Congres VS stuurloos in Kosovo-crisis
De luchtoorlog tegen
Joegoslavië zaait verwarring in het Amerikaanse Congres.
Republikeinen distantiëren zich van 'Clintons oorlog'.
Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL
WASHINGTON, 6 MEI. Verdeeld, stuurloos en handenwringend volgt het
Amerikaanse Congres de luchtoorlog van de NAVO tegen Joegoslavië.
De eerste twee Amerikaanse militairen zijn dinsdag gesneuveld, de
luchtaanvallen worden verder opgevoerd en de roep om een diplomatieke
uitweg uit het conflict groeit. Maar Capitol Hill staat langs de lijn,
al sinds de luchtaanvallen op 24 maart begonnen.
Voor veel Republikeinse Congresleden die een paar maanden geleden nog
ijverden voor de afzetting van Bill Clinton, is het moeilijk om de
president nu in een oorlog te volgen. Ze vertrouwen hem niet, ze hebben
geen respect voor hem, ze betwijfelen of er in Kosovo een nationaal
belang op het spel staat. Neem Trent Lott, die als leider van de
Republikeinse meerderheid in de Senaat een belangrijke rol had kunnen
spelen in het Amerikaanse beleid. Maar Lott wil zo min mogelijk te
maken hebben met het deze oorlog. De verantwoordelijkheid daarvoor laat
hij graag aan de president, zodat hij altijd kan zeggen dat het
'Clintons oorlog' was als het verkeerd afloopt. Een klein jaar geleden
nog zei Lott ferm dat Amerika en de NAVO "niet lijdzaam kunnen toezien
terwijl er etnische zuivering en slachtpartijen aan de gang zijn". Nu
is hij tegen de bombardementen, omdat "de vrede een kans moet krijgen".
Niet dat Lott zijn positie benut om zich werkelijk in te spannen voor
stopzetting van de oorlog. Liever dan zijn nek uit te steken, beperkt
hij zich ertoe om omstreden resoluties en stemmingen over de oorlog
buiten de Senaat te houden. Deze week voorkwam hij dat hij en zijn
collega's zich moesten uitspreken over een voorstel - van het
Republikeinse buitenbeentje John McCain - om de president "alle
noodzakelijke middelen" te geven, dus ook grondtroepen, om de oorlog te
winnen.
Lott en zijn geestverwanten betalen wel een prijs voor hun opstelling.
Commentatoren en critici, ook binnen hun eigen partij, verwijten hen
lafheid, appeasement-politiek en isolationanisme. De Republikeinse
leiders zouden hun verantwoordelijkheid uit de weg gaan en meer
aandacht hebben voor de Amerikaanse verkiezingen in het jaar 2000 dan
voor de humanitaire nachtmerrie die zich voltrekt in Joegoslavië.
Maar opiniepeilingen geven aan dat er bij de conservatieve achterban
van de Republikeinen ook grote weerstand tegen de oorlog bestaat. Niet
voor niets ontpopten enkele van de meest rechtse Republikeinen, onder
wie Afgevaardigde Tom Delay, tweede man in het Huis van Afgevaardigden,
zich dit weekeinde tot supporters van Jesse Jackson Jr. toen deze
onderhandelingen met Milosevic bepleitte.
De kleine groep Republikeinen die vergeefs probeert om in het Congres
steun te winnen voor de oorlog van de NAVO, wordt aangevoerd door John
McCain. Bitter beklaagt McCain zich niet alleen over president Clinton,
die de oorlog naar zijn smaak veel te halfhartig voert, maar ook over
zijn partijgenoten, die de president maar laten aanmodderen. De
voormalig piloot van de marine, die in de Vietnam-oorlog bijna zes jaar
in een Noordvietnamese gevangenis zat, verwijt zijn collega's dat ze
"Amerikaanse piloten hun leven op het spel laten zetten voor een zaak
waarvoor wij onze carrière niet willen riskeren". Overigens is
McCain met zijn uitgesproken opvattingen voortdurend in het nieuws, wat
zijn carrière geen kwaad doet: hij is kandidaat voor de
Republikeinse nominatie voor de presidentsverkiezingen in 2000.
