Niet voor herhaling vatbaar
Hoe de oorlog tegen Servië
zal aflopen, kan niemand zeggen. Maar hoe hij ook moge aflopen, de NAVO
zal niet meer dezelfde zijn als voordien. Ook bij een overwinning op
Milosevic zal de NAVO niet ontkomen aan vragen die haar voortbestaan,
misschien zelfs haar bestaan, ten diepste raken.
Laten we uitgaan van twee tegenovergestelde vooronderstellingen. De
eerste is dat de NAVO niet meer de wil opbrengt door te gaan met een
oorlog die de gestelde doelen niet heeft bereikt. Slechts
één NAVO-land hoeft tot die conclusie te komen, en die
crisis is er.
Dit scenario is niet zó onwaarschijnlijk.
In Duitsland rommelt het al. In beide regeringspartijen, de SPD en de
Groenen, neemt de twijfel over de voortzetting van de bombardementen
toe, en het onderwerp van grondtroepen is al helemaal taboe - ook bij de
oppositionele CDU.
In andere Europese NAVO-landen doen zich zulke moeheidsverschijnselen
ook voor, maar aangezien Duitsland de grootste Europese lidstaat van de
NAVO is, is de richting die dit land verkiest te gaan, beslissend voor
welslagen of mislukking van enigerlei grootscheepse NAVO-actie. Voor de
Verenigde Staten is de Duitse houding een graadmeter voor de houding van
heel Europa.
Het zal duidelijk zijn dat een NAVO die, om welke reden dan ook,
gedwongen zal zijn de handdoek in de ring te gooien of zelfs maar zoete
broodjes met Milosevic te bakken, daarmee op z'n minst nog niet het
bewijs zal hebben geleverd dat zij na het einde van de Koude Oorlog, en
het verdwijnen van de grote vijand, een nieuwe reden van bestaan heeft
gevonden.
Het is even duidelijk dat zo'n - al dan niet versluierde - capitulatie
van de NAVO gepaard zal gaan met hevige spanningen tussen de bondgenoten
- niet alleen tussen de Amerikanen en de Europeanen, maar ook tussen de
Europeanen onderling. Die spanningen zullen niet na de capitulatie als
sneeuw voor de zon verdwijnen. Voor de overleving van de NAVO moet dan
ook, in zo'n scenario, gevreesd worden.
De tegenovergestelde vooronderstelling is dat de NAVO er - na hoeveel
maanden? - in slaagt Milosevic op de knieën te krijgen. Zal dan
alles in de NAVO botertje tot de boom zijn? Die illusie moeten we niet
koesteren. Veeleer zal dan alom de kreet opstijgen: zo nooit weer!
Die kreet zal dan niet uitsluitend door morele afschuw over de
bombardementen, die Servië economisch kapot hebben gemaakt,
ingegeven zijn. Ook hardere koppen zijn nu al tot de conclusie gekomen
dat de actie tegen Servië niet voor herhaling vatbaar is. Om in de
toekomst een andere 'schurkenstaat' tot de orde te roepen zullen andere
middelen gebruikt moeten worden.
Immers, wanneer de sterkste alliantie ter wereld, voorzien van de
modernste wapens, er, na zes weken bombarderen, niet in slaagt een
kleine mogendheid als Servië eronder te krijgen, dan moet op z'n
minst geconcludeerd worden dat de verkeerde militaire middelen gebruikt
zijn, dan wel de militaire middelen verkeerd gebruikt zijn.
Nu kunnen we wel, met het Institute for Strategic Studies en met
generaal Naumann, de scheidende voorzitter van het Militaire
Comité van de NAVO, zeggen dat de NAVO zichzelf beperkingen heeft
opge legd door haar wens zo min mogelijk slachtoffers (ook onder de
Serviërs) te maken en door geen grondtroepen te gebruiken, maar
deze ontegenzeggelijke feiten zijn juist onderdeel van het probleem.
Een democratie moet rekening houden met de weerzin van haar bevolking
tegen een bloedige oorlog, en een alliantie van democratieën,
waartussen die weerzin ongelijk verdeeld is, moet daar
helemáál rekening mee houden. Met een zekere overdrijving:
de teergevoeligste bepaalt wat nog net kan. Zo wint een bondgenootschap
natuurlijk geen oorlogen.
Zelfs de modernste apparatuur is geen substituut voor koelbloedigheid.
Vliegtuigen mogen niet onder een bepaalde hoogte vliegen, omdat ze
anders gemakkelijker prooi worden voor Servische luchtafweer.
Paradoxaal gevolg: het wordt dan moeilijker vijandelijke tanks te
onderscheiden van autobussen of zelfs vluchtelingenkonvooien. Ook het
neusje van de technische zalm, de Apache, is daarom nog niet ingezet.
Dit alles betekent niet dat Servië het niet, zij het veel later
dan gepland, ten slotte zal moeten opgeven. Maar na deze 'overwinning'
zal de NAVO zich er heel grondig op moeten bezinnen hoe herhaling van
deze eerste manifestatie van haar nieuwe strategische concept voorkomen
kan worden.
De kosten van deze operatie, behalve tot nog toe in mensenlevens,
zullen vele malen hoger zijn dan was geraamd. Tot die kosten behoren
niet alleen de kosten van de operatie zelf, maar ook de bijkomende
kosten, die nog veel hoger zullen zijn.
De vluchtelingen uit Kosovo zullen op een goed ogenblik gerepatrieerd
en, in een stelselmatig vernield land, gehuisvest moeten worden. Hun
veiligheid zal met een aanzienlijk staand leger, al dan niet onder VN-
bestuur, gewaarborgd moeten worden. Dat kost allemaal geld, dat Kosovo
niet opbrengen kan.
Maar ook de omringende landen, Montenegro, Albanië,
Macedonië, zelfs Bulgarije en Roemenië, hebben zwaar geleden -
de laatste twee omdat hun handel met het Westen geblokkeerd is door de
bruggen die bij Novi Sad in de Donau liggen. Die zullen allemaal
geholpen moeten worden.
En ten slotte zal ook Servië weer op de been gebracht dienen te
worden, net zoals Duitsland na 1945.
Dit alles behoort tot de nasleep van een overwinning over Servië.
Ook dat dwingt de alliantie, als zij tot de conclusie komt dat het
zó niet een tweede keer moet gebeuren, ertoe erover na te denken
hoe het dan wèl zal moeten. Het is waar dat de NAVO nog altijd
over een hooggekwalificeerd apparaat in Brussel beschikt. Maar zelfs het
beste apparaat komt in de lucht te hangen als er geen conceptie bestaat
over het gebruik ervan.
Tot nog toe kwam de inspiratie van de NAVO grotendeels van de
Amerikaanse bondgenoot. Die hoeven we nu van president Clinton, die
trouwens nog maar anderhalf jaar heeft te gaan, niet te verwachten. Het
is ook nog de vraag of de andere bondgenoten allen zo bereid zullen zijn
het Amerikaanse leiderschap te volgen als ze zes weken geleden nog
waren.
In theorie biedt deze vrij uitzichtloze situatie de Europese Unie een
gouden kans in dit gat te springen - te meer wanneer het gaat om crises
in de eigen achtertuin.
Maar als een actie die onder Amerikaans bevel staat, en voor 80 procent
door Amerikanen wordt uitgevoerd (om maar te zwijgen van de Amerikaanse
wapens), niet aan de verwachtingen voldoet, wat kan dan van de Europese
landen, wier militaire integratie nog nauwelijks begonnen is en die
sowieso een reusachtige technologische achterstand op Amerika
hebben, verwacht worden? En toch: als Europa invloed wil hebben, dan zal
het er de middelen toe moeten hebben. Anders blijft die aanspraak op
meer invloed voos.