Kok: mogelijk meer Kosovaren hier opnemen
Door een onzer redacteuren
ERMELO, 6 MEI. Minister-
president Kok bespreekt morgen in het kabinet de mogelijkheid om in
totaal drie- vierduizend vluchtelingen uit Kosovo op te vangen, in
plaats van de afgesproken tweeduizend. Dat zegde hij gistermiddag toe
tijdens een werkbezoek aan het tentenkamp bij Ermelo, waar 700
Kosovaren verblijven.
Kok had eind april al toegezegd dat Nederland meer dan tweeduizend
Kosovaren zou opnemen, maar deed verder geen uitspraken over aantallen.
Eerst wilde hij van staatssecretaris Cohen (Justitie) weten of andere
Europese landen hun toezeggingen wel nakwamen.
Er verblijven nu 1.789 Kosovaarse vluchtelingen in opvangcentra in
Ermelo, Ter Apel en Raamsdonksveer. Die centra kunnen in totaal 2.800
mensen huisvesten; volgende week wordt nog een opvangcentrum bij Arnhem
geopend dat plaats biedt aan 500 vluchtellingen.
De opvang van Kosovaarse vluchtelingen in Nederland is traag op gang
gekomen. Begin april was er nog sprake van dat Nederland helemaal geen
Kosovaren zou opnemen, omdat 'opvang in de regio' de voorkeur had.
Als Europese landen de vluchtelingen zouden opvangen, zou dat president
Milosevic en zijn etnische zuiveringen in de kaart spelen, was de
opvatting van staatssecretaris Cohen en de ministers Van Aartsen
(Buitenlandse zaken) en Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking).
Al snel werd echter duidelijk dat de UNHCR, de mensenrechtenorganisatie
van de Verenigde Naties, de opvang ter plekke niet aankan. In de Tweede
Kamer, met name bij de fracties van CDA, D66 en GroenLinks, nam de
kritiek toe op de in hun ogen afwachtende houding van Nederland en de
Europese en NAVO-partners. De PvdA-fractie vond dat Nederland minimaal
vijfduizend Kosovaren moest opnemen. In Ermelo werd half april alvast
begonnen met de bouw van een tentenkamp. Daarop kondigde minister
Korthals (Justitie) aan dat Nederland voorlopig geen vluchtelingen uit
Kosovo zou opnemen. Maar een week later was volgens Justitie de
situatie op de Balkan ernstig verslechterd, en werd alsog een delegatie
naar Macedonië gezonden om duizend Kosovaarse vluchtelingen op te
halen, met een uitloop naar tweeduizend. De eerste groep arriveerde op
25 april. Voordat Kok kwam, waren verscheidene prominenten al in Ermelo
geweest. Staatssecretaris Cohen van justitie legde een informeel
werkbezoek af, prinses Margriet kwam kijken, diverse Kamerleden liepen
er al rond.
De minister-president had gisteren pas tijd voor een bezoek van een
uurtje, " om ook een beetje in de ogen van de mensen te kijken". Wel
heeft hij een cadeautje meegenomen - de toezegging om met het kabinet
te overleggen over verdubbeling van het aantal in Nederland op te
vangen Kosovaren. Maar opvang in de regio blijft belangrijk, zegt hij.
"Wat hier centraal staat is toch de wens snel terug te keren."
Kosovaren Ermelo ontvangen Kok met applaus
Glimlachend en omstuwd door
zo'n veertig journalisten en fotografen, beweegt Kok zich tussen de
vluchtelingen.
"Mijn naam is Wim, hoe heten jullie?" vraagt hij via een tolk aan een
groepje kinderen in een geïmproviseerd schoolklasje. "En hoe oud
zijn jullie? Zeven, acht, negen?" De kinderen zijn twaalf en dertien.
Het is de bedoeling dat u ook nog een blik op de tekeningen werpt,
instrueert een medewerker van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.
"O ja, eigenlijk moeten ze ze zelf aanwijzen", herinnert Kok zich het
script voor zulke gebeurtenissen. Maar daar is geen tijd voor; de stoet
moet weer verder. " Where do you know English from?" vraagt Kok onderweg
aan Fortesa Syla, een opgewekte elfjarige die iedereen met 'how are
you?' begroet. Dat heeft ze op school geleerd.
In de kantine wordt Kok met applaus ontvangen. "Dat is geen waardering
voor mijn persoon, maar voor Nederland", zegt hij later. Fotografen
verdringen zich weer om de minster-president. Kunt u dat jongetje even
knuffelen, vraagt er één, maar Kok heeft zijn grenzen:
"Dat doe ik niet hoor!" Een fotograaf valt plotseling van een stoel,
bijna stort een semi-permanent tussenwandje in. Terwijl haar man de
formaliteiten voor zijn rekening neemt, spreekt Rita Kok met de
burgemeester van Ermelo en enkele Kosovaren over praktische zaken. "Ik
vind het fantastisch dat de mensen uit Kosovo hier zelf de boel
schoonhouden", zegt ze. "Ik roep altijd: er is toch niets prettigers
dan 's avonds je bed instappen met het gevoel dat je iets nuttigs hebt
gedaan."
De plaatselijke afdelingen van het Rode Kruis in Ermelo en Harderwijk
hebben toevallig deze dag uitgekozen om te onderzoeken wat hun bijdrage
in het vluchtelingenkamp zou kunnen zijn. Maar ze zijn al iets aan het
doen hoor, zegt P. Bakker, voorzitter van de afdeling Harderwijk,
haastig. Tracing, mensen in contact brengen met familieleden
elders, dat is hun specialiteit. Hoe dat in zijn werk gaat? "In het
algemeen hebben ze wel een telefoonnummer. Wij verstrekken dan
telefoonkaarten." En is er al een contact gelegd? "Nee. De telefoon was
kapot."