NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Nasleep

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

'Rambouillet':
het onverzoenlijke verzoenen

In Rambouillet wordt vanaf morgen onderhandeld over een vredesregeling voor Kosovo voor een interim-periode van drie jaar. Twee weken krijgen de Serviërs en de Albanezen om het eens te worden.

Door onze redacteur PETER MICHIELSEN

Het vredesplan voor Kosovo, dat vanaf morgen in Rambouillet, vijftig kilometer ten zuidwesten van Parijs, op tafel ligt, voorziet in een vrijwel volledig zelfbestuur voor Kosovo voor een interim-periode van drie jaar (waarna weer moet worden gepraat). De regio blijft volgens het ontwerp deel uitmaken van Servië en Joegoslavië en krijgt dus noch de volledige onafhankelijkheid die het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK eist, noch de status van derde republiek binnen Joegoslavië (naast Servië en Montenegro) die sommige Albanezen als tussenoplossing eisen. Maar de mate van zelfbestuur is zo groot, dat in de plannen van de Contactgroep de Servische heerschappij over Kosovo de facto ten einde komt: alleen op monetair, fiscaal, douane- en defensiegebied en ten aanzien van buitenlandse betrekkingen behouden de Serviërs zeggenschap. Op alle andere gebieden gaan een eigen president, regering en parlement van Kosovo de dienst uitmaken. De president van Kosovo, voor een periode van drie jaar door het parlement te kiezen, heeft een vetorecht op besluiten van Belgrado die Kosovo betreffen. Die de facto beëindiging van de Servische heerschappij is een van de twee redenen die het vredesplan in zijn huidige vorm zo goed als onaanvaardbaar maken voor het regime in Belgrado. De tweede is de grote rol van de internationale gemeenschap (lees: de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, OVSE) in Kosovo in de interim- periode. William Walker, de leider van de OVSE-missie, krijgt bevoegdheden die doen denken aan die van gezant Carlos Westendorp in Bosnië. Hij kan ambtenaren ontslaan als ze dwars liggen, hij oefent toezicht uit op een volkstelling en op verkiezingen binnen negen maanden na het afronden van de vredesonderhandelingen, hij kan Servische bestuursinstanties sluiten als ze moeilijk doen en hij geeft Kosovo een eigen omroep. Voor het bewind in Belgrado is dat alles een onacceptabele aantasting van zijn soevereine rechten op Joegoslavisch grondgebied.

'Rambouillet' lijkt vergadertechnisch op het grote voorbeeld Dayton, waar eind 1995 een vredesakkoord voor Bosnië werd bereikt. De Servisch/Joegoslavische en de Kosovaarse delegaties krijgen elkaar niet of nauwelijks te zien: de bemiddelaars Christopher Hill (VS) en, Wolfgang Petrisch (Europese Unie) pendelen tussen de delegaties heen en weer. Als er na twee weken - de termijn die de Contactgroep aan de bijeenkomst heeft verbonden - geen akkoord is, bestaat de kans op het gebruik van geweld door de NAVO.

De kans op een akkoord lijkt minimaal. De conferentie begint in het teken van de volstrekte onverenigbaarheid van standpunten en de absolute onverzoenlijkheid van de twee kampen, waarvan er een, de Albanese, ook nog eens onderling verdeeld is. Beide partijen worden geacht iets te aanvaarden waarvan ze hoegenaamd niets moeten hebben. De Serviërs willen niets weten van werkelijk zelfbestuur voor Kosovo, dat ze beschouwen als de 'wieg' van de Servische cultuur en de Servische natie. Wat ze de Albanezen aanbieden is dan ook slechts een beperkte vorm van zelfbestuur op gemeentelijk niveau. Een door het UÇK geëist referendum over de status van Kosovo en de voorgestelde zeggenschap van de OVSE in Kosovo zijn voor Belgrado onaanvaardbaar.

De Albanezen van hun kant moeten na een decennium van extreme onderdrukking en het wrede bloedvergieten van het afgelopen jaar de droom van de onafhankelijkheid in de ijskast zetten, en dat is voor hen onverteerbaar. Een extra probleem vormt de toekomstige status van het Bevrijdingsleger UÇK. Het UÇK wil het officiële leger van Kosovo worden - maar voor Belgrado is het Bevrijdingsleger een bende terroristen en het denkbeeld van een apart leger op Joegoslavisch grondgebied absurd en anathema.

