge betrekkingen zo veel mogelijk af te schermen tegen de erosie die het gevolg is van de Kosovo-crisis. En dat heet, na de dreigementen de knoppen van de atoomraketten weer in de Koude-Oorlogsstand te zetten, vooruitgang.

Waar de scheidslijn loopt is geen raadsel. Er is gedocumenteerde overeenstemming over wat Milosevic in Kosovo zou moeten doen en laten. Het verschil van mening tussen het Westen en het Kremlin gaat over de middelen die de Joegoslavische president moeten overtuigen. Aanvankelijk liep in de Contactgroep de scheidslijn tussen Amerikanen en Britten en de rest.

Maar de teleurstelling over het verloop van de onderhandelingen in Rambouillet en Parijs bracht Frankrijk en de andere NAVO-landen in het Angelsaksische kamp, met tegenzin en twijfels, maar toch. De NAVO besloot, tegen de wens van Rusland, de vrede in Kosovo gewapenderhand af te dwingen. Het Kremlin raakte geïsoleerd, maar dat isolement is, alleen al gezien de voorgeschiedenis, niet absoluut, zoals de afgelopen dagen duidelijk werd.

De gesprekken concentreren zich op de samenstelling van de vredesmacht die in Kosovo toezicht zou moeten houden nadat de federale strijdkrachten en hun hulptroepen zich (grotendeels) uit de provincie hebben teruggetrokken. Milosevic houdt, voorzover bekend, vast aan zijn 'concessie' dat het hier slechts om onbewapende waarnemers mag gaan uit landen die niet tot de NAVO behoren. Dit klinkt weinig bemoedigend, na de ervaringen van de OVSE-waarnemers in Kosovo tussen oktober en maart van dit jaar.

De Russen proberen nu desondanks aan te knopen bij de toestand van voor de bombardementen. In een plan van Sergej Rogov, zoals toegelicht in de International Herald Tribune, worden de modaliteiten uitgewerkt. Rogov is directeur van het Instituut voor de VS en Canada van de Russische Akademie van Wetenschappen. Hij is sinds jaren een vanzelfsprekende gesprekspartner van bezoekers uit het Westen. In feite vervangt Rogov in zijn 'verzoeningsplan' de ongewapende OVSE-waarnemers van weleer door troepen uit Rusland, Oekraïne, de nieuwe islamitische republieken, Scandinavische landen en enkele lidstaten van de NAVO, zoals Polen, Tsjechië, Hongarije, Griekenland, Spanje en Portugal. De rest van de NAVO kan zich, met inachtneming van de instemming van de gastlanden, ophouden daar waar men al is: in Macedonië en Albanië.

Als Rusland bij monde van Tsjernomyrdin een dergelijke aanpak heeft voorgesteld, heeft het in ieder geval van de nood van de eigen fysieke onmacht een diplomatieke deugd proberen te maken.

We leven niet meer in de tijd van het IJzeren Gordijn. De landen die Rogov opsomt voor een directe taak in Kosovo, zijn, voorzover niet lid van de NAVO, lid van de OVSE en Partners for Peace van de NAVO.

Zij passen in het model dat de NAVO, Amerika in het bijzonder, zo geschikt acht om in Europa vrede te bewaren. En dat in oktober nog voldoende werd bevonden.

Geef de Partners for Peace een kans zich te bewijzen, had Rogov kunnen schrijven.

Als het Westen tegenwerpt dat de Kosovaren zich op deze manier niet zullen laten verleiden naar hun dorpen en steden terug te keren, zal dat in Moskou weinig indruk maken. De Russen zijn niet begaan met het lot van de vluchtelingen.

De Russische regering gaat het om erkenning als gesprekspartner.

Wat haar betreft had zij met de recente verklaringen van Westelijke leiders dat Rusland in Europa een rol heeft te vervullen haar doel al min of meer bereikt.

Zo was de week van Tsjernomyrdin ook de week van Rusland - dat bovendien als achtste deelnemer gisteren aanzat bij een bijeenkomst van de Groep van Zeven. En waar men het eens is geworden dat Kosovo moet worden gepacificeerd door een effectieve internationale troepenmacht, goedgekeurd door de VN.

J.H. Sampiemon is commentator voor NRC Handelsblad.

NRC Webpagina's
7 MEI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad