Commando Kosovo
DE RUSSEN MOGEN nu echt naar
Kosovo. Wekenlang hebben ongeveer tweehonderd Russische militairen het
vliegveld van Pristina in de ogen van de NAVO wederrechte lijk
bezetgehouden. Sinds gisteren zijn het Atlantische bondgenootschap en
Moskou het eens over de voorwaarden waaronder Rusland aan KFOR zal
deelnemen. De ruim 3.500 Russische manschappen, die afgelopen weekeinde
nog op hun basis in Rusland aan de grond moesten blijven omdat
Hongarije, Bulgarije en Roemenië hun luchtruim hadden gesloten,
kunnen thans naar Pristina worden overgevlogen.
De details van het gisteren overeengekomen akkoord zijn nog niet bekend.
Maar in grote lijnen staat vast dat de Russen zullen patrouilleren
tussen de Duits/Nederlandse sector in het zuiden, de Franse in het
noorden en de Amerikaanse in het oosten van Kosovo. Bovendien behouden
de Russen het commando over het vliegveld van Pristina, zij het dat de
vliegbewegingen onder controle van de NAVO staan. De be velslijnen
zullen tegelijkertijd nogal losjes aangetrokken worden. De Russen gaan
opereren onder eigen commando. Opperbevelhebber Clark van de NAVO is
uiteindelijk welis waar verantwoordelijk, maar hij kan de autonomie van
de Russische officieren niet tegen elke prijs doorbreken. Als er
bijvoorbeeld oorlogsmisdadigers gearresteerd moeten worden, mogen de
Russen zich afzijdig houden. Kortom, de participatie van de Russische
troepen in KFOR is ingebed in een soort 'overlegmodel'. Dat op zichzelf
is al geen reden tot overdreven vreugde. Juist nu het voor KFOR zwaar
wordt - de UÇK blijft neigen naar rebellie, de verwach tingen van
de achtergebleven Servische minderheid mogen niet beschaamd worden en de
wankele positie van Milosevic kan gaan uitstralen naar andere landen in
de regio - is een eenduidige commandostructuur geboden. De relatieve
autonomie van de Russen lijkt op voorhand een complicerende factor te
kunnen worden.
HET AKKOORD van Moskou heeft dan ook alle kenmerken van een
compromis. Rusland heeft zijn claim op een eigen sector opgegeven en de
NAVO heeft haar eis tot volledige inte gratie laten varen. Dat het ruim
drie weken heeft geduurd, illustreert dat het nog lang geen koek en ei
is tussen Moskou en Brussel. Ogenschijnlijk leek er sinds de laatste G8-
top in Keulen geen vuiltje meer aan de lucht. President Jeltsin
luisterde de bijeenkomst op de hem gebruikelijke wijze met zijn
aanwezigheid op, waarna menig politiek leider in het Westen de indruk
wekte dat er nu echt één koers zou worden gevaren.
Vergeten werd dat de NAVO daarbij niet alleen afhan kelijk was van de
regie in het Kremlin, maar ook rekening moest houden met de grillen van
de Russische generale staf even verderop in Moskou.
De afgelopen weken is in Rusland namelijk een harde strijd geleverd over
het primaat in de buitenlandse politiek, een gevecht dat niet los gezien
kan worden van de komende parlements- en presidentsverkiezingen,
achtereenvolgens in december van dit en in juni volgend jaar. De
militaire leiding, die ruim drie weken geleden met de eenzijdige
bezetting van het vliegveld bij Pristina een voldongen feit wist te
scheppen, had daarbij veel troeven in handen. Jeltsin lijkt haar nu weer
enigszins in het gareel te hebben gedwongen.
DE REDENEN DAARVOOR zijn echter minder eenduidig dan ze ogen. Een
van de motieven voor de generale staf om met het akkoord in te stemmen
is vermoedelijk van binnenlandse aard. In Rusland zelf smeult het ook,
met name in de Kaukasus. De feitelijke onafhankelijkheid van
Tsjetsjenië heeft sinds 1996 allerminst geleid tot stabiliteit in
het olierijke gebied aan de Kaspische Zee. Moskou verliest
sluipenderwijs meer en meer greep op deze regio, waarop van alle kanten
wordt geloerd.
Het compromis met de NAVO over Kosovo is dan wel geen uiting van kracht
jegens het Westen, maar het geeft Moskou wel wat meer ruimte om in de
eigen 'nabije' sector op te treden. De NAVO op haar beurt heeft daarvoor
de handen niet vrij, gebonden aan de Balkan als het bondgenootschap nu
is.