Ook de persoon van president Slobodan Milosevic staat een akkoord in Rambouillet in de weg. Kosovo was in de late jaren tachtig zijn springplank naar de macht: speculerend op het latente ongenoegen bij de Serviërs over de autonomie van de Albanezen, ontketende Milosevic rondom de vermeende onderdrukking van de Serviërs in Kosovo een nationalistische campagne die enorm aansloeg, hem aan de macht bracht en in 1989 leidde tot het terugdraaien van de autonomie van Kosovo. Ze leidde uiteindelijk tot de desintegratie van Joegoslavië, want na zijn succes in Kosovo zette Milosevic ook met felle campagnes in Servië, de Vojvodina en Montenegro de zaken naar zijn hand. En dat alarmeerde de Slovenen en de Kroaten dermate dat zij hun heil zochten in hun onafhankelijkheidsstreven. 'Kosovo' is veel tegelijk: de kiem van de desintegratie van Joegoslavië, het startpunt van Milosevic' opkomst en de kern van zijn legitimering als leider van Servië, tot de dag van vandaag.

Het gebrek aan democratie en decentralisatie in Joegoslavië vormt een aparte belemmering voor een akkoord. Als de Contactgroep haar zin krijgt, worden in Kosovo vormen van zelfbestuur en democratie ingevoerd die nergens in Joegoslavië bestaan. Gebeurt dat, dan ziet Milosevic zich op korte termijn geconfronteerd met problemen elders, zoals de Vojvodina en de Sandzak, waar uiterst ontevreden minderheden wonen. Ook in die zin kn een vredesregeling in Kosovo het begin van het eind van Milosevic' regime vormen - nog een reden voor pessimisme aan het begin van de 'Rambouillet'.

Vredesplan Kosovo

De belangrijkste punten van het ontwerp-plan van de Contactgroep dat in Rambouillet op tafel ligt:

ALGEMENE PRINCIPES

- onmiddellijke beëindiging geweld en respectering staakt-het- vuren;

- vreedzame oplossing door dialoog;

- interim-akkoord voor periode van drie jaar;

- geen eenzijdige verandering van de interim-status;

- onaangetaste territoriale integriteit van Joegoslavië;

- bescherming van rechten van alle minderheden;

- vrije en eerlijke verkiezingen onder OVSE-toezicht;

- niemand wordt vervolgd wegens misdrijven die gerelateerd zijn aan Kosovo-conflict (m.u.v. misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en andere serieuze schendingen van het internationale recht);

- internationale bemoeienis en volledige medewerking van alle partijen bij implementatie van akkoord.

BESTUUR

- een hoge mate van zelfbestuur door onafhankelijke wetgevende, uitvoerende en juridische lichamen, met competentie over o.a. belastingen, financiën, politie, economische ontwikkeling, rechtspraak, gezondheidszorg, onderwijs en cultuur (met respectering van de rechten van de leden van etnische gemeenschappen), communicatie, wegen en verkeer en milieu);

- wetgevend lichaam: een assemblee;

- uitvoerend lichaam: een president, een regering en bestuurlijke organen van Kosovo;

- eigen juridisch systeem;

- alle etnische gemeenschappen moeten eerlijk zijn vertegenwoordigd op alle niveaus van bestuur;

- de lokale politie moet een weerspiegeling zijn van de etnische samenstelling van de bevolking;

- Kosovo moet instemmen met elke wijziging van de grenzen van Kosovo of de uitroeping van de noodtoestand.

MENSENRECHTEN

- juridische bescherming van mensenrechten op basis van internationale conventies;

- ombudsman, te kiezen onder internationale supervisie;

- de OVSE en andere relevante internationale organisaties blijven een rol spelen.

600 jaar conflict Kososo

Bergachtige regio, eenderde van Nederland, twee miljoen inwoners (van wie 90 procent Albanezen). Op 28 juni 1389 het toneel van de Slag op het Merelveld, waarbij de Serviërs hun historische nederlaag tegen de Turken leden en voor vijf eeuwen hun onafhankelijkheid verloren. Werd in de navolgende decennia door de Turken bezet. Bleef Turks toen Servië in de 19de eeuw onafhankelijk werd. Bij Servië gevoegd in 1912, toen de Turkse heerschappij op de Balkan met twee Balkan- oorlogen werd gebroken.

De Serviërs vormen een kleine minderheid, maar in Kosovo staan de belangrijkste Servisch-orthodoxe kloosters en de regio wordt door de Serviërs beschouwd als hun 'wieg' en hun hartland. De legenden en mythen rond de slag van 1389 vormen het grote Servische epos, het klassieke verhaal van heldendom, martelaarschap, vaderlandsliefde en verraad.

In de Tweede Wereldoorlog door de Duitse en Italiaanse bezetters kortstondig verenigd met Albanië. In 1944 en 1945 beloofde Tito de Albanezen zelfbestuur, maar pas in 1974 kregen ze die beloofde provinciale autonomie. Dat leidde tot toenemende animositeit met de Serviërs, die klaagden dat de Albanezen zich gedroegen alsof Kosovo een republiek met de gelijke status als Servië was. Eind jaren tachtig ontketende de Servische leider Slobodan Milosevic een felle nationalistische campagne rond dat Servische ongenoegen, die er in 1989 toe leidde dat Kosovo zijn autonomie kwijtraakte.

