In spontane actie
Volk eist vertrek van Milosevic
LESKOVAC, 6 JULI. Rond
twintigduizend betogers hebben gisteren in Leskovac in het zuiden van
Servië bij een spontane demonstratie het vertrek van president
Slobodan Milosevic geëist.
De demonstratie maakte geen deel uit van de serie betogingen tegen het
regime die worden georganiseerd door de verzamelde oppositie. Ze was
oorspronkelijk gericht tegen lokale bestuurders. Maar ze liep al snel
uit op een betoging tegen het bewind, waarbij leuzen werden gescandeerd
als 'We willen veranderingen' en 'Slobo, wegwezen'. Een aantal
reservisten van het federale leger sloot zich bij de demonstratie aan.
Militairen protesteren de afgelopen weken, vooral in het zuiden van
Servië, regelmatig met demonstraties en wegblokkades tegen het
uitblijven van hun soldij.
De oppositie, verenigd in de coalitie Alliantie voor Verandering, wil
vanavond in de stad Uzice haar reeks protesten tegen Milosevic' bewind
voortzetten. De leider van de Democratische Partij, Zoran Djindjic,
keerde het afgelopen weekeinde vanuit Montenegro, waar hij het grootste
deel van de oorlog in Kosovo heeft doorgebracht, in Belgrado terug, dit
ondanks een arrestatiebevel tegen hem dat is uitgevaardigd op de
verdenking een oproep van het leger te hebben genegeerd. Tot dusverre
heeft de Servische justitie Djindjic ongemoeid gelaten. Gisteren zei hij
in vraaggesprekken met Britse kranten het regime van Milosevic nog
hooguit een half jaar te geven.
Het bewind van zijn kant grossiert in optimistische meldingen over een
zich herstellende economie en een vlot verlopende wederopbouw. Servische
woordvoerders zeiden gisteren in Belgrado geen pessimisme te zullen
toelaten. Ze beloofden genoeg elektriciteit en voedsel in de komende
winter en ze stelden de Serviërs een beleid van economische en
monetaire stabiliteit, versnelde hervormingen en een gunstig klimaat
voor buitenlandse investeerders in het vooruitzicht. Vice-premier Dragan
Tomic meldde gisteren dat er een speciaal bureau voor de wederopbouw in
het leven is geroepen dat aan het werk kan gaan met een begroting van
4,3 miljard dollar. Hoewel de internationale gemeenschap weigert
Joegoslavië bij de wederopbouw te helpen zolang Milosevic aan de
macht is, zei Tomic dat "ze zal beseffen dat ze zal moeten helpen bij de
wederopbouw". In Kosovo hebben de orthodoxe kerkleider Artemije en de
leider van de Servische minderheid, Momcilo Trajkovic, geëist dat
er een eind wordt gemaakt aan het geweld tegen Serviërs. Beiden
beschuldigden de leider van de Kosovaren, interim-premier Hashim
Thaçi, tevens leider van het Kosovo Bevrijdingsleger, en de
vredesmacht KFOR te weinig te doen om een eind te maken aan de
wraakacties van de Kosovaren. (AP, Reuters)