McCains pleidooi om de oorlog intensiever te voeren, eventueel met
grondtroepen, kreeg in de Senaat steun van de Democraat Joe Biden en
door Republikeinse internationalisten als Richard Lugar en Chuck Hagel.
Maar het verzet in beide partijen was te groot. De Democratische
senator Barbara Boxer waarschuwde zelfs dat "alle noodzakelijke
middelen" betekende dat Clinton ook chemische, biologische en nucleaire
wapens zou kunnen inzetten. En verschillende Republikeinen zeiden dat
ze Clinton geen "blanko cheque" wilden geven. Een grote meerderheid
besloot het voorstel maar helemaal niet in stemming te brengen.
In het Huis van Afgevaardigden, waar de Republikeinen ook de
meerderheid hebben, zijn de bedenkingen tegen de oorlog nog groter.
Vorige week haalde zelfs een symbolische motie van steun voor de
luchtaanvallen het niet: de stemmen staakten. Maar ook een voorstel om
een eind te maken aan de Amerikaanse deelname kreeg geen meerderheid.
"Ze zijn niet voor terugtrekking, maar ze willen ook niet de
verantwoordelijkheid dragen voor blijven", hoonde een Democraat. En
ondanks alle bezwaren tegen de oorlog zal het Huis vandaag naar
verwachting wel weer een extra bedrag van enkele miljarden dollars voor
de operatie uittrekken. Op die manier kunnen de Republikeinse
Afgevaardigden achteraf zowel voorstander als tegenstanders van de
oorlog zijn geweest. De verwarring en stuurloosheid wordt versterkt
doordat de voorzitter van het Huis geen krachtige figuur is. Dennis
Hastert, die vorig jaar Newt Gingrich opvolgde toen diens beoogde
plaatsvervanger Livingstone plotseling opstapte wegens een
seksschandaal, laat wel erg veel op zijn beloop. Hij stemde voor steun
aan de luchtaanvallen, maar deed geen moeite anderen voor zijn standpunt
te winnen.
President Clinton heeft op zijn beurt weinig moeite gedaan om het
Congres achter zich te krijgen. Gisteren nog toonde hij dat de
minachting wederzijds is. Tegenover NBC News verklaarde hij dat het
ontbreken van steun van het Congres voor de oorlog hem koud laat. Het
Amerikaanse volk zou beter dan het Congres begrijpen waarom de NAVO en
de VS in Kosovo niet afzijdig kunnen blijven.
Peilingen geven inderdaad aan dat een meerderheid van de Amerikanen
(zo'n zestig procent) de luchtaanvallen steunt, al bestaat voor de
inzet van grondtroepen geen meerderheid. Toch is de opstelling van het
Congres voor Clinton een reden tot grote zorg. De opstelling van het
Huis van Afgevaardigden komt dicht in de buurt van een motie van
wantrouwen. En als de oorlog nog lang duurt, zal de president alle
steun kunnen gebruiken om zijn geloofwaardigheid tegenover zijn NAVO-
partners en Milosevic niet te verliezen.
De echte vraag in het Congres is niet of interventionisten dan wel
isolationisten de overhand hebben, stelde deze week de conservatieve
columnist William Safire in The New York Times. "De centrale
vraag is: vertrouwen we deze president om met alle noodzakelijke
militaire macht om het beginsel veilig te stellen dat geen land een
ongewenst volk kan verdrijven? Het antwoord is nee." De
terughoudendheid van de Republikeinen om zich achter de oorlog te
scharen, komt volgens Safire voort uit de overtuiging dat Clinton niet
oorlog voert om te winnen, maar alleen om Milosevic met Russische hulp
tot een schikking te bewegen. Om "een compromis met misdadigheid" te
sluiten.