Het nieuwe Servische bestuur verdrong de Albanezen uit hun banen in het onderwijs, de ziekenzorg, de media en de overheid. De Albanezen gingen over tot passief verzet, riepen een 'Republiek Kosovo' uit en vestigden een ondergrondse samenleving, met scholen, een universiteit, ziekenhuizen, uitvoerende organen en een belastingstelsel, dit alles geleid door de LDK (Democratische Liga van Kosovo) van Ibrahim Rugova, in 1992 gekozen tot 'president' van de 'republiek'.

Rugova's beleid van geweldloosheid begon vooral na het vredesakkoord van Bosnië in 1995 zijn aantrekkelijkheid te verliezen omdat het niet tot doorbraken leidde in de richting van een oplossing van de kwestie. In de loop van 1997 stak een schimmig Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK) de kop op: UÇK-guerrillastrijders pleegden aanslagen op Serviërs en Albanezen die collaboreerden met de Servische overheid. In februari vorig jaar besloot Belgrado dit rafellegertje onschadelijk te maken. Die campagne introduceerde het geweld op grote schaal in Kosovo: dorpen werden platgebombardeerd, honderdduizenden mensen sloegen op de vlucht en tweeduizend burgers kwamen om het leven. Op dit moment zijn er nog altijd 210.000 vluchtelingen binnen Kosovo, 60.000 in de buurlanden en 100.000 in West-Europa.

Het grove geweld van de Serviërs plaatste eindelijk de kwestie- Kosovo op de internationale agenda. In oktober vorig jaar stemde Milosevic onder dreiging van NAVO-acties in met een bestand en een gedeeltelijke terugtrekking van zijn troepen uit Kosovo. Het UÇK heeft per saldo van de campagne geprofiteerd: de Servische wreedheid radicaliseerde de Kosovaren en het UÇK werd overstroomd met vrijwilligers en kan nu op elk gewenst moment de staande militaire macht van 10.000 tot 15.000 man uitbreiden tot 50.000. Het UÇK heeft na oktober veel van de door de Servische politie ontruimde stellingen ingenomen en controleert eenderde van de regio. De Servische campagne heeft het UÇK ook gedwongen zich te herstructureren en te centraliseren en een generale staf te vormen. De campagne heeft tenslotte het onbedoelde effect gehad dat het UÇK niet meer te negeren is als factor bij het zoeken van een oplossing voor de kwestie.

Partijen en verzoeners

'Rambouillet' wordt geopend door de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk en Groot-Brittannië, Hubert Védrine en Robin Cook, en geleid door drie bemiddelaars:

CHRISTOPHER HILL
Ambassadeur VS in Macedonië. Zat in 1995 in Dayton al in het team van Bosnië-bemiddelaar Holbrooke. Heeft zich sindsdien met Kosovo beziggehouden.

WOLFGANG PETRISCH
Oostenrijker. Vorig jaar namens de EU aan Hills team toegevoegd.

BORIS MAJORSKI
Rus. Speciaal voor Rambouillet in het team van bemiddelaars opgenomen om de steun van Moskou te winnen.

De delegatie van de Kosovaren bestaat uit zeventien personen. Vijf van hen komen uit de LDK (Democratische Liga van Kosovo), voorstandster van een geweldloze oplossing. Het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK levert vijf onderhandelaars, de Verenigde Democratische Beweging, een coalitie van diverse andere partijen, levert er vier. De delegatie wordt gecompleteerd door drie onafhankelijken. Grote afwezige: Adem Demaçi, politiek vertegenwoordiger van het UÇK. De belangrijkste delegatieleden zijn:

IBRAHIM RUGOVA
Aan de Sorbonne opgeleide hoogleraar Albanese literatuur, LDK- leider, sinds 1992 'president' van Kosovo, leider van het ondergrondse verzet tegen de Servische overheersing, architect van de ondergrondse staat die de Kosovaren de afgelopen tien jaar hebben georganiseerd. Heeft met zijn beleid van passief verzet inmiddels veel populariteit verloren aan het UÇK.

BUJAR BUKOSHI
'Premier' (in ballingschap) van de ondergrondse republiek Kosovo, LDK-lid, neemt echter steeds meer afstand van het principe van geweldloosheid.

VETON SURROJ
Onafhankelijk, hoofdredacteur van het blad Koha Dritore.

REXHEP QOSJA
Schrijver, liep vorig jaar weg uit Rugova's LDK en stichtte eigen partij met nauwe banden met het UÇK.

JAKUP KRASNIQI
Woordvoerder en 'gezicht' van het UÇK, ex-leraar geschiedenis, ex-politiek gevangene.

De samenstelling van de Servische delegatie wordt pas in de loop van vandaag bekend.

NRC Webpagina's
23 MAART 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad